'Als je hangjongeren een alternatief biedt, zorgen ze voor minder overlast'

Met tranen in zijn ogen staat Peter Bruinewoud in mei vorig jaar voor de ingang van zijn buurtspeeltuin. Voor de zoveelste keer is het terrein doelwit geworden van vandalisme. Nu moet de jaarlijkse kermis eraan geloven.
De gesloopte draaimolen, gestolen geweren en vernielde schiettent zijn de druppel voor Bruinewoud, al 15 jaar voorzitter van Buurt- en Speeltuinvereniging De Hoogte.

Bezoek burgemeester

Bij de gemeente Groningen gaan op dat moment de raderen draaien. Onder anderen burgemeester Peter den Oudsten, wethouder Roeland van der Schaaf en het Openbaar Ministerie brengen een bezoek aan de speeltuin.
'Ik voelde me erg serieus genomen', blikt Bruinewoud terug. 'Toen ik hen liet zien waar een tijdje terug kapotte bierflesjes in het zand onder de glijbaan waren gezet, werd ik er weer emotioneel van.'
Iedereen kent de daders. Maar als je iemand beschuldigt, heb je zelf de ramen eruit liggen
Peter Bruinewoud - Voorzitter speeltuinvereniging

Weinig klachten

Tijdens dat bezoek vroeg de burgemeester zich af waarom er zo weinig klachten uit de buurt kwamen. Het antwoord op die vraag is simpel, zegt Bruinewoud.
'In De Hoogte klaagt men niet over elkaar. Iedereen kent de daders, maar bewijs voor hun acties is er niet. En als je iemand beschuldigt, heb je zelf de ramen eruit liggen.'

De straat op

Om de overlast te bestrijden werd een heel pakket maatregelen ingezet. Zo ging jongerenwerk de straat op om te praten met mogelijke onruststokers en deed de politie extra rondes in de wijk. Ook werd het speeltuinterrein minder 'aantrekkelijk' gemaakt voor hangjeugd. Zo is de verlichting verbeterd en de heg gesnoeid voor een beter zicht op de speelplaats. Ook komen er ijzeren 'rommelvangers'.

Hek met bewakingscamera's

Maar de meest ingrijpende maatregel is de plaatsing van een hek, voorzien van een bewakingscamera. Daardoor is vanuit het buurtgebouw te zien wie het terrein op komt. Naast het hek komt een sluis voor voetgangers.
'Want een volledige afsluiting wil ik niet', zegt Bruinewoud. 'Je mag er best zijn om te chillen, maar maak er niet zo'n bende van. Kinderen moeten hier veilig kunnen spelen. Wat als er iemand tegen een scooter aankomt? Daar ben ik uiteindelijk wel verantwoordelijk voor.'
Als je jongeren positieve dingen te doen geeft, zorgen ze minder voor overlast
Nienke Alkema - Gebiedsmanager oude wijken

Praten met jongeren

Maar een hek is niet heilig. Na de plaatsing zou de groep zomaar eens ergens anders in de wijk rotzooi kunnen trappen. Aan jongerenwerkers de taak ze op andere gedachten te brengen. Hoe? 'Door ze een alternatief te bieden', zegt Nienke Alkema, die als gebiedsmanager van de gemeente onder meer in De Hoogte werkt.
'Als je jongeren positieve dingen te doen geeft en een beter perspectief beidt, zorgen ze minder voor overlast. Dan zijn ze immers al met andere dingen bezig. Dat is het centrale thema in onze sociale wijkvernieuwing in de Hoogte en Indische Buurt. Maar daarbij moet je wel de juiste snaar raken.'

Plus Min Mee

Dus: zorg voor een leuke alternatieve bezigheid en je probleemjongeren laten hun streken thuis. Dat lijkt op het eerste gezicht wat naïef. Want laat een stoere knaap of meid zich daar wel toe verleiden zonder imagoverlies te lijden?
Alkema begrijpt de twijfels, maar wijst op successen elders in de stad. Die werden geboekt dankzij de 'Aanpak problematische jeugdgroepen' van de gemeente, gericht op vijf jeugdgroepen in de stad Groningen. Om die jongeren in toom te houden, gebruikt de gemeente de 'Plus Min Mee'-methode.

Hoe werkt de Plus Min Mee-methode?

Bij de aanpak van problematische jeugdgroepen werkt de gemeente nauw samen met de politie en het Openbaar Ministerie. Alles draait om groepsgedrag en groepsdynamiek. Groepsleden worden op de voet gevolgd om in kaart te brengen wie de positieve en negatieve kopstukken zijn en welke leden alleen maar meelopen. Dat gebeurt door een 'groepsscan' van de politie.
Die informatie is de basis voor een plan van aanpak. Daarin staat beschreven welke interventies er nodig zijn om de jeugdgroep aan te pakken.

Preventieve werking

Van de methode gaat een preventieve werking uit. Daarmee moet zwaardere jeugdhulp worden voorkomen.
De Plus Min Mee-methode wordt sinds januari 2017 getest in de wijken Padddepoel/Selwerd en Beijum, waar in totaal vier problematische jeugdgroepen actief waren.

Voetballen als verzetje

Dat de methode kan werken, laat de ervaring in Paddepoel zien. Daar hebben interventies ervoor gezorgd dat probleemjongeren aan het sporten zijn geslagen, blijkt uit een evaluatie van de methode in juni 2018.
'Bijna alle jongeren voetballen meerdere keren per week bij de sportactiviteit van het jongerenwerk.' Daarnaast worden acht gezinnen intensief begeleid door een 'regievoerder' van de gemeente. Op het momentvan de evaluatie is het daardoor 'relatief rustig' in de wijk.

Toch weer mis

In de dagen voor de jaarwisseling ging het toch weer mis in Paddepoel. Relschoppers bekogelden brandweerlieden met vuurwerk en vernielden een politieauto. De politie hield veertien verdachten aan.
'De helft van de groep relschoppers betrof jeugd uit de wijk zelf', laat een politiewoordvoerder weten. 'De andere helft kwam uit andere wijken of zelfs van buiten de stad.'

Wisselend succes in Beijum

Ook in Beijum baart een jeugdgroep de gemeente zorgen. En daar heeft de methode wisselend succes. 'Hoewel de aanpak bij een deel van de jeugdgroep aanslaat, vinden er nog steeds ernstige voorvallen plaats waarbij sommige leden van deze jeugdgroep betrokken zijn', meldt de gemeente.

Moeilijk aanspreekbaar

Zeker niet overal wordt dus direct - en blijvend - resultaat geboekt. Dat blijkt ook uit een groep van 43 jongeren in Lewenborg die maar niet tot de orde geroepen kan worden. Volgens de gemeente zijn de jongeren 'moeilijk aanspreekbaar op hun gedrag. Dit geldt ook voor sommige ouders.'
De nacht voor de kermis gaan we in groepjes surveilleren
Peter Bruinewoud - Voorzitter Speeltuinvereniging

Toepassen in De Hoogte

De jongeren in De Hoogte vormen officieel weliswaar geen 'jeugdgroep', maar volgens Alkema kunnen onderdelen van de beschreven aanpak er wel toegepast worden.
'Kijk naar de opbouw van zo'n groep jongeren. Wie heeft er een positieve rol en wie gedraagt zich vooral negatief. Die groepsdynamiek is heel belangrijk.'

Waken over de kermis

Ondertussen is het de laatste tijd rustig in De Hoogte, maar Bruinewoud houdt zijn hart vast. 'Zodra de dagen langer worden, begint de ellende meestal weer.'
Zeker is dat er in mei 'gewoon' weer een kermis in zijn speeltuin georganiseerd wordt. Maar of de jongeren zich dan gedeisd zullen houden? Hij durft het er niet op te gokken.
'De nacht voor de kermis gaan we in drie groepjes surveilleren. Als we allemaal twee diensten draaien, moet het goedkomen.'