'Verminderd woongenot in aardbevingsgebied moet worden vergoed'

Een inwoner van Loppersum voor zijn versterkte woning
Een inwoner van Loppersum voor zijn versterkte woning © Jerry Lampen/ANP
Advocaat-generaal Peter Wattel adviseert de Hoge Raad om verminderd woongenot door aardbevingen te vergoeden. De advocaat-generaal doet dat in antwoord op vragen van de rechtbank Noord-Nederland.
Een koppel uit Groningen spande een zaak aan tegen de NAM en het Rijk. Ze eisen vergoeding voor de waardevermindering van hun huis en voor het gemis van woongenot. Voordat de rechtbank uitspraak deed, werden zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de criteria bij dit soort zaken.
Een prejudiciële vraag is een vraag van een rechtbank of gerechtshof aan de Hoge Raad over de uitleg van een rechtsregel. Een antwoord moet nodig zijn voor het nemen van een beslissing in de zaak.
Mede door de zogenoemde prejudiciële vragen lagen meerdere rechtszaken een tijd stil. De rechtbank wilde eerst antwoord van de Hoge Raad, voordat een uitspraak zou volgen.

Woongenot

Wattel adviseert de vergoeding voor gemist woongenot vast te stellen 'op het verlies aan huurwaarde' over de desbetreffende jaren. Als op een later tijdstip een vergoeding komt voor waardevermindering, dan moet de vergoeding volgens de advocaat-generaal wel gecorrigeerd te worden.

Pas bij verkoop

In zijn advies geeft Wattel ook aan dat waardevermindering van een huis door een toekomstig bevingsrisico pas vergoed zou moeten worden wanneer het verlies blijkt: bij verkoop van het huis. Als een huis niet verkocht wordt, moet pas enkele jaren na het stoppen van de winning vergoed worden.

In bijzondere gevallen

Immateriële schade zou volgens de advocaat-generaal alleen in bijzondere gevallen voor vergoeding in aanmerking moeten komen. 'Zoals bij objectief bepaalbaar geestelijk letsel, bij ernstige schending van de veiligheid van de woning of van de persoonlijke levenssfeer met rechtstreeks nadelige gevolgen voor de eigenaar/bewoner.'

Uitspraak

De Hoge Raad mag zelf bepalen in hoeverre zij het advies van de advocaat-generaal opvolgt. Het is nog onduidelijk wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.