Column: De aardige terrorist

© RTV Noord
Het was afgelopen woensdag nog net niet: 'Ladies and gentlemen. We got him'.
Maar de politie was uiteraard apetrots dat ze eindelijk de mannen te pakken had die met nare dreigbrieven en andere acties de komst van twee windparken wilden tegenhouden.
We begonnen net te wennen aan het woord 'windmolenterreur'. Weliswaar is dat begrip niet afkomstig van de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding, die er toch voor heeft doorgeleerd, maar het bekt zo lekker. Het begon zowaar een spannende geschiedenis te worden: een geheimzinnige ondergrondse beweging die nu alleen nog maar brieven stuurde en asbest rondstrooide, maar misschien inmiddels ook al explosieven in huis had gehaald om de windparken bij Meeden en in de Drentse Monden op te blazen. Voor een windpark wel een passend slot.
Vooropgesteld: eerst moet nog bewezen worden dat de drie aangehouden mannen daadwerkelijk de gezochte 'windmolenterroristen' zijn. Maar het is nu al een beetje een katterig gevoel dat er ineens namen en gezichten bij deze ondergrondse horen. De laatste aflevering van een goede maffiaserie, de laatste pagina's van een meeslepende whodunit. Het is bijna jammer dat het kwaad ineens een gezicht krijgt en dan ook nog eens een heel menselijk gezicht. Van bijvoorbeeld Jan Nieboer die in zijn hele omgeving geacht wordt. Voorzitter van de bedrijvenvereniging in de Kanaalstreek, voorzitter van de Snikkeweek, penningmeester van stichting De Snikke Dieverdoatsie, lid van de aanbevelingscommissie De eeuw van mijn Ubbo, bestuurslid van de Zonkoloniën en de voorman en woordvoerder van Tegenwind Veenkoloniën. En dan ook nog eens een geliefd echtgenoot en vader. De weg naar de hemel lag voor hem open en nu dit…
We hadden liever gezien dat het om een paar laag-bij-de-grondse asocialen was gegaan, met gluiperige tronies met littekens van de uitgeknepen jeugdpuistjes, grove trekken, kalend, met een bierbuik en een strafblad voor het terugdraaien van kilometertellers in tweedehands auto's. Mannen die ook nog eens de kinderen slaan, hun echtgenotes met de aardappels laten zitten omdat ze zo nodig naar de hoeren moeten en in het weekend met hun 'bierzuchtige petiet fratlichaam', zoals Reve dat noemt, op de bank hangen en nog te beroerd zijn om dat losse plankje in de keuken vast te spijkeren. Kortom, mannen waar we bóós op kunnen zijn.
Het is dat we maar al te goed weten dat ondernemersgezinnen maandenlang in angst hebben gezeten en omzetverlies hebben geleden als gevolg van die dreigbrieven, anders zouden we de daden van de, vooruit, 'windmolenactivisten' nog gaan relativeren. Dat beetje asbest, zo'n anoniem briefje dat in een opwelling geschreven wordt, een machteloos boos plakkaatje met een hakenkruis op de burgemeester geplakt, het is niet écht gemeen. Een beetje onbezonnen, oké, maar er is niemand gewond geraakt toch?
En wordt Jan Nieboer ineens een ander mens, nu we weten dat hij misschien die akelige brieven heeft geschreven, in wanhoop bij de gedachte aan die windmolenparken? Kun je aardig zijn en toch een misdrijf op je geweten hebben? De geschiedenis leert van wel. Daarom is het maar goed dat recht en moraal weinig met elkaar te maken hebben. De rechter bestraft een daad, niet een persoon. Als Nieboer bestraft wordt, is het daarmee ook afgedaan. De ergste straf moet trouwens nog komen: die helse windmolens in de achtertuin.
Willem van Reijendam