'Eenzaamheid onder jongeren is een epidemie'

Cristina, Michael en Hanna.
Cristina, Michael en Hanna. © Eigen foto's/Bewerking RTV Noord
Dat ouderen vaak eenzaam zijn is algemeen bekend. Maar vlak ook jongeren niet uit. Eenzame jongeren kruipen langzaam uit hun schulp op sociale media om het taboe te doorbreken.
Eind juli trapte de 25-jarige Nadï uit Nijmegen af. Haar sociale leven is beperkt tot bezoekjes aan de fysiotherapeut, schreef ze. Twitter ging los na haar boodschap.
Meer dan de helft van de jongeren is eenzaam, zegt Cristina Constantin. Zij is stagiaire bij Jimmy's, een organisatie in Groningen voor jongeren 'met vragen over eigenlijk alles'.
De focus ligt vaak op ouderen, zegt zij: zij hebben ons land opgebouwd. 'Maar wij hebben de toekomst.'

Prestatiedruk

Volgens Cristina is de eenzaamheid bij jongeren één op één gerelateerd aan prestatiedruk. 'Op school, op het werk, privé, jongeren moeten aan enorme eisen voldoen. Ze moeten er perfect uitzien en een geslaagd sociaal leven hebben. En als dat niet zo is, falen ze. Terwijl al die foto's op Instagram hartstikke nep en bewerkt zijn. Maar het is heel moeilijk om dat als jongvolwassene in te zien.'
Veel jongeren die eenzaam zijn, kampen daarnaast ook met stoornissen, weet Cristina. 'Denk aan eetstoornissen, automutilatie en depressies.'

Cocktails drinken

Waarom is het nou zo'n taboe om uit te komen voor je eenzaamheid, denkt zij? Nou, juist dóór die focus op ouderen. Door het heersende beeld van verwende millennials die de hele dag alleen maar in de sportschool staan of juist cocktails drinken en selfies maken.
Eenzaamheid is een epidemie. Niemand praat erover en het wordt steeds groter
Cristina Constantin
'Ouderen hebben al snel iets van: 'ja maar wij hadden het pas écht zwaar, want wij moesten vijftig kilometer naar school fietsen', of woorden van die strekking. Dat maakt het heel lastig voor een jongere om zich te uiten over dingen die niet zo goed gaan.'
Terwijl dat laatste nou juist zo belangrijk is, zegt ze. Want: wat je verzwijgt blijft woekeren, het is een vicieuze cirkel waar je niet meer uit komt. 'Eenzaamheid is absoluut een epidemie. Niemand praat erover en het wordt steeds groter.'

Signalen

Wat kunnen ouders, leraren, andere volwassenen doen om de jongeren in hun leven te helpen? 'Op de signalen letten', zegt Cristina. 'Als een jongere minder vrolijk is, minder praat, zich afzondert, veel meer of juist veel minder eet, op zijn of haar kamer blijft, minder of juist meer slaapt, let daarop. Klop op de deur: 'Goh, wil je misschien ergens over praten?' Die kleine dingetjes, die doen het 'm.'

Het verhaal van Michael*

'Ik ben 21 en woon in Groningen. Als je eenzaam bent en een maatje zoekt…', zo begint de tweet die Michael vorige week plaatste.

Vlucht

Michael beleefde geen idyllische jeugd in het Friese dorp waarin hij opgroeide. Pesten, verdriet, eenzaamheid, waar pas een eind aan kwam toen hij naar Groningen verhuisde. Vluchtte, was het eigenlijk.
Maar daarover straks meer.

Hakenkruizen

De kinderen op zijn school vinden Michael maar een raar, verwijfd ventje. Hij weet het op zijn elfde zelf nog niet, maar zijn schoolgenoten weten het wel en staan al snel met hun oordeel klaar. De muren van de afkoelruimte die de school biedt, kliederen ze vol met hakenkruizen en de tekst 'HOMO'.
'Tsja', zegt Michael, nu. 'Het was geen fijne tijd.'

Te erge buikpijn

De middelbare school, nieuw tijdperk. Nieuwe kansen zou je denken, maar nee, het gepest gaat door. Michael heeft ADHD en PDD-NOS, en wie denkt dat zulks in het speciaal onderwijs geen reden tot pesten is – omdat iederéén 'iets' heeft – komt bedrogen uit, zegt hij.
Geregeld is hij ziek, heeft hij te erge buikpijn, last van stressklachten, hij blijft wel eens een paar weken thuis omdat het gepest té heftig is. Als hij op zijn vijftiende uit de kast komt, vindt de rest hem helemáál een freak.
'Eigenlijk', zegt hij, 'heb ik mijn hele jeugd geen vrienden gehad'.

Koffer

Zonder dat hij er al te veel over wil vertellen: thuis is de situatie niet bepaald veilig, houd het daar maar op. Geregeld is er ruzie, en als op een dag de spanning te hoog oploopt, gooit hij wat spullen in een koffer: kleren, zijn oplader, een polaroid van zijn ex-vriendje.
Hij gaat.

Niemeyer

Rugzak op de rug, koffer naast de fiets, vijf kilometer naar het busstation, de fiets laat hij daar achter. Van achter de ramen van de bus staart hij naar het gebouw van Theodorus Niemeyer. Als ik maar in Groningen ben, denkt hij, dan is er vast wel iemand die me helpt. Hij is een tijd thuisloos, slaapt een weekje hier, een nachtje daar. Het is de jongerenorganisatie Jimmy's die hem uiteindelijk onder de arm neemt.
Als hij vrienden had gehad, was het nooit zover gekomen, daar is hij van overtuigd. Maar ja, als, als, als.
Op sommige dagen praatte ik alleen maar met het meisje achter de kassa van de supermarkt
Michael

Meisje van de kassa

'Wie op het platteland woont, moet erg zijn best doen om aan sociale contacten te komen. Ik had bijvoorbeeld geen geld om de bus te pakken naar Leeuwarden. En geen enkele jongere heeft dat. Alles is in kliekjes; je kent mensen via de kerk of via school, maar als je dat niet hebt? Er waren dagen dat ik letterlijk maar met één persoon sprak op een dag, het meisje achter de kassa van de supermarkt.'

Wantrouwig

Hij is heel sociaal, zegt hij, daar ligt het niet aan, ook tijdens dit interview vallen de woorden uit zijn mond als muntjes uit een fruitautomaat waarop de jackpot is gevallen. 'Ik kan heel snel een sociaal netwerk bouwen. Dat blijkt ook wel, want ik heb in de korte tijd dat ik in Stad woon heel veel mooie mensen ontmoet. En ze menen het ook echt. Dat voel ik. Mijn pestverleden heeft me heel wantrouwig gemaakt, maar de vrienden die ik nu heb, zijn oprecht.'

Woonkamers

Wat zijn Friese dorp, of eigenlijk het hele platteland, nodig heeft? Plekken om samen te komen, om elkaar te ontmoeten. 'Neutrale plekken, soorten woonkamers. Waar je kunt zitten, praten, een broodje eten. Niet van die keten waar alleen maar gezopen wordt.'
Jongeren moeten praten over eenzaamheid, zegt hij ook. Want alleen dan kunnen ze er iets aan doen. 'Ook daarom heb ik mezelf als maatje aangeboden. Ik weet hoe erg het is. Als ik met af en toe een kopje koffie drinken iemand een leuke herinnering kan geven – daar doe ik het voor.'

Mezelf zijn

Groningen is zijn stad, glundert hij. Een goede vriendin woont heel dichtbij, zijn vriend om de hoek, kan niet beter.
Hier wordt hij geaccepteerd, zegt hij, en het vóelt ook zo. 'In Friesland was ik altijd het broertje of de zoon. Hier kan ik mezelf zijn. Hier ben ik wie ik ben: Michael.'

Het verhaal van Hanna Thomas

Hanna (nu 21) 'werkt' anders dan andere kinderen. Dat komt omdat ze PDD-NOS heeft, maar kom daar maar eens mee aan bij de kinderen van haar school – die zien vooral een verlegen meisje dat geregeld in huilen uitbarst. Als ze niet mee mag spelen of als ze iets niet begrijpt. 'Dat maakte me heel verdrietig', zegt ze, nu, terugblikkend. 'Eigenlijk wisten ze gewoon niet hoe ik werkte.'
Tegen de tijd dat Hanna's omgeving haar begrijpt, gaat ze van school. Op de middelbare school heeft Hanna het naar eigen zeggen nog zwaarder. 'Ik dacht dat ik zonder tienen geen toekomst had, dus als ik een acht had, was ik helemaal overstuur.'

Structuur nodig

'Weet je?', zegt ze, 'ik wilde gewoon graag leren, en dat kan ik alleen als er structuur is, ik heb duidelijkheid nodig. En de klas zat vol raddraaiers, één en al chaos, de leraren konden daardoor niet goed lesgeven, waardoor ik weer achter kwam te liggen.'
Er is ook gedoe met een jongen in die jaren, met vriendinnen die haar links laten liggen en haar niet geloven als ze haar hart bij hen uitstort. Voor ieder pubermeisje al ingewikkeld, maar voor Hanna een regelrechte ramp. Ze wordt depressief, kan bij niemand terecht, en begint zichzelf te snijden. Ze vertelt het op de stoel bij Jimmy's, schuchtere ogen onder een donkerblonde pony. 'In die tijd voelde ik me echt heel erg eenzaam.'

Beste vriendin

Niet dat ze geen vriendinnen heeft, in die tijd. Maar haar beste vriendin gaat 'slechte dingen' doen waar ze niets mee heeft. Roken, drinken, blowen, dingen met jongens. 'Ik neem haar niets kwalijk, maar ze was zo veranderd – ze was mijn beste vriendin niet meer.'
Het eindexamen, gelukkig, einde tijdperk, ze is blij dat het erop zit. Eindelijk iets doen waar ze lol in heeft. Hanna houdt van tekenen, is creatief, ze voelt zich er, zegt ze, comfortabel bij bovendien. 'Als het jou gelukkig maakt: doen!', zeggen haar ouders.
Maar ook op haar vervolgopleiding vindt Hanna geen aansluiting. 'Eigenlijk gebeurde daar hetzelfde: ik nam school heel serieus, wilde leren. Mijn klasgenoten waren daar veel minder in geïnteresseerd. Zij gingen uit, de hele nacht opblijven. Ik heb daar niets mee.'
Horten, stoten, vallen, opstaan, Hanna studeert af.

Schoonmaakwerk

En nu? Nu een baan, maar ze weet dat ze geen dagen van acht uur kan maken, en fysiek werk zit er ook niet in. Ze legde dit voor bij de gemeente en ging naar het UWV. Vorige week had ze een gesprek. 'Boden ze me schoonmaakwerk aan. Daar werd ik echt heel verdrietig van. Ben ik met veel pijn en moeite afgestudeerd…'
Soms voel ik me iemand die gewoon niet gelukt is
Hanna Thomas
Ze is niet eenzaam, zegt ze, maar voelt zich wel zo. Wat betekent dit precies? 'Nou, ik heb best goede vrienden en vriendinnen. Maar toch voel ik me soms...' Een stilte valt. Ze denkt even na en zegt dan: 'Soms voel ik me iemand die gewoon niet gelukt is.'
Het is lastig dat anderen haar vaak niet begrijpen. Eigenlijk, zegt ze, begrijpt niemand haar, niet écht, alleen zijzelf.
Ze is 21, en soms vragen mensen of ze op kamers woont, en dan moet ze antwoorden dat ze nog bij haar ouders woont, en dan schaamt ze zich. 'Want het werk van mijn ouders zit erop, of nou ja, dat zou moeten.'

Verkeerde beslissingen

Waar ze van droomt? 'Dat ik mezelf nog meer ontwikkel', zegt ze, en daarmee bedoelt ze dat ze wat meer handigheid in het leven wil krijgen. Het gaat al veel beter dan eerst, ze begrijpt dingen beter, gaat beter met kritiek om. Durft ook eerder vragen te stellen, waar ze dat vroeger niet deed, verkeerde beslissingen nam omdat ze niets durfde te vragen. En ze huilt minder. 'Ik hoop dat mensen ooit niet meer meteen aan me merken dat ik autistisch ben.'
Het kost haar bakken vol energie, zegt ze, om zich steeds maar aan te passen aan de wereld, aan een norm die niet autistisch is. Daarom is ze ook altijd moe.
Maar ze doet het wel en blijft dat ook doen. Want alles om niet terug te vallen in dat gevoel van jaren geleden. Alles om niet weer depressief te worden. Want dat nooit weer.

Schilderingen

Het allergelukkigst? Dat is ze als ze duidelijkheid heeft, structuur.Als de wereld klopt en ze weet waar ze zich aan moet houden. En als ze tekent - zie ook haar Instagrampagina. Op school, toen ze decors beschilderde voor het eindfeest. Bij Jimmy's, waar ze een stripboek maakte en schilderingen maakte in de gang, portretten van haar helden en quotes die haar inspireren.
'Als ik de boel níet op een rijtje heb, klap ik dicht en dan word ik verdrietig. Dan haal ik me dingen in mijn hoofd die niet kloppen.'
*Michael wilde liever niet met zijn achternaam genoemd worden. Deze is wel bekend bij de eindredactie.