RUG-onderzoekers grijpen naast prestigieuze beurs: 'De concurrentie is moordend'

RUG grijpt naast miljoenen voor Vici-beurzen
RUG grijpt naast miljoenen voor Vici-beurzen © Marco Derksen/Flickr Creative Commons
Groningse onderzoeken kunnen dit jaar niet rekenen op een zogeheten Vici-beurs. Dat is een prestigieuze onderzoeksfinanciering die per wetenschapper 1,5 miljoen euro extra in het laatje brengt.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kende dinsdag 32 van de 239 aanvragen goed. Maar dus niet één uit Groningen.

Teleurstelling voor onderzoekers

Wie denkt dat die klap hard aankomt, heeft het mis. 'Dit is toeval', zwakt René Veenstra de uitkomst van de aanvraagronde af. Veenstra is hoogleraar socologie aan de RUG en begeleidt onderzoekers die een dergelijke beurs aanvragen.
'Natuurlijk is het voor de individuele onderzoekers een gigantische teleurstelling. Maar gemiddeld kan de RUG elk jaar rekenen op drie à vier Vici's. In 2015 waren dat er zelfs zes, wat exceptioneel hoog was. We zitten er dus vaak goed bij, dus op de lange termijn is dit niet zo erg. Bovendien doen we het goed met de Spinozapremies en hebben we natuurlijk een Nobelprijs gescoord.'
Om die beurs binnen te slepen, moet je op de toppen van je kunnen presteren
René Veenstra - Hoogleraar sociologie

Moordende concurrentie

Dat de teller dit jaar op nul blijft staan, baart Veenstra geen zorgen. Toch kunnen er mogelijk lessen uit getrokken worden.
'Kijk, de concurrentie in Nederland is moordend. Al onze universiteiten behoren tot de wereldtop, ook qua wetenschappelijk onderzoek. Maar misschien is het speelveld wel veranderd en hebben we daar niet goed op ingespeeld. Daar moeten we goed naar kijken.'

Topsport

Veenstra kent het klappen van de zweep, want in 2015 vroeg hij zelf met succes een Vici-beurs aan. Een heel karwei, blikt hij terug.
'Het is echt topsport. Je moet als onderzoeker op de toppen van je kunnen presteren om die beurs binnen te slepen. De aanvraagprocedure duurt bijna een jaar en in die tijd vallen er steeds gegadigden af. Uiteindelijk wordt slechts een klein percentage toegekend.'