Jan Menninga (71) maakt eerste én laatste begroting Delfzijl: 'Tijd voor een nieuwe generatie'

Jan Menninga.
Jan Menninga. © Gemeente Delfzijl
'Ik blijf in de politiek tot aan mijn dood', is één van zijn motto's. Wethouder Jan Menninga (71) van Fractie 2014 presenteert donderdagavond voor de laatste keer de begroting van de zelfstandige gemeente Delfzijl. Volgend jaar gaat Delfzijl op in de nieuwe gemeente Eemsdelta.
Dertig jaar geleden maakte Menninga de eerste begroting van Delfzijl, toen de voormalige gemeenten Bierum en Termunten erbij kwamen.
Gaat hij door naar de nieuwe gemeente Eemsdelta? Een interview met Menninga, die ook open is over zijn persoonlijke verhaal.

We staan op de Boog van Ziel in Termunterzijl, waar het 45 jaar geleden voor u begon. U werd in 1974 raadslid namens de PvdA in de gemeente Termunten. Heeft u nog wel eens heimwee?

'Af en toe kijk je wel eens terug natuurlijk en herinner je je hoe leuk het was bij de start. De wereld is veranderd. Je kunt je bijna niet meer voorstellen dat er open rioleringen waren langs de wegen. We hebben in die periode alle rioleringen aangelegd. Voor de dorpen was dat een enorme verfraaiing. Mensen waren van de stinksloten af.'

Waarom heeft u gekozen voor de politiek?

'Ik was altijd al geïnteresseerd in politiek. Dat was er met de paplepel ingegoten, want mijn vader was raadslid in de gemeente Termunten. Toen waren de fractievergaderingen vaak thuis overdag, want je kon 's avonds nauwelijks over straat rijden. De wagen waren slecht verlicht en de meeste arbeiders moesten de volgende dag weer aan het werk. Ik zat er wel eens bij en voor je het weet, rol je erin.'

Wat heeft u van uw vader geleerd?

'Dat je goed moet denken om mensen die het moeilijk hebben. Je wordt altijd vergeleken met je vader. Die was wat zachter, zeggen mensen. Maar misschien komt dat ook door mijn uiterlijk.'

In 1990 ging Termunten samen met Delfzijl. Hoe vond u dat?

'Dat zorgt altijd voor gemengde gevoelens. Een gemeente is nooit af. We hadden allerlei plannetjes die we wilden realiseren, zoals het onderwijs en toerisme sterker maken. We waren ook altijd meer georiënteerd op het Oldambt, dus dat leverde een strijd op. We waren bang dat we opgeslokt zouden worden door het grote Delfzijl. Maar ik denk dat het voor Delfzijl en Termunten de juiste beslissing is geweest. We werken nu samen van Lauwerszee tot Nieuw-Statenzijl.'

Dan komt het hoofdstuk Delfzijl, waar u direct wethouder werd. Hoe was dat voor u?

'Het was een heel verschil, omdat ik in Termunten nog parttime wethouder was. In Delfzijl werkte ik fulltime. Ook huisvesting was nog een probleem, want het gemeentehuis moest verbouwd worden. Maar in Termunten werkte ik het laatste jaar al wat meer, dus ik kon eraan wennen.'
Het is een hard gelag als je moet aftreden. Dat is een lijdensweg geweest van een aantal maanden
Jan Menninga - wethouder Delfzijl

Het wethouderschap heeft acht jaar geduurd. In 1998 bent u door de raad weggestuurd vanwege een conflict over subsidies aan een plaatselijk bedrijf. Hoe was die periode voor u?

'Als zoiets je als wethouder overkomt, doet dat wel iets met de ziel en zaligheid. Het is een heel hard gelag als je moet aftreden. Dat was voor mij een heel zwarte bladzijde. Nog meer voor mijn omgeving, omdat je gezin er ook mee wordt geconfronteerd. Dat is feitelijk een lijdensweg geweest van een aantal maanden.'

Wat voor gevolgen had dit voor uw omgeving?

'Als fulltime wethouder ben je nauwelijks thuis. Dus het was wennen als je ineens weer thuis zit. Ik heb toen vrijwilligerswerk gedaan, ben belastingformulieren gaan invullen voor ouderen. Ik bleef ook raadslid. Daardoor heb ik de draad op den duur weer opgepakt.'

Heeft u een schuldgevoel?

'Over de omstandigheden waarom ik moest aftreden kun je uitgebreid discussiëren. Maar ik heb niet gevoel dat ik wat fout deed. Ik ben er zelf geen cent beter van geworden en ik kan iedereen nog altijd recht in de ogen aankijken.'

In 2014 bent u weer wethouder geworden. Namens Fractie 2014, omdat u na een conflict wegging bij de PvdA in Delfzijl. U bent nu 71 jaar, is het nog vol te houden?

'Het is nog vol te houden, want ik ben belast met interne portefeuilles. Daardoor hoef ik niet naar andere hoeken van het land, bijvoorbeeld Den Haag. Ook kom ik op voor de ontwikkeling van de dorpen in onze gemeente. Daar heb ik doelbewust voor gekozen.'

Bent u inmiddels niet te oud?

'Dat zou je kunnen zeggen, maar als je het goed kunt doen en nog gemotiveerd bent, moet je dat blijven doen. Het was niet mijn bedoeling om nog terug te keren als wethouder, maar vorig jaar werden wij bij de verkiezingen de grootste partij. Dan moet je een kandidaat-wethouder hebben. Die vonden wij niet, dus toen heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen en ben ik weer wethouder geworden.'

Uw vader is 61 jaar geworden, hij heeft zijn pensioen dus niet gehaald. U ruimschoots wel, is dat om iets goed te maken?

'Nee, eigenlijk niet. Het is voor mij een afsluiting dat ik de periode in Delfzijl in zijn totaliteit nog kan volmaken, ondanks dat ik tussentijds ben weggestuurd. Er zit nog altijd een stukje genoegdoening in. Ik trek geen lange neus naar mensen waarmee ik in de clinch lag, die bladzijde heb ik afgesloten. Ik ben heel erg blij dat ik dit op deze wijze ga afsluiten.'

Denkt u nog wel eens aan uw vader?

'Ja, tuurlijk denk je daaraan. En feitelijk is het spijtig dat hij dat niet mee heeft mogen maken. Zo is het leven ook. Ik had liever gezien dat hij nog vijftien of twintig jaar langer had geleefd.'
Ga er maar niet vanuit dat ik doorga als wethouder. Er moeten nieuwe mensen komen
Jan Menninga - wethouder Delfzijl

Over één jaar gaat Delfzijl samen met Appingedam en Loppersum op in de nieuwe gemeente Eemsdelta. Gaat u door als wethouder?

'Haha, dat vragen ze vaker. Aan alle kanten wordt aan mij getrokken. Maar ga er maar niet vanuit. Er moeten nieuwe mensen komen. Al maak ik me grote zorgen over het aantal nieuwe raadsleden, met name de jeugd.'
'Ik zie in mijn fractie dat het heel lastig is om het raadswerk te combineren met een gezin en kinderen. Daardoor haken veel mensen af. Er is ook veel bij gekomen, zoals de aardbevingsproblematiek. Zelfs de professionals kunnen dat nauwelijks volgen.'

Ik proef wel dat u door wilt gaan...

'Nou, ik blijf in de politiek tot aan mijn dood zeg ik altijd, daar ligt het niet aan. Ik wil best mijn steentje bijdragen, maar ik vind wel dat een nieuwe generatie de kar nu moet trekken.'

Hoe wilt u herinnerd worden als u straks stopt als bestuurder?

'Ik ben trots op het verenigingsleven, als wethouder heb ik een hart voor de sport. De gemeente is financieel gezond. De dorpen zijn goed in ontwikkeling. Zij zullen mij hopelijk herinneren als een echte dorpenwethouder.'