Hoe (on)gevaarlijk is asbest eigenlijk?

Hoe gevaarlijk is asbest?
Hoe gevaarlijk is asbest? © ANP / Lex van Lieshout
Mannen in witte pakken en afzetlinten die de boodschap 'Blijf uit de buurt!' nog wat extra kracht bijzetten.
Het beeld van asbest is dat het extreem gevaarlijk is. Maar in hoeverre is dat zo?

Waar vinden we het?

We beginnen bij het begin, namelijk bij de vondst van asbest. Wanneer gaan alle alarmbellen af en wanneer niet? 'Wij onderscheiden hechtgebonden en niet-hechtgebonden', begint Martin Eggens met zijn uitleg.
Eggens is geschoold als toxicoloog en werkt nu bij GGD Groningen als gezondheidskundig milieuadviseur. Waar nodig adviseert hij buiten 'zijn' gemeente Groningen bij de vondst van asbest, zoals onlangs meerdere keren in het stationsgebied van Delfzijl.
Terug naar de verschillen tussen asbest en asbest. 'Hechtgebonden is ingegoten. Dat wil zeggen dat 15, 20, soms 30 procent asbest is en de rest cement. Dan zit het zo vast dat je er geen last van hebt. Tenzij je het gaat breken, zagen of boren. Dan kunnen die vezels vrijkomen.'
Denk hierbij aan golfplaten en rioleringsbuizen. Onder niet-hechtgebonden materiaal valt bijvoorbeeld isolatie of de onderlaag van een vloerzeil.

Burger verantwoordelijk

Binnenshuis ligt de verantwoordelijkheid voor het asbest bij de burgers. Pas als het om openbare ruimte gaat en de volksgezondheid in het geding is, komt de gemeente om de hoek kijken.
Er zit al een zekere mate van asbestvezels in de lucht die we inademen
Martin Eggens - Gezondheidskundig milieuadviseur
Jaarlijks heeft de gemeente zo'n drie of vier keer te maken met een serieuze asbestmelding. Veruit de meeste aandacht gaat uit naar telefoontjes en mailtjes van verontruste burgers waarbij asbest is aangetroffen in hun woning.

Wat als het opduikt?

Woningen die voor 1994 zijn gebouwd, kunnen asbest bevatten. Deze lezing houdt de gemeente aan. Wat gebeurt er als er daadwerkelijk ergens asbest opduikt?
'Als dat is aangetoond, kijken we of mensen eraan blootgesteld worden. Gaat het alleen om gruis op de grond, dan maken we ons daar niet zoveel zorgen over. Kunnen we vezels in de lucht meten, dan moeten we aanvullende maatregelen treffen.'
Het vorige maand tot twee keer toe afgezette stationsgebied van Delfzijl vanwege de vondst van asbest. Foto: Marten Nauta/RTV Noord
'Een eenmalige blootstelling aan asbest levert eigenlijk niet zo'n groot extra risico op ten opzichte van het risico dat we iedere dag al lopen', zegt Eggens.
'Er zit al een zekere mate van asbestvezels in de lucht die we inademen. Maar het is wel belangrijk om te beseffen dat elke blootstelling een risico oplevert, hoewel dat in het dagelijks leven dus heel laag is. Maar het is niet nul.'
In een goed geventileerde ruimte zul je haast nooit onacceptabele hoge hoeveelheden vezels tegenkomen
Martin Eggens - Gezondheidskundig milieuadviseur
Ondanks het altijd aanwezige risico, is er volgens Eggens geen reden tot blinde paniek bij het aantreffen van kleine hoeveelheden asbest. Zolang het niet structureel wordt ingeademd, valt het allemaal wel mee.
'Als het een klein beetje gruis op de grond is, dan kun je dat best met een vochtige doek bij elkaar vegen. Als je het maar vochtig houdt, zodat de vezels niet vrij kunnen komen.'
'En voor de vezels die al in de lucht zweven, kun je even goed ventileren. Dan ben je ze zo kwijt. In een goed geventileerde ruimte zul je haast nooit onacceptabel hoge hoeveelheden asbestvezels tegen komen.'

Fijnstof

'Waar wij ons veel meer zorgen over maken is fijnstof, de uitstoot van verkeer langs drukke wegen', waarschuwt Eggens.
'Omdat dit structureel is en omdat er daarvan al een behoorlijke concentratie in de lucht zit, die we iedere dag inademen. Elke dag, een jaar lang.'
Een gespecialiseerd bedrijf ruimt asbest op. In luchtdichte zakken wordt het afval opgeslagen bij de afvalverwerkers. Daar houdt het vooralsnog op, want er is nog geen goede manier gevonden om asbest veilig te verwerken. Er is al wel een proef gaande om asbest op te lossen in zoutzuur.

Medische problemen

Tot zover het praktische deel van asbest. Maar wanneer kunnen de asbestvezels leiden tot medische problemen? Longoncoloog Birgitta Hiddinga van het UMCG heeft asbestkanker als aandachtsgebied.
Iemand van 65 gaat nooit meer de leeftijd bereiken dat hij asbestkanker ontwikkelt
Birgitta Hiddinga - longoncoloog UMCG
'Asbest wordt medisch als er asbestkanker wordt vastgesteld. Dat kan echt een lange tijd na de blootstelling zijn. Soms duurt het wel veertig jaar van de blootstelling tot de ontwikkeling van asbestkanker.'
'Stel dat iemand van 65 bij mij komt en zegt: ik heb vorige week een asbestplank gezaagd. Deze persoon gaat nooit meer de leeftijd bereiken dater asbestkanker wordt ontwikkeld.'
Het is een traag proces van structurele inademing van asbest tot ziekte. Asbestvezels verzamelen zich in de kleinste longblaasjes en daarna op het long- en borstvlies. 'Het lichaam reageert daarop door kanker te maken', zegt Hiddinga.
'Mensen stapelen vocht op en worden kortademig. Maar het kan ook zo zijn dat de kanker naar de borstkaswand toegroeit en daar pijnklachten geeft. Met die klachten gaan de mensen naar de dokter.'
Als asbestkanker gevonden wordt, is het vrijwel nooit meer genezend te behandelen
Birgitta Hiddinga - longoncoloog UMCG

Nieuwe patiënten

In Nederland komen er nog jaarlijks 500 nieuwe asbestkankerpatiënten bij. In onder andere de havenregio Rotterdam zijn meer gevallen dan in het Noorden.
'Er zijn mensen die een bepaalde blootstelling hebben, maar nooit asbestkanker krijgen. En anderen krijgen met veel minder blootstelling toch asbestkanker. Blijkbaar is het afweersysteem van het lichaam heel lang in staat dit te onderdrukken.'

Slecht behandelbaar

'Het is een slecht behandelbare vorm van kanker. Als het gevonden wordt, is het vrijwel nooit meer genezend te behandelen. Als de ziekte ontdekt wordt, gaat ie vrij snel.' Enkel chemotherapie en eventueel bestraling om directe klachten te voorkomen zijn nog mogelijk.
Met de kennis van nu zou het gezondheidsprobleem van asbest in de toekomst verleden tijd worden. 'Het lijkt dat we langzamerhand, waarschijnlijk in het volgende decennium, naar een dalende trend gaan van nieuwe gevallen in Nederland.'