Grensverhalen: Waarom niet naar Nederland?

© Karen Hochmuth/RTV Noord
Na het afronden van haar opleiding in de buurt van Frankfurt besloot Katharina in Nederland te gaan studeren.
Als één van de weinige internationale studenten in Groningen volgt de ambitieuze Duitse de HBO opleiding van Leraar Basisonderwijs (PABO) aan de Hanzehogeschool.
Zij is geëngageerd en goed geïntegreerd. Hoe het zover is gekomen, wat haar inspireert en hoe zij Groningen ervaart, vertelt Katharina Reis aan onze stagiaire Karen Hochmuth in dit Grensverhaal.

Voorlichting

Dankzij een lezing van een hogeschool in Emmen komt Katharina voor het eerst in kennis met de mogelijkheid om in Nederland te studeren.
'Toen ik in de finale fase op de middelbare school zat, kwamen er docenten van de NHL Stenden Hogeschool om voorlichting te geven. Zij vertelden over de hogeschool, hun opleidingen en allerlei interessante dingen in het kader van studeren in Nederland. Ik had toen een vriendje en wij zaten in dezelfde klas. We waren dus bezig met ons laatste jaar en dachten na de voorlichting: waarom niet naar Nederland gaan?. Nadat wij nog twee keer naar de open dag waren geweest om het zeker te weten, zijn we dus verhuisd naar Emmen, vlak over de grens.'
 

Niet de juiste keuze

Maar voor Katharina is de studie in Emmen niet helemaal de juiste keuze. 'Het eerste jaar PABO-opleiding in Emmen heb ik niet gehaald. Je moest een taaltoets doen om op het niveau van de gemiddelde Nederlander te zitten. Destijds was dit te moeilijk voor mij. Toen moest ik switchen, want je mag niet het jaar overdoen op dezelfde hogeschool.'

Blijven

De Hanzehogeschool Groningen is het enige alternatief voor Katharina. Zo kwam het dat de aanstaande leraar van de basisschool zich in onze stad waagde.
'Eerst was ik aan het nadenken of ik na een jaartje nadat ik mijn propedeuse had gehaald weer terug zou gaan, want ik woonde nog steeds in Emmen met mijn vriendje natuurlijk. Maar het beviel zo goed op de Hanze dat ik daar gewoon ben gebleven. Uiteindelijk ben ik dan ook in Groningen gaan wonen. Ik ben wel blij dat ik niet terug ben gegaan naar Emmen.'

Heel anders

Momenteel schrijft Katharina haar scriptie en loopt ze drie dagen per week stage bij een basisschool in de Oosterparkwijk.
'Het is natuurlijk heel anders en steekt heel anders in elkaar', vertelt zij over haar belevenissen op een Nederlandse basisschool. 'De kinderen gaan hier veel eerder naar school dan in Duitsland, waar ze pas met zes of zeven jaar vanuit de Kindergarten naar school gaan. In Nederland zit je ook twee keer zo lang op de basisschool als in Duitsland, waar je na vier jaar basisschool verder gaat naar de middelbare', legt juf Katharina uit.

Uitgebreide kennis

Zij kent beide systemen van onderwijs inmiddels goed. Al vanaf het eerste semester stond de jonge lerares voor de klas om les te geven aan scholieren en om praktische ervaring op te doen.
Ook wordt heel anders lesgegeven in beide landen: 'Toen ik nog op de basisschool zat, had je een vakleerkracht voor rekenen en weer iemand anders voor taal, aardrijkskunde of geschiedenis', herinnert Katharina zich.
'Dus als ik in Duitsland vertel dat ik de PABO doe, vragen de meeste mensen: oh en welke vakken studeer jij?. Maar eigenlijk doe ik van alles wat, omdat je pas op de middelbare gaat specialiseren. Je hebt als juf op de basisschool hier dus kennis van meer vakken, maar het is wel minder diep', concludeert Katharina.

Filosoferen

Bijzonder leuk vindt de aankomend juf het om met kinderen te filosoferen. 'Daar komen heel leuke dingen uit', zegt ze.
'Ik heb een boekje voorgelezen waarin een jongetje vijftig euro vindt in een envelop. Daarop staat: wie dit heeft gevonden, mag het geld houden. Dus heb ik de kinderen gevraagd wat zij met vijftig euro zouden doen. Wij volwassenen zouden boodschappen doen voor een hele week, maar de kinderen kwamen heel andere ideeën. 'Ik zou een auto en een vliegtuig kopen', zei een jongetje. Dat is nog zo onschuldig, lief en naïef. Zulke leuke momenten van 'kind zijn' ontstaan bij het filosofieën met kinderen'.
Sowieso vindt de toekomstige leraar de interactieve ogenblikken met haar scholieren het leukst. 'Die momenten waar je in gesprek gaat met een kind of klas vind ik veel leuker dan sommetjes maken. Voor deze momenten doe ik het eigenlijk. De kinderen gaan met vier jaar naar school, dus je bent wel een beetje bezig met opvoeden. Wat is lief en netjes? Wat kun je beter niet doen? Deze dingen aan kinderen leren vind ik veel leuker dan echt een vak onderwijzen', vertelt Katharina enthousiast.

Moeilijke toegang

Als Katharina in Duitsland was gebleven, had zij deze bijzondere momenten met de leerlingen waarschijnlijk niet beleefd. 'Ik heb de kwalificatie om aan een hogeschool te studeren, maar niet op een universiteit', vertelt zij.
In Duitsland moet je aan een universiteit studeren om deze opleiding te kunnen doen. Bovendien zit je dan met cijfers. Of je een studieplek krijgt of niet, hangt heel erg van je cijfers op de middelbare af. 'Ik was niet echt een topleerling of zo. Wiskunde en mathematiek waren niet mijn ding', geeft Katharina toe. 'Ik denk dus niet dat ik zou zijn toegelaten.'
Als een plaats op de universiteit namelijk populair is en veel mensen solliciteren met goede cijfers, dan stijgt ook de Numerus Clausus voor dat vakgebied. Wie onder het gemiddelde komt, moet op de wachtlijst staan of - zoals veel Duitse studenten in Nederland - op zoek naar een alternatief.
Daarom is het voor vele jongeren in Duitsland niet mogelijk om te studeren wat ze willen. Het gemiddelde laat niet zien wat de sterke en zwakke punten van een student zijn.

Positiviteit en vertrouwen

Maar zo'n alternatief was ook helemaal niet nodig. Studeren, wonen en leven in Nederland was voor Katharina de eerste keuze. 'Ik was eigenlijk de hele tijd niet zenuwachtig. Net achttien jaar, weg van thuis, verhuizen naar een ander land – gelukkig destijds nog met mijn vriendje – maar het was allemaal goed, herinnert zij zich.
'Pas toen ik voor het gebouw stond om mijn drieweekse taalcursus te beginnen, stortte het allemaal in. 'Wat ben ik hier eigenlijk aan het doen?', dacht ik. Maar in de talencursus had je heel veel Duitsers die allemaal snapten waar je tegenaan loopt en wat voor gekke dingen je beleeft. Dus dat scheelde in het begin', zegt Katharina.
Inmiddels leidt zij het Duitse Marketingteam van de Hanzehogeschool, het D-Team. Hier werken ongeveer vijftig Duitse Hanze-studenten om de Hogeschool over de grens te promoten. Samen met haar team kan ze nieuwe en toekomstige studenten uit Duitsland een goed en positief gevoel geven in Nederland, maar ook op de hogeschool. Zo geeft zij terug wat zij zelf in Groningen vanaf het begin heeft ervaren.

Voor de leeuwen gegooid

Nadat ze in Emmen aan de Nederlandse cultuur gewend was geraakt en blij was met steun vanuit haar eigen achtergrond, vond Katharina de uitdaging in Groningen juist leuk.
'Ik vond het ook wel fijn dat er bijna geen Duitsers zijn in de PABO-opleiding bij de Hanze. Dan raak je echt geïntegreerd', zegt Katharina.
Inmiddels woont zij vijf jaar in Nederland. 'Na een tijdje ben ik ook begonnen in de studentenpolitiek. Voor Lijst STERK heb ik in de hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR)  gezeten. Dat was heel fijn, want dat was een clubje dat helemaal politiek geïnteresseerd is en dan leer je de taal op weer op een heel andere manier spreken dan alleen op school en met vrienden. Dus ik heb mezelf een beetje voor de leeuwen gegooid om gewoon te leren.'
Ten slotte geeft de leergierige juf de tip om jezelf met de regionale cultuur te omringen als je in het buitenland gaat wonen.