Column: Persoonlijk drama
Waar het nieuws vorige week, in de vorm van duizenden boeren, van het Noorden naar Den Haag golfde, daar rolde het tij in de vorm van terugtredende bestuurders afgelopen week weer terug naar Groningen. Van Pauline Krikke via Harald Bouman naar Patrick Brouns.
Het opstappen van Krikke werd met instemming ontvangen, dat van Bouman met verbijstering en dat van Brouns met een mengeling van medelijden en sensatiezucht. De reacties volgden vertrouwde patronen.
Als bestuurders, al dan niet tijdelijk, opstappen, duiken namelijk meteen de bijpassende formules op waarvan de achterblijvende collega's zich kunnen bedienen. Soms iets met 'onvermijdelijk', 'moedig' en 'begrijpelijk' (en dan weet de gevallen bestuurder dat iedereen opgelucht ademhaalt), vaak ook wordt zo'n stap 'gerespecteerd' en niet zelden 'betreurd.' Ook 'persoonlijk drama' doet het goed. Als gewoon publiek kun je daarna iets verzuchten als 'zoiets gun je niemand'…
In het noordelijke nieuws ging het natuurlijk alleen om de twee laatsten. Strikt genomen is Bouman weliswaar geen Groninger meer na zijn overstap van Eemsmond naar Noordoostpolder, maar wie hier eenmaal heeft gewoond, gestudeerd, bestuurd of gesport, blijft voor altijd op de radar van de regionale media. Nooit uit het oog. Vaak wel uit het hart, trouwens. Dus ook het opstappen van Bouman als burgemeester heeft onze belangstelling.
Die interesse wordt natuurlijk gevoed door de warm-menselijke vraag waaróm zo'n burgemeester of gedeputeerde nou eigenlijk vertrekt. Je wilt als burger tenslotte graag een beetje meeleven met je bestuurders. En daar treden grote verschillen aan de dag tussen de gevallen burgemeester en de gestruikelde gedeputeerde. Bouman hulde zich in een videoboodschap (een nieuw foefje dat we vast nog vaak gaan zien), in nevelen. Iets met 'verschil van inzicht' met zijn directe werkomgeving. Het woord 'onoverbrugbaar' ontbrak er nog maar aan. Vandaar dat het speculeren meteen kon losbarsten, culminerend in een vage #metoo-beschuldiging over seksueel getinte opmerkingen, die overigens nergens werd gestaafd.
Over de motieven van het tijdelijk terugtreden van Patrick Brouns hoeven we niet te speculeren. Waar het CDA traditioneel graag wollige taal gebruikt, schreef de Statenfractie nu in een persbericht, met instemming van Brouns zelf, dat hij gezondheidsproblemen heeft die te maken hebben met uitputting en alcoholgebruik. Bám, gedeputeerde Brouns moet van de drank af. En dat is weliswaar een pijnlijke bekentenis maar niet onverstandig, want zijn wij niet allemaal mensen van vlees en bloed? Voor iemand die eerlijk is over zijn tekortkomingen hebben we allemaal een mantel der liefde in de kast hangen, want die is dan ook een beetje voor onszelf. We drinken allemaal wel eens een borreltje. We kunnen medelijden voelen met de oververmoeide gedeputeerde, al blijven we (want wij zijn immers ook maar van vlees en bloed) verlekkerd speculeren over het aantal borreltjes dat de gedeputeerde tot zich nam, waarom, en of hij daardoor nog uitglijders heeft gemaakt.
En terwijl Brouns buiten ons zicht 'aan zijn herstel gaat werken', rolt de nieuwsgolf volgende week weer naar Den Haag, nu met nóg meer boeren. En een minister die maar zo de handdoek in de ring kan gooien, in een zoveelste 'persoonlijk drama.'
Willem van Reijendam