Maartenscollege haalt de toekomst binnen met nieuw vak

Scholieren moeten niet alleen terugkijken met lessen geschiedenis, maar vooral ook vooruit. Dat vindt het Maartenscollege in Haren, dat daarom begint met het nieuwe vak 'Toekomst'.
Doel is leerlingen klaarstomen voor de snel en continu veranderende maatschappij. In het vak leren ze daarom éénentwintigste eeuwse vaardigheden. Dat zijn volgens docent Willem Nanning vaardigheden als creativiteit, probleemoplossend vermogen en flexibiliteit.

Zelf doen

Het vergt een nieuwe manier van onderwijs. 'Tot nu toe is het onderwijs gericht geweest op de oplossing die door de docent of door de methode werd aangedragen. Als ze het zelf moeten uitzoeken ontstaat er een diversiteit in uitwerkingen en resultaten.'
De huidige maatschappij vereist nou eenmaal die nieuwe onderwijsaanpak, vindt Nanning, omdat veel beroepen zullen verdwijnen. 'Je moet leerlingen bedienen op de nieuwe skills die ze nodig hebben.'

Googelen

Brugklassers op het Maartencollege volgen nu al het vak onderzoek en media, de voorloper van 'het vak van de toekomst'. Klas 1P leert op dit moment hoe ze digitiale leermiddelen online kunnen vinden, die ze kunnen gebruiken bij hun andere vakken.
Googelen blijkt nog niet zo makkelijk; leerlingen verdrinken soms in het wereld wijde web. 'Het is een enorm woud met allemaal resultaten. Ze komen dan niet verder met zo'n pagina.'

Hulpmiddel

Dit soort oefeningen komt ook in het nieuwe vak Toekomst terug. Het vak moet in dienst staan van alle andere vakken, zoals bijvoorbeeld wiskunde. Nanning: 'Stel, je wil de stelling van Pythagoras leren aan de klas en een deel van de klas snapt het niet helemaal. Je zou ze dan op internet kunnen laten zoeken naar bijvoorbeeld filmpjes met uitleg over de stelling.'
Die filmpjes kunnen ze bij de wiskundeles presenteren aan de rest van de klas.
Het vak toekomst is minder futuristisch dan het klinkt; zo ontwerpen leerlingen niet zelf een robot bijvoorbeeld. 'We willen ze vooral de mentale tools geven om in de nieuwe wereld mee uit de voeten te kunnen. Dat ze er met een open vizier naar kijken.'