Wethouder: 'Gevonden schuilkelder openhouden is te duur'

De plek van de opgraving
De plek van de opgraving © Martin Drent/RTV Noord
Het conserveren van de onlangs blootgelegde waterkelder in Delfzijl kost zo een half miljoen euro. 'Dat is voor ons te duur', zegt wethouder IJzebrand Rijzebol (CDA).
Enkele weken geleden zijn restanten van de Grote Kazerne uit de tijd van Napoleon gevonden in het centrum van de havenstad.
Eén van de waterkelders is in de Tweede Wereldoorlog gebruikt als schuilkelder. Hij is nog grotendeels intact.

Doorheen blijven lopen

De gemeente wil de kelder opvullen met speciaal zand, omdat er een dijklichaam overheen komt. Zo blijft hij ondergronds behouden. Lijst Stulp, de Seniorenpartij en GroenLinks vinden dat zonde en willen de restanten van de kelder toegankelijk houden voor publiek.
'Hier komen toerisme, geschiedenis en cultuur samen. Dit worden de hangende keukens van Delfzijl', zegt Lijst Stulp-raadslid Siewert van der Zweep.
Tekst gaat verder onder video.

Instortingsgevaar

Volgens wethouder IJzebrand Rijzebol is dat - mede gezien de kosten van het conserveren - zeer onverstandig:
'Het gewelf van de kelder is instabiel. Bij een flinke regenbui zou hij wel eens kunnen instorten. Dat moeten we bij zo'n bodemschat beslist volkomen, daar zijn wereldwijd afspraken over gemaakt. Daarom moeten we hem zo snel mogelijk opvullen met zand.'
Wel gaat de gemeente haar best doen om aan de bovenkant zoveel mogelijk te laten zien van de restanten: 'We hebben foto's gemaakt, we hebben er met een drone overheen gevlogen. We maken er echt iets moois van', belooft Rijzebol.
De PvdA pleitte ervoor aan de bovenkant zoveel mogelijk van de contouren van de kazerne te laten zien. Daar was een meerderheid van de raad het mee eens.
Wethouder Rijzebol was al van plan om er meer mee te doen: 'We hebben foto's gemaakt, we hebben er met een drone overheen gevlogen. We maken er echt iets moois van.'