Zuidoost-Groningen was de droogste plek van de provincie

Het neerslagtekort in onze provincie was deze zomer het grootst in het zuidoosten en in de buurt van Leek. Dat blijkt uit onderzoek van het KNMI.
De cijfer tonen aan dat er landelijk een gemiddeld neerslagtekort van 309 millimeter was, gemeten tussen april en oktober. Hiermee staat 2018 op plek 5 als het gaat om droogste jaren sinds de start van de metingen in 1906.

Zuidoosten het droogst

De langwerpige strook land tussen Sellingen, Bourtange en Bellingwolde kleurt ook donkerrood op de interactieve kaart van het KNMI. Hier bedroeg het tekort zo'n 340 tot 350 millimeter.
In de buurt van Ter Apel was het neerslagtekort iets kleiner, rond de 325 mm. In de omgeving van Leek, Zuidhorn en Grijpskerk kwam het tekort uit tussen de 320 en 326 mm.
Rond het Schildmeer en in de buurt van Delfzijl was het tekort het laagst in onze provincie.

Timelaps: hoe roder, hoe droger

Met behulp van de interactieve kaart van het KNMI hebben we de ontwikkeling van de droogte in beeld gevangen. Bekijk de timelaps hieronder.

Eens in de dertig jaar

Van droogte is sprake als het een lange tijd minder regent dan normaal in combinatie met een grote verdamping. De droogte van 2018 komt volgens het KNMI eens in de dertig jaar voor.
'Over de afgelopen eeuw hebben de toename in regen in de zomer en de verdamping door warmere en zonniger zomers elkaar gecompenseerd en is er geen trend in droogte te zien.'
Het is overigens nog steeds allebehalve nat, want het gemiddelde neerslagtekort ligt landelijk nog op 296 mm.

Droger of juist natter?

Het broeikaseffect wordt door het weerinstituut niet primair als oorzaak gezien. 'Uit klimaatonderzoek komt naar voren dat het zuiden van Europa droger wordt en het noorden natter. Nederland zit daar precies tussenin en dat betekent dat het nog beide kanten op kan gaan.'