Column: Draagvlak

© RTV Noord
De grootst mogelijke onzin kan grammaticaal volkomen correct zijn. 'De baby at de hond op.' Een leraar Nederlands mag het wartaal vinden, maar hij kan het niet fout rekenen. Op dezelfde manier kijkt de Raad van State naar bestuursrechtelijke kwesties. Het gaat om vorm, niet om inhoud.
En zo zagen de staatsraden afgelopen week vermoeid hun zittingszaaltje volstromen met tientallen Groningers, die bezwaar maakten tegen 27 enorme windmolens in hun voor- of achtertuin. De Raad van State was hun laatste strohalm. Begrepen de burgers het dan nooit? 'Het gaat er dus niet om of u gelijk hebt, dat die windmolens veel beter ergens anders kunnen staan, dat u er misschien wel ziek van wordt en dat dat windpark uw leven verpest. Wij kijken alleen of het Rijk en de plannenmakers zich aan de spelregels hebben gehouden. Dat er geen draagvlak voor het windpark is, doet er hier niet toe.' Dat was, vrij vertaald, de boodschap die rechters meteen maar even meegaven aan de zaal. Toch wel een soort spoiler: 'Jongens, we gaan een bloedstollende film kijken, maar jullie moeten vooral goed op de belichting en het kleurgebruik letten. O ja, en hij loopt slecht af. Veel plezier.'
Zoals die leraar Nederlands alleen maar afkeurend zijn hoofd schudt als een leerling met koeienletters KUD op het schoolbord heeft geschreven en het woord snel verbetert, zo kijkt de Raad van State nauwkeurig of overheden de daartoe strekkende formaliteiten wel in acht hebben genomen. Aldus kunnen korenwolven, vleermuizen, vormfouten en slordigheden de aanleg van woonwijken en wegen tegenhouden of vertragen, waar inhoudelijke argumenten dat niet kunnen. Daardoor zijn de uitspraken van de Raad van State altijd weer een verrassing, maar wel moeilijk te begrijpen voor de burger. Alsof je op het politiebureau te horen krijgt: 'Goh, iemand heeft dus de kop van uw vleermuis afgezaagd. Maar had hij wel veiligheidshandschoenen aan? En was de zaag gekeurd?'
De Raad van State kan niks met het begrip 'draagvlak'. Maar de Raad weet natuurlijk heel goed dat de strijd tegen dat windmolenpark, eerst gepland langs de N33, nu grotendeels bij Meeden, al jaren duurt. 'Windmolenterroristen' hebben al allerlei verre van ludieke acties gevoerd, tot en met het achterlaten van asbest op percelen van boeren die geld gaan verdienen aan die molens. Ze zijn zo boos dat ze niet beseffen dat ze er beter wat korenwolven of rosse woelmuizen hadden kunnen rondstrooien. Het draagvlak voor windmolens is in Meeden nog dunner dan vloeipapier.
Draagvlak is dus een gepasseerd station, maar het is goed om te beseffen dat de jarenlange procedure daar wel degelijk even stil is blijven staan. Want het is de politiek die daar een afweging in heeft gemaakt. Het rijk heeft besloten dat de windmolens er moesten komen en de provincie heeft in 2014 voorgesteld om dat dan maar grotendeels boven Meeden te doen. Provinciale Staten gingen daarmee akkoord ondanks al het protest. Niks meer aan te doen. Over een maand zijn er weer Statenverkiezingen, voor wie zijn gram liever in het stemhokje haalt dan met het rondstrooien van asbest.
Het is jammer dat de Raad van State zo verkeerd begrepen wordt. Formeel doet de Raad precies wat hij moet doen, maar hij kan blijkbaar wel een steviger draagvlak bij de burger gebruiken. Dat moet dan natuurlijk wel volgens de regels worden gebouwd. Dus zonder tropisch hardhout, asbestvrij en met een slaaphoekje voor de vleermuizen.