Wetenschapswinkel Groningen bestaat 40 jaar: 'De meeste vragen kunnen wij wel behandelen'

De Rijksuniversiteit Groningen
De Rijksuniversiteit Groningen © Marco Derksen/Flickr Creative Commons
In de jaren zeventig begon de universiteit van Utrecht met een wetenschapswinkel en ook Amsterdam volgde al vrij snel. De wetenschapswinkel van Groningen begon in 1979 en bestaat dit jaar dus veertig jaar.
Destijds werd er alleen nog theoretisch onderwijs gegeven in Utrecht, terwijl studenten en de schoolleiding de lesstof graag wilden verruimen. Daarnaast dienden de eerste milieuproblemen, zoals vervuilde bouwgrond, zich aan. Bewonersorganisaties zochten een oplossing voor dat probleem, waarna studenten met ze om tafel gingen om een oplossing te zoeken. 
Een paar jaar later gingen ook andere universiteiten op die manier te werk. De Amsterdamse universiteit kreeg als eerste een eigen kantoor waar mensen naartoe konden gaan om hun vragen aan studenten voor te leggen. Jacqueline Cramer (later minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) kwam op het idee om het kantoor de wetenschapswinkel te noemen.

De fietsenstalling van de faculteit Letteren

Voordat wetenschapswinkels kantoren kregen, kwam er elke vrijdagmiddag een kartonnen doos met vragen op tafel te staan. Die vragen werden vervolgens verdeeld onder de verschillende faculteiten, weet voorzitter van de wetenschapswinkel van de Rijksuniversiteit Groningen, Henk Mulder, zich nog te herinneren.
In 1979 besloot de universiteit van Groningen om bij vijf verschillende faculteiten ook een wetenschapswinkel te lanceren. Mensen die erin geïnteresseerd waren droegen het idee. 'De eerste wetenschapswinkel van Groningen begon in de fietsenstalling van de faculteit Letteren', weet Mulder.
'Inmiddels betaalt de universiteit mij om aan bemiddeling te doen tussen de vragenstellers en de studenten en staf.'

'We proberen altijd een oplossing te vinden'

Alleen organisaties mogen vragen indienen. Iedereen die aangesloten is bij een organisatie, kan vervolgens iets doen met de aangedragen oplossing.
Mulder: 'Je kunt bijvoorbeeld een enquête laten houden door een student. Zo kan een student er iets van leren en het hele proces om zo'n enquête te houden kunnen we toevoegen aan het opleidingsprogramma. Daarom kan het ook gratis zijn. De student krijgt er punten voor en een docent moet dat toch begeleiden. We veranderen de studievraag dus alleen.'
We zijn geïntegreerd in de universiteit zelf en dat levert wat op
Henk Mulder - Voorzitter wetenschapswinkel Rijksuniversiteit Groningen
Twee derde tot driekwart van de gestelde vragen kan door de wetenschapswinkel worden afgehandeld. 'Als een student niets leert van een vraag en we kunnen er verder niets mee, dan helpen we de mensen wel op weg en proberen we een oplossing te zoeken', aldus de voorzitter.

Geluid van windmolens

Eén van de meest indrukwekkende vragen vindt Mulder een vraag van bewoners naast een windmolenpark. Volgens het rekenmodel van de overheid zouden de bewoners geen last van geluid moeten hebben, maar de bewoners klaagden allemaal over geluidsoverlast in de nacht.
'Wij hebben dat rekenmodel opgebroken en goed bekeken. Toen bleek dat het rekenmodel rekening hield met oude windmolens van dertig meter hoog. Deze nieuwe windmolens waren veel hoger.'
'We hebben er lang aan gewerkt, met weerballonnen en dergelijke. Er zat veel wiskunde en wetenschap in en uiteindelijk bleek het op de hoogte van de nieuwe windmolens veel harder te waaien en bleken de windmolens wel degelijk geluid te genereren.'
Na vijf jaar heeft de overheid het nieuwe rekenmodel van de wetenschapswinkel geaccepteerd. Over hoeveel hinder de windmolens geven? Daar gaat de wetenschapswinkel niet over. 'Dat is aan de politiek.'

De toekomst

Mulder is wel blij met het resultaat van die specifieke vraagstelling. 'Er zijn veel artikelen over gepubliceerd en het is zelfs een proefschrift geworden. De overheid heeft nu betere tools in handen. Studenten, wetenschappers, burgers en beleidsmakers hebben er iets aan gehad.'
Mulder vreest niet voor de toekomst van de wetenschapswinkel. 'We zijn geïntegreerd in de universiteit zelf en dat levert wat op. Als dit liefdadigheid was geweest, had het alleen maar geld gekost.'