'Sterfte zeekoeten heeft niets te maken met containerramp'

© Gertjan van Noord/Flickr (Creative Commons)
'De sterfte van zeekoeten begin dit jaar was bepaald niet uitzonderlijk.'
Dat zegt zeevogelonderzoeker Kees Camphuysen van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee zondag in het radioprogramma Vroege Vogels.
Camphuysen denkt niet dat de zeekoeten het slachtoffer zijn geworden van de ramp met containerschip MSC Zoe. Komende week publiceren onderzoekers van Wageningen Marine Research en het Dutch Wildlife Health Center een rapport over de doodsoorzaak van de zeekoeten.

Massale sterfte op zee

Camphuysen legt uit: 'Zeekoeten zitten in de zomer in kolonies in Engeland en Schotland. In de herfst trekken ze de Noordzee op. Op volle zee hebben ze het af en toe moeilijk en daar vindt massale sterfte plaats. In november beginnen de vogels dan te stranden. Niet altijd in Nederland; soms ook in bijvoorbeeld Engeland of Ierland. In april spoelen dan de laatste zeekoeten aan'.

Op plaats 19

Vergeleken met de afgelopen tien jaar was het aantal dode zeekoeten iets verhoogd, stelt Camphuysen. 'We doen dit onderzoek sinds begin jaren zeventig en als je al die jaren rangschikt, eindigt dit jaar op plaats 19.'
Gelukkig blijven niet alle zeekoeten leven, want dan zouden we een probleem hebben
Kees Camphuysen - Onderzoeker Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee

Algemene soort

Camphuysen: 'De zeekoet is een algemene soort. In de Noordzee zijn er zo'n twee miljoen. Laten we voor het gemak zeggen dat dat één miljoen paartjes zijn. Die krijgen allemaal één jong per jaar. Dan hebben we 500.000 jonge zeekoeten. Gelukkig blijven die niet allemaal leven, want dan zouden we een probleem hebben. Ze worden namelijk nogal oud; er moeten dus ook veel van dood.'