'Mussen hebben behoefte aan spinnen en insecten, geen patat'

© Flickr/Dave H (Creative commons)
Een stedelijke omgeving is niet gezond voor de huismus, bljikt uit onderzoek van de Groningse universiteit. Het aantal mussen loopt al tientallen jaren terug.
En dat terwijl de huismus wordt beschouwd als een soort die zich optimaal heeft aangepast aan menselijke omgevingen zoals de stad. Nu blijkt dat de vervuiling en ook de kwaliteit van het eten dat de mussen hier vinden mogelijke oorzaken zijn van die achteruitgang.

Dakpannen


Ornitholoog Simon Verhulst ziet dat het aanpassingsvermogen van de huismus niet zo snel is als de veranderende omgeving.
'Hierdoor zijn de omstandigheden het ene moment gunstiger dan het andere. Bijvoorbeeld de betere isolatie van daken. Daardoor is het moeilijker voor mussen om onder de dakpannen te nestelen.'

Wel insecten, geen patat

Naast de nadelige effecten van bijvoorbeeld uitlaatgassen op de leefbaarheid is ook de kwaliteit van het voedsel een oorzaak van de achteruitgang, stelt Verhulst.
'Dat zien we vooral in de broedtijd. De jongen hebben specifiek voedsel nodig, veel spinnetjes en insecten en geen patat. Dus dat is een belangrijke factor: geen goed eten voor de jongen.

Groene ruimte

Vraag is hoe 'wij' de huismus een handje kunnen helpen. Een eenduidig antwoord heeft Verhulst niet. 'Zorg voor ruimte onder dakpannen, dat is in ieder geval een ding', stelt hij.
'En ontzettend veel tuinen worden helemaal betegeld, dat is een enorm verlies. De hoeveelheid groene ruimte is een hele belangrijke.'