Gronings technologiebedrijf wil vezelproductie vergroenen

De fabriek van Teijin Aramid, waar BioBTX mee samenwerkt
De fabriek van Teijin Aramid, waar BioBTX mee samenwerkt © Maarten Beurskens (bewerking RTV Noord)
Het Groningse groene chemiebedrijf BioBTX gaat op zoek naar een methode om een sterke kunstvezel te ontwikkelen uit duurzame materialen.
Dat gebeurt in samenwerking met de Japanse vezelfabrikant Tejin Aramid, dat onder meer een vestiging heeft in Delfzijl.
De twaronvezel die het bedrijf produceert, wordt nu nog gemaakt uit fossiele brandstoffen, maar het bedrijf wil dat proces graag vergroenen.

Genoeg opties

Tejin Aramid gaat de mogelijkheden nu dus verkennen met BioBTX. Volgens directeur Pieter Imhof zijn er genoeg opties.
'We beginnen met glycerine, een afvalproduct van biodiesel, maar dat kunnen we op gegeven moment ook omzetten naar bijvoorbeeld afvalhout of doppen van cacao. Er zijn heel veel mogelijkheden, onze techniek is heel flexibel daarin.'

Bouwstenen

Imhof probeert uit te leggen hoe dat proces dan in zijn werk gaat.
'De biomassa wordt klein gemaakt, zodat wij het om kunnen zetten. Dan maken wij basisgrondstoffen, waar vervolgens de bouwstenen voor de vezels uit gemaakt worden. Maar daar zitten wel aardig wat stappen nog tussen.'
De fossiele grondstoffen van nu zijn helemaal gebaseerd op olie. Bij ons worden dat alleen maar duurzame materialen.
Pieter Imhof - directeur BioBTX
Volgens hem maakt het proces straks een groot verschil met hoe het nu gaat. 'De fossiele grondstoffen van nu zijn helemaal gebaseerd op olie. Bij ons worden dat alleen maar duurzame materialen, uit biomassa of afvalmaterialen. Zo leveren we dus geen extra bijdrage aan de CO2-uitstoot.'

Onderzoeksfase

BioBTX is volgens Imhof een technologie-ontwikkelingsbedrijf. Het helpt andere bedrijven mogelijkheden te vinden om te vergroenen.
Toch staat deze samenwerking nog in de kinderschoenen, benadrukt Imhof. 'We zitten nog in de onderzoeksfase. Als het succesvol is, dan kunnen we gaan kijken wat de mogelijkheden zijn om een fabriek neer te zetten die geschikt is de materialen op grote schaal te maken. Pas dan kunnen we ook kijken of er meer personeel nodig is.'