Koninklijke Horeca vindt groei horeca in Stad zorgelijk: 'Er moet wat gebeuren'

De Groningse afdeling van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) vindt dat er te veel horecazaken in het centrum van Groningen zijn. De branchevereniging voorziet problemen voor ondernemers wanneer de huidige groei aanhoudt.
'Er moet wat gebeuren, als we zo doorgaan dan hebben we over drie jaar echt een probleem', zegt Irene van der Velde, afdelingsvoorzitter van de stad Groningen.
In de ogen van Koninklijke Horeca wordt leegstand te veel opgevuld met horecazaken. Daardoor verdwijnt volgens de branchevereniging de juiste mix tussen retail en horeca in de Groninger binnenstad.

De cijfers

De gemeente Groningen heeft geen cijfers van de exacte toename van horeca binnen de stadsgrenzen. Wel zijn er cijfers van de ontwikkeling van daghoreca. In 2015 waren daar nog 15 zaken van, in 2017 waren dat er 42 volgens de gemeente.  

Poelestraat

De Poelestraat in hartje Groningen is in de ogen van KHN hét voorbeeld van hoe het niet moet. 'Hier in de straat zat vroeger een fietsenzaak, de meubelkoning heeft hier heel lang gezeten, maar dat is momenteel gevuld met horeca. Je ziet dat de detailhandel zich hier niet meer kan vestigen', zegt Van der Velde.
De horecazaken aan het Poeleplein lijden volgens KHN ook onder het gebrek van de juiste mix van winkels en horeca. 'Vroeger zaten de terrassen met mooi weer bomvol, maar de ondernemers hebben het daar nu ook gewoon moeilijk. Ook omdat de Poelestraat vroeger een mix had met winkels en horeca.'

Nachtstraat

Volgens Van der Velde moet de Poelestraat niet zoals de Peperstraat een straat worden waarin alleen in de nachtelijke uren wat te beleven is. 'We moeten ervoor waken dat het alleen een avond- en nachtstraat gaat worden. Maar door overal horeca in te stoppen gaan we daar wel heel hard naartoe.'
De zorgen van de branchevereniging beperken zich niet tot enkel de Poelestraat. KHN is van mening dat in de gehele binnenstad leegstand te veel wordt bestreden met het oprichten van een nieuwe horecazaak. De club van horecaondernemers heeft de zorgen ook kenbaar gemaakt bij de gemeente.

Gemeente bekijkt groei

Verantwoordelijk wethouder Paul de Rook (D66) laat weten dat de zorgen van KHN in kaart worden gebracht. 'We kijken nu wat waar zit en hoe het zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Daarna gaan we samen met Koninklijke Horeca kijken of het aanleiding geeft om het beleid aan te passen.'

Van kopen naar beleving

De wethouder is van mening dat de huidige tijd ook vraagt om meer horeca.
'We zien dat de binnenstad in mindere mate een koopcentrum wordt, maar steeds meer een plek om te beleven. Daar past ook wel meer horeca bij. Maar wanneer je een bepaald punt bereikt waarbij er te weinig sprake is van een winkelaanbod, moeten we wel kijken of we maatregelen moeten nemen.'

Oorzaak, gevolg

De Rook benadrukt wel dat een aantal jaar geleden de horecasector vroeg om minder regels. 'Dat heeft ervoor gezorgd dat je nu relatief makkelijk een horecazaak kan beginnen. Dat heeft nu een aantal jaar zo gefunctioneerd.'

'Vissen in dezelfde vijver'

Zelf is Van der Velde al 14 jaar uitbaatster van Dinercafé Diep aan het Schuitendiep, ook zij merkt dat de omzet terugloopt. In het weekend heeft ze geen klagen, maar door de week is het een ander verhaal.
'Alle horeca moet in dezelfde vijver vissen, maar die vijver wordt in tegenstelling tot het aantal horecazaken niet groter.'
De branchevereniging is van mening dat met de huidige groei meerdere horecazaken het loodje gaan leggen. 'De gast gaat maar één keer per dag uit eten en echt niet twee keer per dag. De groei van het aantal horecameters loopt niet meer parallel met het aantal inwoners.'