Krijgen huizen straks warmte van het Chemiepark in Delfzijl?

Het chemiepark in de avond
Het chemiepark in de avond © Jos Schuurman/FPS
De gemeenten Delfzijl en Appingedam gaan kijken of woningen straks gebruik kunnen maken van restwarmte van bedrijven op het Chemiepark.
De industrie in en om Delfzijl houdt jaarlijks 100 tot 150 megawatt aan restwarmte over. Omgezet in stroom is dat goed voor 100.000 tot 150.000 huishoudens.

Centraal punt

Een groot deel daarvan verdampt nu in de lucht of verdwijnt in de zee. Wethouder IJzebrand Rijzebol hoopt dat die warmte straks op één centraal punt bij elkaar kan komen, voor een nieuw warmtenet.
'We willen de emissie zoveel mogelijk beperken en de huizen van warmte voorzien. Hiermee slaan we twee vliegen in één klap', aldus de wethouder.

Aardgasvrije wijken

Mocht de haalbaarheidsstudie positief uitvallen, dan is het de bedoeling om te beginnen op plekken waar huizen versterkt moeten te worden vanwege de aardbevingen.
'We hebben vier miljoen euro gekregen van het Rijk om aardgasvrije wijken te realiseren. Dat geld willen we hiervoor gebruiken', zegt Rijzebol. 'Er zal eerst een pilot komen. Als dat goed loopt, gaan we het uitbreiden.'

Water of lucht

De restwarmte van bedrijven op het Chemiepark is schoon, benadrukt de wethouder. Het kan via warm water of warme lucht naar de huizen stromen. Onderzoek moet uitwijzen wat de beste weg is. Ook wordt gekeken of fusiepartner Loppersum gebruik kan maken van dit warmtenet.
De gemeenten Appingedam en Delfzijl doen dit onderzoek samen met Groningen Seaports, Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) en Nouryon, het vroegere Akzo Nobel. De eerste resultaten worden aan het einde van dit jaar of begin volgend jaar verwacht.