Vergeten holocaust Sinti en Roma herdacht in Westerbork

'Wat er in de Tweede Wereldoorlog met de Sinti en Roma is gebeurd is onvoorstelbaar. Het is een groep die zich jarenlang vergeten heeft gevoeld. En dat mogen we ons aantrekken.'
Burgemeester Peter den Oudsten van de gemeente Groningen was zondag één van de gasten tijdens de Nationale Herdenking Vervolging Sinti en Roma bij Kamp Westerbork. 'De verhalen die je ook vandaag weer hoort, dat grijpt je naar de keel.'

Enkele overlevenden

Op 19 mei 1944 werden 245 Sinti en Roma vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Slechts enkelen overleefden de oorlog. Vandaag is dat precies 75 jaar geleden. De herdenking werd bijgewoond door staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Blokhuis was één van de sprekers. 'Als de pijn te groot is, als ons hart breekt. Wanneer we denken aan de geliefden die we zijn kwijtgeraakt, zouden we het liefst heel stil zijn. Dan kunnen we in gedachten weer even bij ze zijn, zodat we ze nooit vergeten', zei hij.

Verbonden

In heel Europa zijn meer dan vijfhonderdduizend Roma en Sinti vermoord. 'Ik heb met Roma en Sinti gesproken die in Groningen wonen, op het woonwagenkamp De Kring. Zij voelen zich enorm verbonden met wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd', weet Den Oudsten.
'Er was in die tijd blijkbaar een ambtenaar in Groningen die op de vraag van de Duitsers of er ook Roma en Sinti in Groningen woonden, gewoon nee heeft gezegd. Dat verhaal hoorde ik vanmiddag en dat werd door de mensen zelf ook met enige trots aan mij verteld.

Vergeten

Voor veel mensen is de vervolging van de Sinti en de Roma onbekend, een vergeten holocaust. De staatssecretaris benadrukte daarom het belang van de aanwezigheid van jongeren tijdens de herdenking. 'Het is belangrijk dat we dit vreselijke verhaal doorvertellen aan de jongste generatie.'
'Te lang zijn de Sinti en Roma niet genoemd in de geschiedenisboeken en waren er nauwelijks monumenten voor hen. Het heeft veel te lang geduurd voordat die erkenning op gang kwam, maar gelukkig is die erkenning er nu wel', aldus staatssecretaris Blokhuis.