Afvalverwerker Delfzijl moet uitbreidingsplannen beter onderbouwen

Afvalverwerker EEW in Delfzijl tijdens de plaatsing van een nieuwe stoomcabine
Afvalverwerker EEW in Delfzijl tijdens de plaatsing van een nieuwe stoomcabine © Jos Schuurman/FPS
Afvalverwerker EEW in Delfzijl moet duidelijk maken waar het slib vandaan komt dat het bedrijf wil verbranden in een nog te bouwen verbrandingsinstallatie.
Dat adviseert de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.).
Voordat de provincie beslist of EEW mag uitbreiden, moeten de gevolgen voor het milieu worden onderzocht en vastgelegd in een m.e.r.

Plannen

EEW Energy from Waste, zoals de volledige naam van het bedrijf luidt, wil de bestaande afvalverbrandingsinstallatie op het industrieterrein Oosterhorn uitbreiden met een zogeheten monoslibverbrandingsinstallatie.
Dus een installatie die alleen bedoeld is voor het verwerken van (riool-)slib. De bestaande verbrandingsovens zijn voornamelijk bedoeld voor de verwerking van huisvuil en bedrijfsafval.

Gevolgen in kaart

De commissie adviseert in het milieueffectrapport te motiveren waarom voor deze locatie wordt gekozen en de noodzaak van de uitbreiding te onderbouwen. En verder wil de commissie dat de mogelijke gevolgen van de uitstoot van schadelijke stoffen voor de omgeving en het milieu in kaart worden gebracht.

Afval uit Amsterdam

EEW verwerkt sinds kort wekelijks zo'n 400 ton rioolzuiveringsslib van de Amsterdamse afvalverwerker AEB, omdat dit bedrijf met grote technische problemen kampt.
Het afval dat in Amsterdam niet kan worden verbrand, wordt overgenomen door andere bedrijven verspreid over het land. Mede daardoor zit er nauwelijks rek meer in de landelijke afvalverbrandingscapaciteit. Daarom wil EEW graag uitbreiden.