Deze dag: het einde van de Groninger confectie-industrie
450 werknemers van de Groninger Kleding Unie (GKU) krijgen ontslag aangezegd. Nota bene tijdens hun vakantie.
Het was, zo bleek later, het begin van het einde van de Groninger confectie-industrie. Het gebeurde op deze dag in de geschiedenis, 20 juli 1971.
Bestuurder Koevoet van NVV-textielbond 'De Eendracht' sprak in Ons Dorpshuis in Nieuweschans ferme taal: hij zou 'geen enkel middel schuwen' om deze zaak tot een oplossing te brengen. In het Nieuwsblad van het Noorden beloofde de Groninger wethouder Max van den Berg om de arbeiders in Oost-Groningen, 'waar de klap het hardst zal aankomen', hulp en steun bij hun acties.
Minister Langman van Economische Zaken onderzoekt de mogelijkheid van overheidssteun, schrijft het Nieuwsblad van het Noorden. Het zou er niet van komen. Vooral omdat het kabinet inzette op een industrie die zich verder zou ontwikkelen. Een arbeidsintensieve tak als confectie zou daarom naar lagelonenlanden verplaatst moeten worden.
De gebroeders Levie openen rond 1880 een atelier aan de Carolieweg in de stad. Ze zijn de eersten die 'standaardmaatpakken' produceren. De productie stijgt in het begin van de twintigste eeuw gestaag; ook pantalons en regenpakken zijn inmiddels in het assortiment opgenomen.
In de jaren dertig groeit Groningen uit tot het centrum van de Nederlandse herenkledingconfectie. De crisis in die jaren laat ook hier zijn sporen na, maar de productie betekent ook na de Tweede Wereldoorlog werk voor duizenden Groningers.
Het is om te beginnen de loonexplosie van de jaren zestig die de concurrentiepositie aantast. Daarnaast daalt de behoefte aan kostuums door de opkomst van vrijetijdskleding. De spijkerbroek luidt het begin van het einde in. Van de 6251 Groningers die in 1966 confectie maken, zijn er begin jaren tachtig nog 300 over.
Op deze dag in 1971 is G.G. Cohen nog de enige directeur van de Groninger Kleding Unie. De anderen zijn door de raad van commissarissen aan de kant geschoven, toen de bedrijfsresultaten begonnen te kelderen.
Volgens Cohen is bij de samenvoeging van de vijf bedrijven die samen de Unie vormen, de gekozen bestuursvorm - vijf directeuren met dezelfde rechten – de oorzaak van de neergang.
'Met ernstige ongerustheid zie ik op het ogenblik dat zich politieke acties aandienen'. Die acties kwamen er, maar het hield massaontslagen en sluiting van vestigingen niet tegen. De neergang van een ooit bloeiende tak van nijverheid was onafwendbaar. Het begon met de honderden ontslagen bij de Groninger Kleding Unie op deze dag in de geschiedenis, 20 juli 1971.