Door de mand: Kees kijkt uit naar Kids United (en bruin fruit)

© RTV Noord
Na afloop van thuisduels van Donar en FC Groningen volgen analyses én hapjes. In de skyboxen van MartiniPlaza en de Euroborg lopen obers met schalen bruin fruit; gefrituurde frikandellen, vlammetjes, kaassoufflés en nasi- en bamischijfjes.
De bezoekers praten na over de wedstrijd met een te hete bitterbal in de mond, die wordt geblust met een slok bier of een lauw wit wijntje. Hoe dan ook hoort dit fenomeen, de schaal met hapjes, bij de rituelen na afloop van sportwedstrijden in Groningen. Sterker nog, ik denk dat dit ook in Holland gebeurt. 
Donderdag werd Wouter Gudde als nieuwe algemeen directeur van FC Groningen gepresenteerd. Na afloop van de persconferentie liep RTV Noord-verslaggever Stefan Bleeker richting de opvolger van Hans Nijland. Bleeker had in zijn ene hand de karakteristieke oranje RTV Noord-microfoon en in zijn andere een schaal met hapjes. Hij werd gevolgd door een draaiende camera. Het was tijd voor een ludiek item. 
Gudde stond in een hoekje van de skybox in een één-op-één-gesprek. Hij droeg een groen-witte FC Groningen-shawl om zijn nek. In de skybox was het 33 graden. In de schaduw. Toch droeg Wouter de FC-shawl met trots. Hij had net een goede indruk achtergelaten in het officiële gedeelte. Jonge, ambitieuze vent, rechttoe rechtaan.
Nu nog woorden, hopelijk straks daden. Hij was wel blij dat het officiële gedoe erop zat. Blijft toch spannend. Het gevreesde sportjournaille van het noorden kon een nieuweling maken en breken, maar Gudde had een verpletterende indruk achtergelaten. En toen kwam Bleeker. 
'Ik heb een Groninger delicatesse voor je meegenomen, de eierbal.' Gudde kijkt bedenkelijk naar de schaal waarop grote bruine hompen bruin fruit liggen. 'En? Is-ie lekker?' vraagt Gudde. 'Ja, ik vind hem lekker,' antwoordt Bleeker. 
'Geen grap dat er ineens wat uitspringt hè?,' zegt Wouter, terwijl hij een voorzichtig hapje neemt. Stefan kijkt gespannen toe. Opeens heeft Wouter geen hete aardappel, maar een hete korst paneermeel in zijn Rotterdamse muil. Bleeker is streng. 'Er moet eigenlijk ook een hap ei bij.' 
Gudde probeert beleefd te bedanken. 'Als je het niet erg vindt, laat ik het hier bij. Ik vind 'm niet vies, maar ben niet zo van de vette hap.'
Bleeker toont zich een terriër. 'Maar u heeft het ei nog niet geproefd. Het is een echte Groninger delicatesse. Ik denk niet dat je een goede beurt maakt als je 'm nu al weg legt.' Wat een lul met vingers, zie je Gudde denken. Heb ik weer. Zo'n journalistje die over mijn rug wil proberen te scoren.
Met lange tanden neemt hij nog een klein hapje paneermeel met ei, waarna hij de afgekloven Groningse delicatesse met een beleefd 'dank je' weer terug legt op de schaal. 'Moeten we het hierbij laten?', vraagt de verslaggever. 'We laten het hierbij', zegt de nieuwe directeur. 'Dank je.'
Ik had met Gudde te doen. Toch had-ie beter vol in de aanval kunnen gaan. Direct laten merken wat je van iets vindt. Toen een piepjonge Ronaldo (de sympathieke) net bij PSV speelde, nam Harry Vermeegen hem mee naar Volendam voor ook zo'n ludiek tv-item. Harry liet Ronaldo haring eten. Ronaldo nam voorzichtig een hapje, begon te kokhalzen en kotste de rauwe vis achter de viskraam op straat. Boodschap duidelijk. Don't fuck with Ronaldo. 
Moest bij het zien van het filmpje van de eierbal etende Gudde ook ineens weer denken aan mijn eigen capriolen op 'uniek eetgebied'. In Ecuador staat gefrituurde cavia gelijk aan de Groningse eierbal. Plaatselijke delicatesse.
Tijdens een mooie vakantietrip in 1999 belandden we met een Nederlands reisgezelschap in een vaag eettentje in de hoofdstad Quito, waar ik me liet opnaaien door de reisgids. Binnen een minuut had ik de cavia verorberd. Smaakte naar kip.
Toen de hele tafel begon te klappen, pakte ik het hoofdje van het knaagdier en slurpte de hersenen naar binnen. Smaakte naar cavia-hersenen. Ik had voorgoed respect afgedwongen. Ergo: als nieuwkomer ga je in een nieuwe omgeving met plaatselijke gewoontes óf vol in de aanval óf vol in de tegenaanval. 
Marco van Basten was als coach van sc Heerenveen een twijfelkont. Hij murmelde voor aanvang van de thuiswedstrijden het Fryske folksliet mee. Fout. Of je zingt uit volle borst mee of je houdt wijselijk je mond. Ik had het wel geweten. 
In de jaren '80 speelden we namelijk met Nic.1 in Jubbega tegen Wordt Kwiek. Expansiehal. Ook daar voor aanvang het Friese volkslied. En terwijl na het voorstellen van de ploegen het Friese versje werd gespeeld en de bomvolle hal uit volle borst begon mee te blèren, gingen wij Groningers verder met de warming-up. Tegenaanval. Werd niet echt op prijs gesteld. 
Iets anders. Iets geheel anders. Vrijdag werd bekend dat Kids United, de voetbalclub uit Stad voor kinderen en jongeren met een beperking, onder de vlag van FC Groningen gaat meespelen in de Bijzondere Eredivisie. Die nieuwe competitie is in het leven geroepen door de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK). FC Groningen heeft Kids United enkele jaren geleden geadopteerd. Waarschijnlijk gaan er acht eredivisieclubs meedoen aan de competitie. In september zijn de eerste wedstrijden. 'Hartstikke leuk', zegt Onno Kukler van Kids United.
Hartstikke gaaf natuurlijk voor die kids van United. En voor hun ouders. Tot voor een half jaar geleden woonde ik bij een echte Kids United-speler in de straat. Niels heet hij, beter bekend als de Messi van Engelbert. Voor zijn eerste training, een paar jaar geleden, kwam hij voetbalschoenen lenen van mijn oudste zoon, die op dat moment in de D2 van Engelbert speelde. 
'Dus Niels, jij gaat bij FC Groningen voetballen', zei ik. 'Mooi man'. 'Ja', antwoordde onze buurjongen, terwijl hij oude voetbalschoenen van Toon aan het passen was. 'Ik heb ze gisteren op televisie gezien en ik denk dat ze wel wat hulp kunnen gebruiken.'
Zo hoort het. Vol en eerlijk in de aanval in een nieuwe omgeving, de Bijzondere Eredivisie. Come on Kids United. Op naar de bitterbal.