Inkomensongelijkheid in stad Groningen is relatief groot
Ook Haren (oude gemeentelijke indeling) hoort tot de gemeenten met een relatief hoge inkomensongelijkheid. Haren is daarin niet uniek; veel rijke gemeenten in het land hebben een inkomensongelijkheid die groter is dan het landelijk gemiddelde.
Studenten en uitkering versus rijke mensen
Dat de inkomensongelijkheid in Stad, net als andere grote steden als Amsterdam of Rotterdam, verhoudingsgewijs zo hoog is heeft er mee te maken dat in Stad veel studenten wonen en mensen met een uitkering, maar ook rijkere mensen.
Minder verschil in Pekela en Grootegast
Er zijn ook gemeenten die in 2017 een relatief lage inkomensgelijkheid hadden, bijvoorbeeld Pekela of Grootegast. Dit betekent niet dat in deze gemeenten geen armoede voorkomt. Wel dat dit vaak gemeenten zijn met relatief veel ouderen met een laag inkomen, en weinig rijken.
Inkomensongelijkheid wordt berekend door te kijken hoe het totale inkomen van een bepaald gebied verdeeld is onder de huishoudens. Dat gebeurt met de zogenoemde Gini-coëfficient. Het ene uiterste is dat het Gini-coëfficient 0 is. Dat betekent dat ieder huishouden hetzelfde inkomen heeft. Het andere uiterste is dat het Gini-coëfficient 1 is. In dat geval heeft één huishouden ál het inkomen. In werkelijkheid zit dit getal altijd ergens tussen de 0 en de 1. Hoe dichter de Gini-coëfficient bij 1 zit, hoe ongelijker het totale inkomen verdeeld is onder de huishoudens.
Lees ook:
- Haren enige Groningse gemeente met dalende koopkracht (november 2018)
- CBS: inwoners Stad hebben laagste inkomen van het land (maart 2018)
- Inwoners gemeente Groningen lopen relatief groot risico op armoede (januari 2018)