Column: De deur van het provinciehuis

Columnist Willem van Reijendam
Columnist Willem van Reijendam © RTV Noord
Het gazon van het Malieveld in Den Haag schijnt eruit te zien alsof er afgelopen week een WK Achteruitrijden heeft plaatsgevonden en ook het perkje op het Martinikerkhof naast het Groningse provinciehuis ligt er treurig bij.
Het zijn de nog zichtbare sporen van de boerenacties, afgelopen week. Ze rukten met hun tractoren, inmiddels al omgedoopt tot 'tanks van de stikstofrevolte', op tot aan de grasvelden van onze democratie. En anders dan twee weken geleden, toen de sfeer nog iets had van 'Hee, wij zijn er ook nog', was de stemming deze week dreigend: 'Wij willen onze zin, en wel nu!'
Dat werd kracht bijgezet door tientallen tractoren vlak voor de gevel van het provinciehuis. Vrij intimiderend en dat des te meer omdat de groep boeren niet in de hand te houden was. Er is ook bij demonstraties zoiets als een kritische massa. Als die grens wordt overschreden, krijg je kettingreacties.
De boer die op de trekker de mannen stond aan te vuren had, als veel demagogen, niet de groep in zijn greep, hij was zelf in de greep van de groep. Vandaar dat de deur van het provinciehuis even met een tractor moest worden ingebeukt.
De woede van de boeren over de achteloosheid waarmee de politiek maar blijft strooien met heffingen, kortingen, quota en steeds weer nieuwe regeltjes is begrijpelijk. Minder stikstofuitstoot in Nederland is als doel nog minder aansprekend dan zwerfhonden in Roemenië.
Maar net zo begrijpelijk is de standvastigheid waarmee het Groningse provinciebestuur, met die tanks van de stikstofrevolte voor de deur, vasthield aan de regels die het een week eerder had opgesteld. Je wilt niet wijken voor bedreigingen. Kinderen die vragen worden overgeslagen. (Kinderen die niet vragen trouwens ook.)
Toen een groep boeren, niet zozeer schuldbewust als wel strikt zakelijk ('wat kost die klap?') aanboden om het gras op het Martinikerkhof opnieuw in te zaaien, kregen ze te horen dat graszaad als aflaat wel érg goedkoop zou zijn.
Ten eerste ging het blijkbaar om gemeentegrond, dus daar kun je niet zonder lang vergaderen zomaar wat graszaad over uitstrooien en wie weet was er ook wel wat dieselolie of vloeibare stikstof in de grond gelekt, je weet maar nooit, dat moest eerst allemaal uitgezocht worden, dus nee, dat goedmakertje zat er niet in. Goede bedoelingen gesmoord in bureaucratie.
Als je de schade in getallen wilt uitdrukken valt het erg mee. Wat schoonmaakkosten, een glas-in-loodraam en die deur à 5600 euro. Bij een beetje voetbalrel wordt meer schade aangericht. Maar zo'n deur heeft ook symbolische waarde, je hoort hem te respecteren omdat hij de democratie beschermt.
Tegelijk is die deur ook de grens tussen twee werelden. Die van de politici met regels die vaak moeilijk te verdedigen en al helemaal niet uit te leggen zijn, en die van de buitenwereld met allemaal, vaak strijdige, belangen. Bestuurlijke logica versus boerenverstand. Het is goed dat die deur weer is hersteld, zolang hij ook maar open kan zonder dat er een tractor tegenaan beukt.
Blijft over dat vernielde gras. Ook op het Malieveld moet er heel wat gebeuren om het gazonnetje weer op orde te krijgen. Ook daar hebben de boeren aangeboden dat voor hun rekening te nemen en eigenaar Staatsbosbeheer neemt, minder nuffig dan de Groningers, dat aanbod gewoon aan, want het veld moet er snel weer knap bij liggen voor acties vanuit het onderwijs en de zorg. Leraren en verplegers die minstens zo veel te klagen hebben als de boeren, en die dat ook nog eens moeten doen zonder tractoren.
Willem van Reijendam