Hoogleraar mailt 700 collega's om steun voor de voedselbank

Een opslag van de voedselbank
Een opslag van de voedselbank © Derk Bosscher/RTV Noord
Ze deed het vorig jaar al eens en dit jaar gaat ze het weer doen. Ingrid Molema, hoogleraar Levenswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, stuurt al haar collega's een e-mail met de vraag of ze geld willen geven voor de voedselbank.
Vorig jaar mei las Molema dat vanwege het verminderen van financiële steun voor de voedselbank kinderen minder of geen ontbijt meer kunnen krijgen. 'In een rijke stad als Groningen hoeven kinderen niet op te groeien in armoede', was haar eerste gedachte.
Met die gedachte belde Molema met de directeur van de voedselbank, Ulfert Molenhuis, en vroeg hem of ze wat kon doen. 'Want', zo stelt ze, 'wij zijn betrokken bij onderwijs en afhankelijk van onderwijs. Wij moeten daar zo veel mogelijk uithalen.'

Vorig jaar succesvol

Ze hoorde dat 740 gezinnen kinderen zonder ontbijt naar school brengen. 'Wij moeten er voor zorgen dat kinderen goed kunnen leren. Met een lege maag kun je dat niet', zegt Molema.
Ze heeft vorig jaar direct een e-mail gestuurd naar een aantal collega's met de uitleg wat er aan de hand is en of ze voor twee euro per week een gezin willen adopteren. 'Ik kreeg direct van Molenhuis bericht dat er uit de hele provincie giften binnenkwamen, volgens Molenhuis kwam dat door mijn mailtje.'
Zolang de lokale overheid het niet oppakt, is het een taak voor ons dat kinderen weer kunnen leren
Ingrid Molema - Hoogleraar
Toch merkt de voedselbank dat de giften een beetje teruglopen. 'Veel mensen hebben een paar keer wat gedoneerd, maar hebben geen gezin geadopteerd. We moeten er voor zorgen dat er structureel geld binnenkomt.'
Na de eerste mailing kreeg Molema de vraag van collega's die geen mailtje hadden ontvangen of ze ook mee mogen doen. 'In september herhaal ik mijn oproep en zet daar dan bij: 'Hoort zegt het voort'. Het is namelijk niet alleen voor hoogleraren. Iedereen mag meedoen.'
Molema is wel van plan om de mailing nog vaker te herhalen. 'Zolang de lokale overheid het niet oppakt, is het een taak voor ons om er voor te zorgen dat kinderen weer kunnen leren.'
Ik ga zevenhonderd collega's vragen om een tientje per maand te geven
Ingrid Molema - Hoogleraar

Zevenhonderd collega's

Ze hoopt dat er een structurele oplossing komt, maar tot die tijd probeert zij het met haar collega's op te lossen. 'Als we op de overheid moeten wachten duurt het heel lang. Dat zien we hier in de provincie met de aardbevingsschade.'
'Ik ga zevenhonderd collega's vragen om een tientje per maand te geven om structureel bij te dragen.' Molema hoopt dat ze voldoende mensen bereikt met haar oproep. 'Je ziet van bepaalde hoogleraren dat ze niet wisten dat er zo veel armoede is en ze weten het nu wel. Sommigen zijn nu zo enthousiast en adopteren drie gezinnen.'
Maar niet iedereen is even enthousiast. 'Er zijn ook anderen die zeggen: 'Er zijn andere problemen in het land'. Het is niet dat ze slecht denken, maar ze staan er lang niet altijd bij stil', zegt Molema.

Geschikte datum

'Ik probeer de mailing op een geschikt moment te sturen', weet Molema. 'Als ik het vlak voor de vakantie doe, belandt het in de bak die pas na de vakantie gelezen wordt. Mail ik direct na de vakantie, dan heeft iedereen het te druk. Ik mail dus op 15 september, dan is de eerste drukte voorbij en ziet iedereen mijn mailtje.'