De regio omhoogtillen, doen we dat wel goed?

Hoe help je de Groningse economie vooruit? Al jaren steken we geld in goede infrastructuur, worden ondernemers gesubsidieerd en proberen we bedrijven van buiten hierheen te halen.
Werkt dat eigenlijk? Ja, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving kortgeleden. Investeren in minder ontwikkelde regio's helpt die regio's zelf, maar ook de sterke regio's liften mee.
Van extra geld voor Groningen Friesland of Drenthe komt een flink deel in Noord-Holland terecht. Andersom is het effect minder sterk. Als Brabanders, Noord- of Zuid-Hollanders investeren sijpelt er maar weinig door naar onze economie. 
Investeren in economisch minder sterke regio's is dus verstandig. Want investeren in sterke regio's versterkt het hele land.

Maar wat zijn dan zinvolle maatregelen om onze economie verder te helpen?

RTV Noord liet vier topeconomen van binnen én buiten de provincie hun licht schijnen op vier (optionele) projecten: de Lelylijn, de spoorlijn van Veendam naar Emmen, het Economic Board Groningen en de waterstofeconomie. Is het zinvol om in deze projecten te investeren om de Groningse economie een boost te geven?
 Dit verhaal lees je in ongeveer 7 minuten. Dan weet je hoe vier topeconomen naar de Groningse economie kijken. Dit zijn:
- Coen Teulings, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, de universiteit van Cambrigde en voormalig directeur van het Centraal Planbureau
- Mark Thissen, econoom bij het Planbureau voor de Leefomgeving, en een van de auteurs naar het pas verschenen onderzoek naar de economische samenhang tussen regio's in Nederland
- Bart Los, hoogleraar internationale handel, groei en ontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG)
- Jouke van Dijk, hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse aan de RUG.

Lelylijn: een goed idee?

Hij staat weer op de agenda: de Lelylijn, eerder bekend als de Zuiderzeelijn, al dan niet in de zweeftreinvariant. Deze verbinding van Lelystad, via Drachten en Heerenveen, naar Groningen kwam er niet. Maar er is een nieuwe lobby op gang gekomen. Is aanleg van de Lelylijn een goed idee?
De Zuiderzeelijn was tien jaar geleden ook al een goed idee
Jouke van Dijk - hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse
Jouke van Dijk is van de vier het meest enthousiast. 'De Zuiderzeelijn was tien jaar geleden ook al een goed idee. Toen bleek uit de maatschappelijke kostenbaten-analyse dat de aanleg van de lijn uiteindelijk net niet uit kon. Maar dat geldt ook voor een spoorlijn in de Randstad. Bovendien is nu de rente veel lager.
Maar wat je nu ziet is dat de passagiersstromen vanuit de Randstad naar Groningen groter zijn dan tien jaar terug. Bovendien raakt de Randstad veel voller en zie je de tendens dat het openbaar vervoer sowieso een steeds belangrijkere vervoersmiddel is. Je moet daarom vooruitkijken naar de langere termijn, en nu investeren vanuit het nationale belang. Bovendien zit in Zwolle een bottleneck. Als daar iets gebeurt, dan ligt het hele treinverkeer plat.'
 

'Al het geld waard?'

Dat laatste kan volgens Teulings geen reden zijn voor het aanleggen van een Lelylijn. 'Zwolle is een vol station, maar geen overbelast station. Een heel parallel traject aanleggen omdat Zwolle er af en toe uit ligt...'
Of een Lelylijn uit kan betwijfel ik, maar misschien heeft het kans
Coen Teulings, hoogleraar economie Universiteit Utrecht
Wat voor Teulings telt is de vraag: weegt de tijdwinst van zo'n lijn op tegen de kosten ervan? 'Of dat uit kan waag ik te betwijfelen, maar het gaat om een verbinding tussen twee grote steden. Misschien is er kans voor.' Maar onverdeeld enthousiast is Teulings dus niet.
'Je kunt je afvragen of een verbinding Amsterdam – Brussel al die miljarden waard is geweest. Dat weet ik nog zo niet. Dat zou misschien nog sterker gelden voor Amsterdam - Groningen via Heerenveen.'
 

Doortrekken naar Hamburg nuttig?

Thissen vindt vooral dat goed onderzoek nodig is naar een mogelijk averechts effect van de Lelylijn. 'Als er een hogesnelheidslijn komt van Amsterdam naar Groningen, dan komt ook de vraag om de hoek kijken of je zo'n lijn laat doorlopen naar Hamburg.'
Wat als Amsterdam zo makkelijk bereikbaar wordt, zodat bedrijven juist naar Amsterdam trekken?
Mark Thissen - econoom Planbureau voor de Leefomgeving
'We weten dat de eindpunten van zo'n snelle lijn economisch profiteren, maar de tussenstops juist leegtrekken. In dit geval: Amsterdam en Hamburg groeien als grote steden, maar Groningen juist niet.'
'Wat nou als de snelheid van de trein zo hoog wordt dat het aantrekkelijk wordt om in Groningen te wonen en in Amsterdam te werken? Of dat de dienstverlenende sector in Amsterdam zo makkelijk bereikbaar wordt, dat de drempel voor bedrijven wordt verlaagd om juist naar Amsterdam te trekken?'
Volgens Thissen zijn er voorbeelden in Frankrijk waar een hsl-verbinding juist slecht is voor de 'tussenstops'-steden.
Zekerheid over dit effect is er niet, zegt Thissen. 'Maar er moet wel echt onderzoek gedaan worden naar de zogenoemde agglomeratie-effecten van de Lelylijn.' Dat is: in hoeverre zouden mensen en bedrijven door zo'n spoorlijn juist eerder voor Amsterdam/de Randstad kiezen dan voor Groningen.

'Zo'n vaart loopt het niet'

Nuttig, zo'n onderzoek, vindt Bart Los. Maar een hsl-verbinding van Amsterdam naar Hamburg zal Groningen echt niet leegtrekken, zegt hij. 'Ten eerste is de vraag of je de Franse voorbeelden zomaar kunt vertalen naar de Groningse. Dat Groningers massaal naar Hamburg zouden gaan zie ik niet gebeuren. Je hebt toch met een taal- en cultuurbarrière te maken.'
Bedrijven kunnen kosten voor drukte en files vermijden als ze zich juist verder van de Randstad vestigen
Bart Los - Hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen
'Bovendien zie je dat de Randstad dichtslibt. Dat is een belangrijker factor. Door de Lelylijn maak je de tijdsafstand vanuit de Randstad kleiner, waardoor het juist aantrekkelijk kan worden voor bedrijven en mensen om zich in Friesland en Groningen te vestigen. Drukte en files kosten bedrijven in de Randstad veel geld. Die kosten kunnen ze vermijden als ze juist verder van de Randstad zich gaan vestigen.'
Over doortrekken van de Lelylijn naar Hamburg is Teulings helder. 'Dat gaat niet gebeuren, daar is echt geen markt voor.'
De trein is voor Oost-Groningen precies het verkeerde vervoersmiddel
Coen Teulings - hoogleraar economie Universiteit Utrecht

Spoorlijn Emmen-Veendam

Is die markt er wel voor een spoorlijn van Veendam naar Emmen?
Teulings is van de vier experts het duidelijkst over de kansen van deze lijn: 'De trein is voor dit gebied precies het verkeerde vervoersmiddel. Het is een weinig flexibel vervoersmiddel, omdat het over spoor rijdt. Je kunt veel mensen tegelijk vervoeren, maar je kunt niet overal komen waar je wilt. En bovendien heb je niet iedere 500 meter een station.'
'De trein is vooral nuttig in een stedelijk gebied, waar de plaatsen dicht bij elkaar zijn, waar je ook werkelijk veel mensen tegelijk gaat vervoeren.'
Teulings noemt de trein daarom niet geschikt voor regio's met een lage bevolkingsdichtheid. 'Je kunt met deze redenering je ook afvragen of er een trein naar Roodeschool moet blijven rijden. Maar het is een feit dat het spoor er al ligt. Dus is het relatief goedkoop om een trein er te laten rijden.'
'Voor het succes van de stad Groningen zijn deze bestaande regionale lijnen belangrijk. Wil je een nieuwe spoorlijn openen, dan ben je al gauw tientallen miljoenen euro's verder. Je moet het echt zoeken in flexibelere vervoersmiddelen, zoals busverbindingen of een regiotaxi.'
 

Bus beter alternatief?

Zowel Los als Thissen kunnen de analyse van Teulings volgen. Los: 'Bereikbaarheid is een probleem in die regio, maar ik vraag me af of een spoorverbinding van Emmen naar Veendam de beste oplossing is. Je kunt ook denken aan flexibelere vervoersmiddelen, zoals een snelbus. Bovendien kan de verbinding tussen stations misschien wel snel zijn, maar mensen moeten nog steeds  van en naar die stations. Bovendien zijn Groningen – Veendam en Zwolle – Emmen twee spoorverbindingen waar voornamelijk stoptreinen rijden. Dus een écht vlotte verbinding krijg je niet op die manier.'
Bereikbaarheid is belangrijk in Oost-Groningen, maar je moet wel vervoer op maat aanbieden
Bart Los - hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen

Hoewel het oosten van Groningen dunbevolkt is, vindt Los deze regio geen onbelangrijke regio. 'De bevolkingsdichtheid verandert niet op korte termijn. Bereikbaarheid is belangrijk in die regio, maar je moet wel vervoer op maat aanbieden.' Hij twijfelt of de trein dat is.
Thissen gebruikt Avebe in Veendam als voorbeeld. 'Uiteindelijk is het voor zo'n bedrijf als Avebe vooral van belang hoe snel vrachtwagens overal naar toe kunnen komen.'
 

Economic Board Groningen ook na 2020?

De Economic Board Groningen (EBG) is in 2015 van start gegaan om in het aardbevingsgebied meer bedrijvigheid en banen te krijgen. Daarvoor is door de provincie en de NAM bijna 100 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het programma loopt in 2020 af. Moet dit programma na 2020 doorgaan?
Als je investeert in krimpregio's dan profiteren de sterkere regio's daar meer van dan andersom
Jouke van Dijk - hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse
Wel als het aan Jouke van Dijk ligt. 'Er is al zoveel schade in dit gebied. Daar mag best wat tegenover staan.' Hij wijst bovendien op het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving dat onlangs verscheen. 'Daaruit bleek dat als je investeert in krimpregio's de sterke regio's daar meer profijt van hebben dan andersom. Investeren in sterke regio's levert krimpregio's weinig op.'
Van Dijk is kritisch op de economen die uitgaan van maximale arbeidsproductiviteit of een zo hoog mogelijk bruto nationaal product per inwoner. 'Puur economisch zal dat rendement inderdaad hoger zijn als je alleen in de Randstad investeert, maar worden mensen daar gelukkiger van? Het gaat ook om een verdeling dat iedereen in het land het prettig heeft.' Daar kan een nieuwe termijn voor het Economic Board Groningen wel aan bijdragen, denkt Van Dijk.
 

Effecten pas later zichtbaar

Volgens Bart Los is het moeilijk om aan te geven of na 2020 de EBG  door moet. 'De effecten van dit soort initiatieven zijn pas op langere termijn goed te meten. Ik denk dat de EBG goeie dingen doet, maar het is moeilijk aan te geven of iedere euro die geïnvesteerd wordt ook voldoende rendement op levert.'
Je moet aansluiten bij wat er al is in de regio
Bart Los - hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen
Los vindt het vooral van belang dat initiatieven vanuit de bedrijven zélf gefaciliteerd worden, in plaats van dat die initiatieven van de overheid komen. 'Je moet aansluiten bij wat er al is in de regio. Iedere regio heeft z'n sterke en zwakke kanten. Je moet de kracht van de regio benutten, de sterke punten versterken.'
 

Groningse waterstof-economie

Wat dat betreft sluit de waterstof-economie volgens Los goed aan bij wat er nu al gebeurt in de regio. 'Ik ben geen kenner van de technologie. Maar als je puur kijkt naar wat de kracht van de regio is, kan waterstof de Groningse economie een mooie kans bieden.'
Jouke van Dijk is sceptischer. 'Ik heb nog geen rapport gezien waaruit blijkt dat de burger in Loppersum beter wordt van een Groningse waterstofeconomie. Tuurlijk, de energietransitie is belangrijk. Alleen we produceren nu veel te weinig groene energie. Dat is nu maar zeven procent, maar dat percentage moet moet vijftig of zestig zijn wil je stroom kunnen overhouden en door middel van waterstof kunnen opslaan.'
We moeten eerst zorgen dat er voldoende groene energie is. Zonder dat heeft een waterstofeconomie geen kans
Jouke van Dijk - hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse
Bovendien, benadrukt Van Dijk, elders in Nederland en Europa zijn ook regio's  bezig met waterstof. 'Leg mij eens uit wat wij voor unieks hebben waardoor Groningen dé waterstofeconomie kan worden van het land.'
Wel ziet hij een combinatie met de Lelylijn voor zich. 'Het traject van Groningen naar Lelystad is nieuw, en omdat daar nog geen bovenleiding ligt, kan ik me voorstellen dat een waterstoftrein op dat traject in de toekomst wel een idee kan zijn. Maar eerst moeten we zorgen dat er voldoende groene energie is. Zonder dat heeft het geen kans.'