Hoe partijen het wérkelijk doen in vergelijking met vier jaar geleden

Egbert Minnema
Egbert Minnema © RTV Noord
Vreugde en verdriet. Bij verkiezingen liggen uiterste emoties altijd dicht bij elkaar. Zo ook woensdagavond. Sommige partijen doen het beter dan vier jaar terug, andere slechter. Maar hoe goed of slecht doen partijen het wérkelijk?
Om dat goed te vergelijken moet je de verkiezingsuitslagen uit 2014 van de oude gemeenten  samen nemen. Pas dan is een zinvolle vergelijking te maken.
De leestijd van dit verhaal is een minuut of tien. Je weet dan hoe de partijen het deze verkiezingen gedaan hebben in vergelijking met 2014. Ook weet je waarom door de herindelingen een goede vergelijking lastig is.

Groningen

In 2014 waren in de drie gemeenten in totaal 69 zetels te verdelen. Bij de verkiezingen van woensdag waren dat er 'maar' 45. Als je dus naar het absoluut aantal zetels kijkt, dan is het logisch dat partijen zetels verliezen. Staar je dus niet blind op een daling van het aantal zetels ten opzichte van 2014.
Om een vergelijking zinvol te houden, moet naast het aantal zetels ook naar het totaal aantal stemmen gekeken worden. Want het kan zijn dat een partij zetels verliest, maar qua stemaantal gelijk blijft. Dan zegt een verlies van zetels niets over de tanende populariteit van die partij.
Een groei van het aantal zetels zegt daarentegen wél iets. Als er minder zetels te verdelen zijn in vergelijking met vier jaar terug en je hebt er uiteindelijk méér, dan heb je het als partij goed gedaan.
Winst in zetels én in percentage
Zo is het met Groen Links gegaan. Die partij heeft nu in Haren, Ten Boer en Groningen gezamenlijk acht zetels. In de nieuwe gemeente Groningen worden dat elf. Ook de Partij voor de Dieren en de PVV is dit gelukt. Partij voor de Dieren had één zetel (in de oude gemeente Groningen) en heeft er nu drie. De PVV had er nul en heeft er nu één. Ook 100% Groningen (afgesplitst van de Stadspartij) wint een extra zetel.
Verlies in zetels, winst in percentage stemmen
De ChristenUnie (CU) en de VVD zijn partijen die in zetels achteruit zijn gegaan, maar in percentage van het totaal aantal stemmen tóch stegen. De CU bijvoorbeeld verliest feitelijk drie zetels, maar wint qua percentage met een half procentpunt. Dit verlies van het aantal zetels is dus puur toe te schrijven aan het feit dat er dit jaar minder zetels te verdelen zijn dan in 2014.
Verlies in zetels groter dan verlies in percentages
Bij D66, de grote verliezer van de verkiezingen, is het verlies in zetels in verhouding groter dan in het percentage stemmen.  Ze gaan van veertien naar vijf zetels, een verlies van bijna tweederde van het aantal zetels. Maar het verlies in stemmen is 'maar' de helft.
Tekst verder onder diagram

Westerkwartier

Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn hadden bij de verkiezingen in 2014 in totaal 64 zetels te verdelen. In de nieuwe gemeente Westerkwartier is dat aantal 33. Ook hier is het dus niet gek dat partijen zetels verliezen. 
Winst in zetels én in percentage
VZ Westerkwartier, 50 Plus en Sterk Westerkwartier zijn de grote winnaars van de verkiezingen. Sterk Westerkwartier en 50 Plus deden vier jaar geleden niet mee en weten wel zetels te behalen. VZ2000 en Gemeentebelangen Marum (nu VZ Westerkwartier) haalden in 2014 samen zes zetels (met ruim zeven procent van de stemmen) en doen dat dit jaar weer (met ruim zeventien procent van de stemmen). Een knappe prestatie als je bedenkt dat het totaal aantal gemeenteraadszetels dus is afgenomen.
Verlies in zetels, winst in percentage stemmen
GroenLinks is de enige partij die méér stemmen wisten te trekken, maar die dat niet in meer zetels uitbetaald ziet worden. Ze verliezen er in totaal twee, wat volledig komt doordat er simpelweg minder zetels te verdelen zijn.
Verlies in zetels groter dan verlies in percentages
De overige partijen die zetels verloren, verloren ook stemmen. 
Tekst verder onder diagram

Het Hogeland

In Het Hogeland hebben feitelijk alle partijen aan zetels verloren. Dat komt omdat de vier huidige gemeenten in totaal 62 zetels hadden te verdelen, terwijl dat nu meer dan gehalveerd is tot 29 zetels. Het zorgt ervoor dat de onderlinge verhoudingen vergeleken met 2014 niet zo heel veel verschillen. Grootste verliezer is D66, omdat de partij in de nieuw te vormen gemeenteraad niet vertegenwoordigd is en ook de PvdA en de VVD zien het percentage stemmen dalen met meer dan twee procentpunten.  
Opvallend is het CDA. In de vier gemeenten had de partij gezamenlijk veerien zetels (behaald met in totaal 19,5 procent van de stemmen). Nu krijgt het CDA maar zes zetels, met ruim achttien procent van de stemmen. Een klein verlies qua percentage, een groot verlies in zetels. Ook hier is de verklaring voor een groot deel dat er simpelweg minder zetels te verdelen zijn in de nieuwe gemeente Het Hogeland.

Stem in 'oude' Groningen telt zwaarder, in de andere 'oude' gemeenten niet

Omdat er in alle gemeentes in totaal minder zetels te verdelen zijn dan in 2014, toen er nog geen herindeling was, is in alle gemeenten het aantal stemmen dat nodig is voor één zetel (de kiesdeler) hoger geworden. Dat betekent dat jouw individuele stem feitelijk minder zwaar meetelt dan vóór de herindeling.
Neem bijvoorbeeld de gemeente Ten Boer. In 2014 had een partij 277 stemmen nodig om één zetel te krijgen in de gemeenteraad. In Haren was in 2014 de kiesdeler 651 stemmen. In de nieuwe gemeente Groningen is deze zogenoemde kiesdeler fors hoger. Om één zetel te bemachtigen waren nu ruim 1.800 stemmen nodig.
Enige uitzondering in de provincie is de huidige gemeente Groningen. Daar is een stem juist zwaarder gaan meetellen. In 2014 waren er in Groningen ruim 2.200 stemmen nodig voor één zetel. In de nieuwe gemeente is dat dus ruim 1.800. Overigens was dit ook het geval als er geen  herindeling zou zijn geweest. Omdat de Stad naar meer dan 200.000 inwoners is gegaan was het aantal raadszetels in de stad ook zonder herindeling naar 45 zetels gegaan. Ook speelt een rol dat de opkomst lager is dan vier jaar terug.
Update 23 november 2018: In een eerdere versie van het artikel werd de suggestie gewekt dat de verlaging van de kiesdeler komt door de herindeling. Zowel de herindeling als een lagere kiesdeler is een feit, maar de lagere kiesdeler is niet direct aan de herindeling toe te schrijven.