Okke Kluun: de laatste Groninger die in het openbaar werd opgehangen

'Doar bist beter oafkomen as Okke Kluun, want dij mos hangen.' Dat zeggen oudere Groningers nog wel eens als iets goed is afgelopen.
Okke Geerts Kluin was de laatste Groninger die in het openbaar werd opgehangen. Dat gebeurde op 12 april 1838, precies 181 jaar geleden.

Moord om geld

Kluun had de 55-jarige Marijke Arends Teisma, bij wie hij in de kost was, vermoord om aan geld te komen. Dat gebeurde in het dorp Doodstil. Kluun was naar de 'Oethoester baistemaark' geweest en had al zijn geld verspeeld met kaarten tijdens een avondje drinken. Volgens een andere versie van het verhaal had Kluun juist geld nodig om te gaan kaarten.

Een 'wilde'

Eigenlijk was Kluun een sneu geval, zo blijkt uit een verslag in de Groninger Courant van vrijdag 13 april 1838, de dag na de executie. Daarin staat dat Kluun zonder onderwijs was opgegroeid. 'Als een wilde van Afrika's binnenlanden, konde lezen nog schrijven, bezocht nooit een school, kathechizatie of kerk en werd zoo een speelbal zijner onbeteugelde driften.'

Geen gratie

Kluun werd snel na de moord opgepakt, naar Stad gebracht voor een proces en ter dood veroordeeld. Rond 1830 was de uitvoering van de doodstraf in Nederland reeds een uitzondering. Meestal werd die omgezet in een langdurige 'tuchthuisstraf'. Maar Kluun's verzoek om gratie werd niet ingewilligd door Koning Willem I.
Op donderdag 12 april 1838 wordt het doodvonnis om twaalf uur 's middags op de Grote Markt voltrokken.

Ooggetuigen

De Scheemder dominee Goudschaal was een van de talloze ooggetuigen.
'Eenmaal heb ik op de groote markt de voltrekking der doodstraf van iemand mede bijgewoond, die te Uithuizen, naar mij voorstaat, om ƒ 28 eene vrouw had vermoord. 's Middags te 12 uur zou de levensdraad van dien misdadiger op de groote markt door de koord worden afgesneden. Ik huiverde er tegen, om zulk een akelig schouwspel te zien, maar door een onverklaarbare zucht naar 't vreemde, buitengewone en akelige gedreven, ging ik toch. De groote markt was opgevuld met menschen, en achter de vensters en op de stoepen der huizen verdrong men elkander. Daar kwam men op een wagen met den delinquent aan, die bij het zien van 't schavot een raauwen gil gaf. Weldra had hij het beklommen, en werd zijn vonnis voorgelezen aan 't volk, dat er niets van verstond, en dat alle gedachten had bij dien ongelukkige, wiens levensdraad zoo zou worden afgesneden. Ziet! met den beul, die die taak zal verrigten, beklimt hij de roode, en tamelijk hooge ladder. De strop wordt hem om den hals gedaan, met een ruk wordt hij er afgestooten, daar zweeft hij tusschen hemel en aarde, en hangt zoo na eenige struiptrekkingen als lijk tot des namiddags 3 uur toe.'

Doodskleed

Het doodskleed van Kluun, een lang wit flanellen hemd met kap maar zonder zakken, wordt bewaard in het Groninger Museum.