Afhandeling gevolgen containerramp in centrale handen

© Jeroen Berkenbosch/RTV Noord
De verdere afhandeling van de gevolgen van de overboord gevallen containers in de Waddenzee, gebeurt vanaf nu door het Bestuurlijk Wadden Overleg (BWO).
Het BWO bestaat uit de directeuren van de veiligheidsregio's Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord, Rijkswaterstaat, de Kustwacht en drie burgemeesters uit de betrokken regio's.

Regiecollege Waddengebied

Bij de afhandeling gaat het om de berging van de containers en hun inhoud, de schaderegeling en ook het opruimen en schoonmaken. Voor de ecologische gevolgen op lange termijn wordt een andere instantie verantwoordelijk: het Regiecollege Waddengebied (RCW).
Binnen dat RCW werken Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven, natuurorganisaties en de wetenschap samen onder leiding van de Commissaris van de Koning in Fryslân.
Woensdag werd bekend dat er geen 291, maar zeker 345 containers van van de MSC Zoe zijn gevallen. De afhandeling van alles wat daarmee samenhangt gaat dan ook lang duren, verwacht het BWO.
Intussen is de crisisorganisatie niet meer nodig. Met ingang van woensdag is afgeschaald van de zogeheten GRIP 4 situatie naar GRIP 0. Het feit dat er nog meer containers in de Waddenzee liggen maakt de aanpak ervan en de onderlinge afstemming niet anders, aldus het BWO.