Column: Liefdesverdriet

Columnist Willem van Reijendam
Columnist Willem van Reijendam © RTV Noord
Je moet als wetenschapper ver durven gaan om je kennishonger te stillen. Vieze dieren opensnijden, in grotten rondhangen, blootstaan aan straling en dus ook aan rechtshandige vrouwen vragen of ze over hun liefdesverdriet willen vertellen.
Onderzoekers van het UMCG doen het toch maar en dat werd hoog tijd. In die eeuwigdurende zoektocht die wetenschap heet, in die spelonken van onontgonnen kennis, stuit je namelijk vanzelf op fundamentele vragen over liefdesverdriet bij rechtshandige vrouwen tussen de 18 en 35. Pas als je een beetje weet wat er in zo'n kop omgaat, welke stukjes hersenen rood uit beginnen te slaan en welke kwabjes zich juist hullen in grauwe onverschilligheid, kun je iets zeggen over de vatbaarheid voor depressies en wat eraan te doen. Het liefdesverdriet is alleen maar het proefveldje.
Dat is belangrijk onderzoek, want dan zijn we als samenleving eindelijk af van vage klachten als 'Ik voel me geloof ik een beetje depressief, ik denk dat ik maar een paar weekjes vrij neem.' Over een paar jaar kan een frisse dokter zo'n klager aan de hand van een 'koppogram' precies uitleggen welk stukje brein niet leuk meedoet, en waarom de patiënt dus helemaal niet kan genieten van alle mooie dingen in het leven, zoals het weer, mensen, eten en dingen. Vatbaarheid voor depressie is dan geen kwestie meer van karakter maar van kwabjes. Wie weet kunnen we die op termijn onder controle krijgen, want we hoeven als maatschappij natuurlijk niet te accepteren dat er zomaar mensen ongelukkig zijn.
Rechtshandige vrouwen met een gebroken hart hebben daar nu nog niet zoveel aan, maar die krijgen, als ze meedoen met het onderzoek, in elk geval wat aandacht voor hun liefdesverdriet. Ze hoeven niet alleen maar op de bank te liggen huilen en bonbons naar binnen te proppen dan wel zichzelf uit te hongeren, maar kunnen om de zoveel tijd formulieren invullen over hun gemoedstoestand en erover praten met zo'n aardige jonge dokter. Zolang ze maar niet de illusie krijgen dat de wetenschappers ook maar de geringste empathie hebben met hun gevoelens van verlatenheid, van leegte en van alles verlammende pijn. Het kan die aardige onderzoekers echt geen bal schelen hoe ze zich voelen, als ze maar mooi stil liggen bij het maken van de MRI-scan.
Voor wie zich afvraagt waar die linkshandige vrouwen met liefdesverdriet dan blijven: die zijn niet welkom in het onderzoek, al schreien ze emmers tranen om hun verbroken liefde. Linkshandige vrouwen hebben een iets andere hersenstructuur en het zou de resultaten dus in de war schoppen als die op een hoop worden gegooid met hun rechtshandige seksegenoten. Ceteris zoveel mogelijk paribus, de onderzoekers moeten wel wetenschappelijk blijven tenslotte. Ironisch genoeg floreert de liefde natuurlijk juist bij een zo groot mogelijke diversiteit: iets met potjes en dekseltjes.
Nu de linkshandige vrouwen tussen de 18 en 35 jaar met ldvd dus niet in het ziekenhuis verwacht worden, hebben ze tijd voor andere zaken. Daten bijvoorbeeld. Zo zoekt het dorp Alteveer 250 singles voor één grote barbecue, in de verwachting dat de geur van schroeiend vlees iets liefderijks in de kwabjes teweegbrengt. De vleesmarkt als tamelijk alledaagse benadering van liefdesverdriet. Het contrast met de wetenschappelijke aanpak in het ziekenhuis kan niet groter zijn. Voor het oplossen van depressies moeten de twee waarschijnlijk hand in hand gaan.