Lijst onveilige panden houdt geen rekening met verbouwingen

Aardbevingsschade.
Aardbevingsschade. © Jos Schuurman/FPS
De NAM houdt in haar berekening van de meest risicovolle huizen in het aardbevingsgebied géén rekening met verbouwingen. Dat roept de vraag op hoe nauwkeurig de lijst met huizen is, die de basis vormt van de versterkingsoperatie.
Dat blijkt uit documenten die door RTV Noord zijn opgevraagd via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Rekenmodel

Het gaat om het veelbesproken rekenmodel van de NAM. Hoe hoger dit model het risico van een woning inschat, hoe eerder het gebouw aan de beurt is voor een inspectie. Als een woning niet aan de norm voldoet, moet deze worden verstevigd of gesloopt en herbouwd. 
Minister Eric Wiebes (VVD) van Economische Zaken en Klimaat heeft besloten dit door de NAM ontwikkelde model te gebruiken als basis voor de versterking.
De opgevraagde documenten tonen aan dat het model weliswaar risicovolle woningtypes kan opsporen, maar alleen op basis van de informatie die voorhanden is. Hoe minder gegevens bekend zijn van een huis, hoe groter de kans is dat de woning al dan niet ten onrechte wordt gemist in de lijst van risicovolle gebouwen. 

Geen rekening met verbouwing

Voor het model worden onder meer bouwtekeningen gebruikt, maar ook beelden van Google Street View. Die laten echter niet altijd de actuele situatie zien. Er kan een schuifpui zijn toegevoegd of een belangrijke balk zijn weggehaald tijdens een verbouwing. 
In een overleg over die onzekerheden vraagt de provincie: 'Hoe wordt ermee omgegaan als er verbouwingen zijn gedaan die niet op de beschikbare tekening staan?' Het antwoord van de NAM daarop is: 'Daar wordt nu geen rekening mee gehouden.'
Verder wordt uitgegaan van aannames gebaseerd op onderzoek: de NAM gaat er bijvoorbeeld van uit dat een bepaald percentage van rijtjeswoningen uit de jaren zeventig een houten vloer heeft. Maar dat geldt dus niet voor elke rijtjeswoning uit de jaren zeventig.

Gok

In een brief van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) staat dat de verschillende kenmerken, zoals de soort vloer, baksteen- of betonbouw, niet altijd zonder inspectie of bouwtekening zijn vast te stellen. In die gevallen worden 'kansen toegekend aan de verschillende type-mogelijkheden', zo staat in de documenten.
Als van een woning bijvoorbeeld onbekend is wat voor vloer het huis heeft, krijgt deze vijftig procent kans op een betonnen vloer en vijftig procent op een houten vloer. Dat maakt de uitkomst in feite een gok, zelfs als er geen sprake is geweest van een verbouwing.

NAM-model

Er is veel gezegd en geschreven over het NAM-model. Het is niet geschikt voor het beoordelen van een individueel huis, maar zou dat wel zijn voor het bepalen van de versterking. Nu blijkt dus dat ook dat laatste maar zeer de vraag is.