Vastgoed-echtpaar veroordeeld voor smeergeld datacenter Google Eemshaven

© Jos Schuurman/FPS
Vastgoedondernemer Rudy S. en en zijn vrouw zijn veroordeeld tot taakstraffen en voorwaardelijke celstraffen voor het omkopen van een Amerikaanse medewerker van Google. Inzet waren datacenters van Google in de Eemshaven en Groningen.
S. kreeg een voorwaardelijke celstraf van negen maanden met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van 240 uur; zijn vrouw een voorwaardelijke celstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van 180 uur. 

590.000 euro

De rechtbank in Zwolle acht bewezen dat de 62-jarige S.en zijn 52-jarige vrouw in 2009 €590.000 smeergeld hebben betaald aan een strategisch onderhandelaar van Google die een belangrijke rol speelde bij het bouwen, kopen of huren van datacentra. 

Huurcontract

De zaak draait om de twee datacenters van Google in Groningen en de Eemshaven. Die datahotels waren eigendom van het vastgoedbedrijf TCN, waarvan S. topman was. Door smeergeld te betalen zouden de huurcontracten jarenlang worden verlengd.
Daardoor werd de waarde van de datahotels een stuk hoger. TCN had daar veel belang bij, omdat het destijds in financieel zwaar weer verkeerde en het datacenters wilde verkopen.  

Strafzaak in de VS

De medewerker van Google en een handlanger hadden twee overzeese firma's op de Bahama's en het Caribische eiland Dominica opgericht om de steekpenningen te ontvangen. 
De beide Amerikanen  hebben in een strafzaak in de Verenigde Staten bekend dat ze de steekpenningen van S. en zijn vrouw hebben witgewassen. Deze bekentenissen werden ook in de Nederlandse strafzaak gebruikt. 

Lager dan de eis

De rechtbank rekent S. de strafbare feiten in het bijzonder aan omdat hij zich in het verleden altijd geprofileerd heeft als een integere vastgoedhandelaar, het geweten van de vastgoedbranche. 
De straf is lager dan de eis van officier van justitie. Die had in september 21 maanden cel tegen S. geëist, en 15 maanden tegen zijn vrouw.
Maar volgens de rechtbank is een deel van de omkoping  verjaard. Bovendien is volgens de rechtbank niet gebleken dat S. en zijn vrouw uit waren op persoonlijk financieel gewin. Ook speelt mee dat beiden geen strafblad hadden. 

Hoger beroep

'De opgelegde straf is beter dan een onvoorwaardelijke celstaf',  zegt advocaat Carolien Noorduyn die namens S. en zijn vrouw bij de uitspraak aanwezig is, 'maar het is wel een bittere pil. We hadden gehoopt en gerekend op vrijspraak en gaan dan ook in hoger beroep'.