Wiebes veroorzaakt lawine van tegenslagen door versterking te pauzeren

© RTV Noord
Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Dat geldt ook voor minister Eric Wiebes (VVD) van Economische Zaken en Klimaat. Vriend en vijand waarschuwden hem om de versterkingsoperatie niet stil te leggen.
Overtuigd van zijn eigen gelijk en met de wetenschap dat de aanpak van voormalig Nationaal Coördinator Groningen Hans Alders ook weinig zoden aan de dijk zet, drukt Wiebes in het voorjaar van 2018 toch de pauzeknop in. 
De aanstaande versterking van duizenden huizen komt met gierende banden tot stilstand, op lopende zaken na. Nieuwe plannen, gebaseerd op risicoprofielen van gebouwen, zouden ervoor zorgen dat er wél tempo wordt gemaakt.

Het jaar van de uitvoering

Wiebes belooft meerdere malen dat 2019 'het jaar van de uitvoering' moet worden. Maar tot nu toe is het vooral een jaar van teleurstellingen. De nieuwe plannen lijken gezonken in een pot met stroop waardoor de versterking maar niet op gang komt. Het Staatstoezicht op de Mijnen kijkt met een zorgelijke blik mee met wat er in Groningen gebeurt. 
De oorzaak van dit alles? Uit een niet openbaar gemaakt rapport van de Boston Consultancy Group blijkt dat het indrukken van de pauzeknop door minister Wiebes een lawine van tegenslagen heeft veroorzaakt waardoor de versterking alleen maar meer vertraging heeft opgelopen. RTV Noord zet de zaken op een rij. 

Leegloop bij NCG

Een direct gevolg van Wiebes' besluit is het opstappen van Hans Alders als Nationaal Coördinator Groningen. De nieuwe systematiek veroorzaakt ook na zijn vertrek onrust bij het instituut NCG. Met Alders vertrekken door de maanden heen tientallen deskundigen, waarmee ook veel kennis verloren gaat.
De onrust komt voort uit kritiek op het veelbesproken Hazard and Risk Assesment (HRA) van de NAM. Dit rekenkundige model wordt gebruikt als basis voor de bepaling van risicovolle gebouwen en dus ook als basis voor de versterking.

'Ik heb er niets mee'

De tijdelijke opvolger van Alders - Herman Sietsma - heeft ook geen geloof in het model, zo blijkt uit een door RTV Noord opgevraagd gespreksverslag. 'Ik zal de HRA niet verdedigen, want ik heb er niets mee', zegt Sietsma tijdens de vergadering waar hij zijn versterkingsplannen presenteert. 
Het gebruik van die HRA-methode zorgt voor maanden vertraging, terwijl de methodiek aanvankelijk gepresenteerd wordt als versnelling. Met een druk op de knop rolt er een lijst met risicovolle gebouwen uit de computer, zo is het verhaal in de zomer van 2018. Maar de praktijk blijkt weerbarstiger.
Met elke druk op de knop, komt er een andere lijst uit de computer. Medewerkers van de NCG weten niet wat ze ermee aan moeten. Het duurt maanden voordat er een relatief 'stabiele lijst' op tafel ligt en nog altijd is het maar de vraag hoe stabiel de lijst nu is.

Woordenspel

In de tussentijd ligt de versterking van duizenden huizen stil. Het ministerie weerspreekt overigens keer op keer dat de versterking stil ligt. Zo zegt Wiebes in een debat: 'De versterking is uitdrukkelijk nooit stopgezet. Er zijn huizen gereedgekomen. Het gaat wel stroef, maar als iemand tegen mij zegt dat het is stopgezet, zeg ik altijd: nee.'
Dit woordenspel herhaalt zich het afgelopen jaar meermaals. Wiebes heeft een punt, omdat de lopende versterking inderdaad verder gaat. Het is niet zo dat hij persoonlijk aannemers van bouwplaatsen trekt omdat ze moeten stoppen met versterken.
Maar voor duizenden anderen komt het proces tot stilstand en staat de versterking dus wel degelijk stil. Ze krijgen voorlopig geen inspectie of versterkingsrapport.

Als sneeuw voor de zon

Het gevolg hiervan is een werkvoorraad huizen die als sneeuw voor de zon verdwijnt. Net zo snel gebeurt dat met de ingenieurs die aan die woningen zouden werken.
Het aantal beschikbare ingenieurs halveert in 2018 van 575 in januari naar 275 in december, zo blijkt uit een rapport van de Boston Consulting Group. Een direct gevolg van het kiezen voor een andere methode.
Een probleem waar de instanties die betrokken zijn bij de versterking nog altijd tegenaan lopen. Zo gaan de gemeenten in hun eigen lokale plannen van aanpak uit van vier keer zoveel beschikbare ingenieurs als het Centrum Veilig Wonen in werkelijkheid heeft.

Opschalen

Het onvermijdelijke gevolg is dat het aantal inspecties van 3000 tot 4000 per jaar niet gehaald wordt. In het onderzoek van de Boston Consulting Group blijkt dat 2330 inspecties in 2019 realistischer is.
De ingenieursbureaus moeten dan wel opschalen. Dat willen ze wel, maar dan moet wel worden voldaan aan een aantal randvoorwaarden. Zo moet de adressenlijst met huizen die aangepakt worden stabiel zijn. En ze moeten een langere tijd voldoende uitzicht op werk hebben.

Vertrouwen

Om het herstel van vertrouwen te bespoedigen, zijn boeteclausules geschrapt in de contracten met de ingenieursbureaus. De angst bestaat dat niemand zich anders inschrijft voor nieuwe opdrachten. De bureaus kunnen daardoor zonder consequenties afwijken van hun planning. 
De enige stok achter de deur is dat ze mogelijk geen nieuwe klussen krijgen. Maar zij weten net zo goed als iedereen die met de versterking te maken heeft, dat elk paar handen hard nodig is. Bovendien heeft het herstel van vertrouwen nog wel even tijd nodig.

Tegenwind

Om het tij te keren, werken Groningse bestuurders en ministers Wiebes en Ollongren (EZK en BZK) koortsachtig aan een pakket versnellingsmaatregelen. Ondertussen wordt duidelijk dat Centrum Veilig Wonen, dat nog altijd een nadrukkelijke rol speelt in de versterking, vanaf begin volgend jaar niet meer bestaat. Het is onzeker waartoe dat gaat leiden.
De storm die oplaaide na het pauzeren van de versterking lijkt voorlopig nog niet te gaan liggen.