RUG wil minder dierproeven, maar doet er meer

De Rijksuniversiteit Groningen voerde in 2017 weer vaker dierproeven uit. Dat blijkt uit het meest recente jaarverslag van de universiteit.
In 2017 werden er bij de RUG en het UMCG 18.133 dierproeven gedaan. Een toename van 1.786 proeven ten opzichte van 2016.
De RUG staat hierin niet alleen: landelijk steeg het aantal dierproeven met bijna 18%, laat het jaarverslag van de Nederlandse- Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) van 2017 zien.

De statistieken

In de onderstaande grafiek zie je hoeveel proeven er per diersoort bij de RUG zijn gedaan de afgelopen jaren.
Het aantal dierproeven bij de Rijksuniversiteit Groningen neemt sinds 2016 toe.

Willen afbouwen, maar niet doen

De universiteit heeft net als 79 andere instituten in het land een vergunning voor het uitvoeren van dierproeven. In Groningen wordt met dieren onder meer onderzoek gedaan naar veroudering, maar ook naar ziektes als Alzheimer, diabetes en Parkinson.
De meeste experimenten worden in het UMCG uitgevoerd, maar de dierproeven vinden ook plaats in de Faculty of Science and Engineering van de RUG.
Er is duidelijk iets mis
Robert Molenaar - Animal Rights
De RUG heeft naar eigen zeggen al jaren de intentie om het aantal dierproeven af te bouwen. Maar de cijfers laten het tegenovergestelde zien.
'Dit kan deels komen doordat er nieuwe onderzoekers zijn aangetrokken die actief zijn in proefdieronderzoek. Ook worden er nieuwe technieken gebruikt', zegt woordvoerder Jorien Bakker. 'Maar onze ambitie is om zo min mogelijk dierproeven te doen.'

Wetswijziging

Na 2014 was er een sterke daling van het aantal dierproeven bij de RUG. Dat had te maken met een verandering in de Wet op dierproeven (Wod).
Door die wetswijziging is er strenger toezicht op universiteiten en proefdiercentra: alle onderzoeksaanvragen moeten eerst langs de centrale commissie dierproeven.
Sommige belangrijke en relevante vragen zijn niet te beantwoorden zonder proefdieren
Jaarverslag RUG

Alternatieven

Goede alternatieven voor dierproeven zijn er nog onvoldoende, merkt ook de RUG. 'Sommige belangrijke en relevante vragen zijn niet te beantwoorden zonder proefdieren', is de conclusie in het laatste jaarverslag.
'Het komt al wel voor dat in plaats van een heel dier, slechts een gedeelte kan worden gebruikt'. vertelt RUG-proefdierdeskundige Catriene Thuring, die iedere dag in de onderzoeksruimten aanwezig is.

Geen proeven op honden en katten bij RUG

Landelijk worden steeds vaker honden en katten ingezet voor dierproeven. Eén op de drie katten en de helft van de honden overleeft dit niet, blijkt uit de cijfers van de NVWA.
De RUG benadrukt dat er bij hun dierproeven geen honden en katten worden gebruikt. 'Alleen muizen, ratten, vissen en vogels', zegt woordvoerder Bakker. De universiteit heeft daarnaast geen faciliteiten om honden en katten te huisvesten.
Aan de ene kant zegt iedereen af te willen van de dierproeven, maar je ziet het tegenovergestelde
Robert Molenaar - Animal Rights

'Is het altijd nodig?'

Robert Molenaar van Animal Rights is verbaasd door de toename van het aantal dierproeven bij de Groningse universiteit.
'Het is echt schrikbarend. Aan de ene kant zegt iedereen, waaronder de overheid en de RUG, af te willen van de dierproeven, maar je ziet het tegenovergestelde. Er is duidelijk iets mis.'
Volgens Molenaar zouden universiteiten kritischer naar zichzelf moeten kijken. Onderzoeken met dierproeven gaan volgens hem namelijk veel te lang door. 'Je krijgt heel veel te maken met vervolgstudies, dat gaat maar door en door.'
Universiteiten moeten zichzelf bij ieder project weer de spiegel voorhouden en de vraag stellen of dierproeven daadwerkelijk nodig zijn, vindt de dierenactivist.

Hoe het werkt

De Groningse universiteit heeft op dit moment veertig onderzoeksprojecten lopen waarbij dieren worden gebruikt.
Bij aanvang van een onderzoeksproject bepaalt de onderzoeker welke diersoort voor het onderzoek het meest geschikt is. Vervolgens wordt dit voorgelegd aan de centrale commissie. Ook moeten onderzoekers een cursus volgen voordat ze met proefdieren aan de slag gaan. Als dit allemaal is geregeld en goedgekeurd, gaat het onderzoek van start.
De muizen, ratten en vissen worden gehouden in kamers van 20 m2. Per dag krijgen ze zo'n twee á drie keer een gezondheidscheck. Kooien worden regelmatig verschoond en er komt iedere week een dierenarts langs. In de ruimtes wordt ook muziek afgespeeld, omdat de dieren dan minder schrikken van andere omgevingsgeluiden. De dieren worden zo veel mogelijk bij elkaar gezet, zodat ze interactie hebben.
Na afloop van het onderzoek worden dieren in de meeste vallen geëuthanaseerd. In 2017 kwam geen enkel dier in aanmerking voor adoptie.

Wilde kauwen

De RUG kwam eerder onder vuur te liggen door het gebruik van wilde kauwen in dierproeven. Het leidde zelfs tot Kamervragen.
Officieel is het gebruik van wilde dieren niet toegestaan, omdat er alleen dieren mogen worden gebruikt die speciaal voor experimenten zijn gefokt. In dit geval was het wel legaal, omdat de Groningse universiteit toestemming had van de centrale commissie.