Tweede Kamer voelt NAM aan de tand over dreigement; dit ging eraan vooraf

© ANP
De NAM geeft woensdag tekst en uitleg aan de Tweede Kamer over de uitspraak om het gasveld in Groningen 'eerder te sluiten dan praktisch voor Nederland'.
Algemeen directeur Johan Atema en directeur aardbevingen Thijs Jurgens van de NAM worden tijdens een hoorzitting bevraagd door Kamerleden.
Als RTV Noord eind september over deze uitspraak publiceert, barst een storm los. Met als gevolg een hoorzitting in de Tweede Kamer. In dit artikel leggen we uit hoe wij te werk zijn gegaan, wat er vervolgens is gebeurd en wat er allemaal nog meer gebeurde achter de schermen.

Terug in de tijd

Voor hoe het allemaal begon moeten we een jaar terug in de tijd; naar november 2018. In die periode worden nieuwe plannen voor de versterking van huizen in het aardbevingsgebied gepresenteerd. Reden voor RTV Noord om een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) te doen. Met overheidsdocumenten in de hand willen we er achter komen hoe deze versterkingsplannen tot stand zijn gekomen.
Ruim zeven maanden na de wettelijke termijn die hiervoor staat en na tussenkomst van de rechter, hebben wij de documenten ontvangen. Het is dan begin augustus 2019. Tussen de papieren zit zoals gebruikelijk een lijst van overheidsdocumenten die wij hebben opgevraagd. Aangegeven staat ook welke stukken openbaar zijn gemaakt en welke niet. 

Ten onrechte niet openbaar?

Al snel krijgen wij het vermoeden dat sommige stukken ten onrechte niet openbaar zijn gemaakt. Ons vermoeden wordt bevestigd door bronnen binnen de overheid, waarna wij buiten de Wob-procedure om alsnog de originele stukken in handen krijgen.

Toevoeging aan document

Bladerend door de stukken, valt ons oog al snel op het veelbesproken verslag van 2 augustus 2018. Tot onze verbazing zijn er twee versies van. De inhoud is identiek, maar boven één van beide is de zin toegevoegd: 'Persoonlijke aantekeningen t.b.v. intern beraad'.  
Deze toevoeging aan het document is belangrijk om twee redenen. De eerste is dat het document door die zin wordt gezien als 'persoonlijke beleidsopvatting'. Daardoor hoeft het ministerie het stuk niet openbaar te maken als daar om wordt verzocht middels een Wob-procedure. 

Diskwalificeren

De tweede reden is dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het als argument gebruikt om ons van publicatie te weerhouden. Het departement ontkent niet dat het document bestaat, maar zegt dat het gaat om aantekeningen in plaats van een verslag. Zo wil het ministerie een belangrijk onderdeel van ons verhaal diskwalificeren.
Maar RTV Noord heeft correspondentie in handen over het gesprek waaruit blijkt dat het wel degelijk om een verslag gaat. Daarin valt te lezen dat het klaar is om opgestuurd te worden naar de NAM en het ministerie. Bovendien staat het ook eenmaal als 'verslag bijeenkomst NAM, EZK, NCG 2 augustus 2018' op de lijst van overheidsdocumenten. 

Opvallende zaken

In het verslag van 2 augustus 2018 valt ons een aantal zaken op: de NAM geeft het ministerie een instructie om regiobestuurders 'die niet in de meewerkstand staan' in het gelid te krijgen, de NAM wil niet betalen voor gasloos bouwen en ons oog valt op de uitspraak van NAM-directeur Thijs Jurgens om de gaskraan eerder dicht te draaien 'dan praktisch is voor Nederland'.
Bijna alles in het document is opmerkelijk, maar vooral die laatste uitspraak doet ons de wenkbrauwen fronsen. Vanaf dat moment staan ons meerdere dingen te doen: achterhalen of dit gesprek echt heeft plaatsgevonden, controleren of de uitspraak ook echt is gedaan en de opmerking in context plaatsen.

Twee maanden onderzoek

Dit proces heeft ongeveer twee maanden geduurd. We spraken met meerdere bronnen binnen de overheid die alles onafhankelijk van elkaar hebben bevestigd. Zij vertelden ook waar het zogenoemde 'escalatie-overleg' over ging en in welke context de NAM-directeur zijn uitspraken deed.
Verder hebben wij onder andere gevraagd of vertegenwoordigers van de NAM vaker dit soort uitspraken hebben gedaan in onderhandelingen. Dat antwoord was kort: 'Nee.'
De combinatie van het verslag en de bevestiging door onze bronnen maakt dat we er zeker van zijn dat het bewuste gesprek heeft plaatsgevonden en dat de omstreden uitspraak over het eerder dichtdraaien van de gaskraan is gedaan. 

Anonieme bronnen, liever niet

Vanwege bronbescherming kunnen wij niet vertellen wie we hebben gesproken. In de journalistiek is bronbescherming soms een noodzakelijk kwaad. Als bronnen de garantie hebben dat hun informatie niet herleidbaar is, zullen ze eerder geneigd zijn informatie te verstrekken.
De enige persoon die weet met wie wij hebben gesproken, is onze hoofdredacteur. Hij heeft de namen van onze bronnen.

Puntjes op de 'i'

Om de uitspraak breder te duiden hebben we het verslag en de context voorgelegd aan twee hoogleraren recht. Hun oordeel was nuancerend: 'Zo gaan ze op de Zuidas nu eenmaal met elkaar om' en 'Als ik jurist zou zijn bij de NAM, zou ik ook zo redeneren'. Maar tegelijk waren ze ook verhelderend: 'Anders dan een pressiemiddel kun je het niet duiden' en 'Dit zou betekenen dat Nederland in de kou komt te staan, anders kun je het niet opvatten'.
Met het gespreksverslag in handen, twee maanden van gesprekken voeren met betrokkenen en de reacties van de hoogleraren hebben we ons verhaal rond.

Wederhoor

Een dag voor de publicatie bellen we om 8.30 uur naar de NAM en naar het ministerie van Economische Zaken. De strekking van ons verhaal sturen we ook per mail naar beide partijen. We geven hen tot 20.00 uur die dag om op ons verhaal te reageren.
Gedurende de dag is er meermaals contact met de NAM en met het ministerie. De NAM geeft aan het verslag niet te kennen. En het ministerie probeert ons verhaal te diskwalificeren door te stellen dat het om aantekeningen gaat.

'Exacte woorden niet meer terug te halen'

Een reactie op ons verhaal blijft lange tijd uit. Pas om 22.01 uur - twee uur na de gestelde deadline - verschijnt in de mail een antwoord van de NAM.
In de reactie van de NAM staat niet of de NAM-directeur de bewuste woorden wel of niet heeft uitgesproken tijdens het overleg. Op ons aandringen gaat een NAM-woordvoerder er nogmaals achteraan, om hier later op terug te komen. Een kwartier later, om 22.18 uur, volgt er weer een mail waarin staat dat het gesprek 'een jaar geleden plaatsvond' en dat 'de exacte woorden dus niet meer terug te halen zijn'.
De NAM ontkent niet dat de woorden zijn uitgesproken. Het ministerie van Economische Zaken doet dat ook niet. Volgens een woordvoerder van het departement zijn de betreffende woorden door ambtenaren van het ministerie in ieder geval niet als dreigement ervaren.
De dag voor publicatie hebben we het gespreksverslag in vertrouwen gedeeld met Kamerleden die zich dagelijks bezighouden met het dossier gaswinning. We spraken met Agnes Mulder (CDA), Carla Dik-Faber (CU), Mark Harbers (VVD), Matthijs Sienot (D66), Sandra Beckerman (SP), Henk Nijboer (PvdA), Tom van der Lee (GL) en Frank Wassenberg (PvdD). 
Omdat we ze geen woorden in de mond willen leggen, hebben we voor inzage niets verteld over de inhoud van het verslag. Op de VVD na reageren alle partijen fel en afkeurend op de veelbesproken uitspraak van de NAM-directeur. Sommige Kamerleden worden witheet, anderen krijgen het er koud van als ze het verslag lezen. Een enkeling schuwt niet om krachttermen te gebruiken.

Draai

De NAM doet er na de onthulling ondertussen alles aan om verdere schade te voorkomen, maar het bedrijf maakt daarbij wel een draai.
Aanvankelijk kon NAM-directeur Thijs Jurgens zich het gesprek niet herinneren, omdat het betreffende overleg een jaar eerder plaatsvond. De exacte woorden waren daarom niet te reproduceren. Nu, anderhalve maand later, kan hij zich het veelbesproken overleg plots wel herinneren.
Eerst ontkende de NAM niet dat de woorden door Jurgens waren uitgesproken, maar verwierp het bedrijf alleen de suggestie dat het om een dreigement ging. Nu zegt het bedrijf dat de woorden nooit door Jurgens zijn uitgesproken en dat het verslag dus niet klopt.

Hoorzitting

Woensdagmiddag om 12.30 uur krijgen Tweede Kamerleden de gelegenheid om de NAM te bevragen op dit verhaal. Dan moet blijken hoe de NAM verklaart waarom haar standpunt in anderhalve maand is veranderd.