Aardbevingen: 'Het is blijkbaar nog een moeilijk onderwerp om het in de klas over te hebben'

'Ik wil gewoon dat er geen aardbevingen meer zijn. Dat ons huis veilig is en dat het niet kan instorten en zo.' Was getekend, een tienjarig kind dat in het aardbevingsgebied woont.
De RUG onderzocht samen met Jonx (onderdeel van Lentis) en het UMCG hoe kinderen in het aardbevingsgebied beïnvloed worden door de problematiek. De uitkomsten zijn gebundeld in 'Een veilig huis, een veilig thuis?'
In totaal werden 49 kinderen ondervraagd. Het merendeel van de geïnterviewde kinderen en jongeren woonde in een huis met ernstige schade.

Geen vertrouwen

'Ik had wel verwacht dat sommige kinderen last van de aardbevingen zouden hebben, maar niet dat de gaswinningsproblematiek zo diep ingrijpt in hun levens en dat ze geen vertrouwen hebben in de overheid', zegt Elianne Zijlstra, universitair docent en hoofdonderzoeker aan de RUG.
Het is belangrijk om hierover wel te praten
Elianne Zijlstra - onderzoeker
'We hadden wel verwacht dat kwetsbare kinderen, dus die bijvoorbeeld al een depressie hadden, last zouden hebben. Die zijn vaak ook al in beeld bij de hulpverlening. Maar een deel van deze kinderen niet, en die hebben ook last van de bevingsproblematiek', vult mede-onderzoeker en kinderpsychiater Inge van Balkom van Jonx aan.

Praten is belangrijk

Sommige ouders hebben moeite om met hun kinderen te praten over de gaswinning. Ze denken dat door niet te praten over hun zorgen rondom de gaswinningsproblematiek, de kinderen er ook niks van meekrijgen. Zijlstra: 'Maar dat kan juist de angst vergroten omdat kinderen spanningen voelen. Het is belangrijk om hierover wel te praten met hen.'
De kinderen die aangeven dat ze last ondervinden van de aardbevingen voelen zich onveilig. Ze zijn bang dat scheuren groter worden, dat het huis instort of ze vrezen desastreuze gevolgen van aardbevingen waarbij mensen doodgaan.

Lichamelijke klachten

Sommige van hen hebben last van nachtmerries, zindelijkheidsproblemen, concentratieproblemen, boosheid en buik- en hoofdpijn.
Niet alle ondervraagde kinderen hebben overigens last van de aardbevingsproblematiek. Sommigen geven aan dat ze de gaswinningsproblematiek normaal vinden en niet beter weten.

Aanbevelingen

Concluderen dat de aardbevingsproblematiek ook invloed op kinderen heeft, is een ding. Wat er mee gedaan wordt, is een tweede.
Zijlstra: 'Je kunt stellen dat er in het beleid op gebied van de gaswinningsproblematiek zelf, het onderwijs en de zorg meer oog moet zijn voor de impact op kinderen'.
We hebben nu vastgesteld dat kinderen last hebben van de problematiek
Inge van Balkom - kinderpsychiater

Ook mooi Groningen

Concreet betekent dit volgens Van Balkom dat er op bijvoorbeeld scholen, bij huisartsen of op consultatiebureaus meer aandacht moet zijn voor de angsten en problemen in het aardbevingsgebied. 'Het is blijkbaar nog een moeilijk onderwerp om het in de klas over te hebben.'
'Wat overigens wel heel leuk is om te merken, is dat kinderen ook vinden dat er meer positieve aandacht voor Groningen moet zijn. Dat het ook een mooie provincie is, met leuke mensen en mooie gebouwen', wil Van Balkom nog genoemd hebben.

Hoe nu verder?

De uitkomsten bieden veel ruimte voor verder onderzoek, vervolgt Van Balkom. 'We hebben nu vastgesteld dat kinderen last hebben van de problematiek. Maar de gevolgen op lange termijn, daar kunnen we niks over zeggen. Daarvoor zou meer en langer onderzoek nodig zijn, maar of dat er komt hangt van veel factoren af.'