Column: Point of no return

© RTV Noord
'Kijk eens pap, als we overstappen naar die kassa, zijn we veel eerder aan de beurt'. 'Nee. Ik heb nu eenmaal voor deze rij gekozen, we blijven hier gewoon staan.' 'Maar we wachten nou al een kwartier!' 'Daarom juist.' 'Maar…' 'Mond houden!'
Ziehier in al zijn schrijnende eenvoud het dilemma rond het point of no return. In een rationele wereld is dat punt bereikt als de weg terug langer is dan de weg die voor je ligt, maar in werkelijkheid spelen er allerlei psychologische factoren een rol, waarvan trots de belangrijkste is. Toegeven dat je verkeerd gekozen hebt, doet pijn. Dan maar wat langer wachten. En dat eigenwijze, betweterige zoontje is nog te jong om de Waarneming van Etorre ('De andere rij gaat sneller') in haar volle betekenis te begrijpen.
Want als je zou overstappen, zou je achter een klant belanden die, eenmaal aan de beurt, nog even snel terug de winkel in moet voor een fles wasmiddel, vergeten is de bananen af te wegen, contant wil betalen en het muntgeld uit haar portemonnee laat rollen, te weinig geld bij zich blijkt te hebben, haar pincode is vergeten, in discussie gaat over een vermeende bonusaanbieding, een bonnetje, zegels én spaarpunten wil en dan een hartaanval krijgt. Volkomen verdiend, maar het schiet niet op. Verbitterd moet je toezien hoe de man die net achter je stond inmiddels met zijn boodschappen de winkel uit loopt.
Ook overheden worstelen geregeld met dat dilemma. Stoppen of doorgaan. Projecten die bodemloze putten blijken te zijn, zoals de zuidelijke ringweg, wegen die het moeras in leiden, zoals de versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied en afgelopen week weer eens de martelgang rond Groningen Airport Eelde, die zich, zoals Carmiggelt ooit verwoordde, voortsleept als een vliegje waaraan stoute jongetjes een stukje kauwgom hebben vastgeplakt.
De aandeelhouders hebben laten weten dat ze geen extra geld meer in het noodlijdende vliegveld gaan steken en dat ook de beloofde investeringen uitblijven als er geen zicht is op nieuwe lijndiensten naar de zogeheten hubs, zoals Kopenhagen en München. Ze hebben geen geduld meer met het sussende praatje: 'Als jullie nog héél even geduld hebben en nog een paar miljoen extra investeren, dan komt het allemaal goed met het vliegveld.'
Ze laten zich door het eigenwijze zoontje, dit keer vertolkt door verkiezingswinnaar GroenLinks, meetrekken naar de andere rij, die voor een snelle trein, een tram en natuurlijk heel veel fietsen, want tjongejonge wat is dat gezond en schoon, vooral in de druilregen. Vliegen gaat alleen wel sneller.
Overheden wisselen vaak van rij, en dat moet ook, want omstandigheden veranderen en er is ook nog zoiets als voortschrijdend inzicht. Dat dat leidt tot kapitaalvernietiging hoort er nu eenmaal bij. Maar in het geval van Groningen Airport Eelde is het wel een beetje jammer. Na het eindeloze wachten op de baanverlenging en de vele miljoenen die er al in zijn geïnvesteerd zou je zeggen dat het point of no return allang bereikt is: net als bij de Eemshaven, die er ook tientallen jaren stilletjes bij heeft gelegen, is doorgaan op de ingeslagen weg, zonder al te hoge verwachtingen per saldo goedkoper dan de hele investering wegsmijten. En daarbij heeft het vliegveld één groot voordeel: er staan in elk geval geen rijen.