Biografie over Lenie 't Hart: 'Zo onafhankelijk als een zeehond'

© Pauw
Over 'zeehondenmoeder' Lenie 't Hart verschijnt dinsdag in Amsterdam een biografie, geschreven door publiciste Nina van den Broek.
Het boek is gebaseerd op interviews met 't Hart en archiefmateriaal.

Vakbondsvrouw

Hoewel Lenie 't Hart zelf een hartgrondige afkeer had en heeft van de benaming zeehondenmoeder ('Ik was wél de vakbondsvrouw van de zeehonden. Ik behartigde hun belangen'), werd zij door het publiek zo beschouwd.
Uit de biografie blijkt dat zij daar enerzijds de vruchten van plukte, in de vorm van talloze helpers en donateurs voor de zeehondencrèche in Pieterburen. Aan de andere kant kreeg ze in de loop van de jaren, juist wegens die rol, steeds meer kritiek, vooral vanuit de politiek en de wetenschap. Het leidde tenslotte in 2014 tot haar tumultueuze vertrek bij de zeehondencrèche die ze zelf in 1973 had opgericht.

Zo onafhankelijk als een zeehond

De titel van de biografie, 'Zo onafhankelijk als een zeehond', roept direct de vraag op hoe onafhankelijk een zeehond eigenlijk is. Volgens 't Hart zeker, vertelt ze in het boek: 'De zeehond is een onafhankelijk dier en accepteert alleen hulp als hij in nood is.'
't Hart zelf accepteerde, namens de zeehonden, die hulp. Daarbij was ze weliswaar afhankelijk van die donateurs, maar de biografie schetst haar als een bijzonder eigenzinnige vrouw die al vanaf haar vroegste jeugd haar eigen gang ging.

Gideonsbende

Lenie 't Hart werd als Leentje Godlieb op 16 september 1941 geboren in Farmsum, als nakomertje met vijf oudere broers. In de biografie vertelt ze over haar fascinatie voor het water, en hoe ze als klein meisje al opkwam voor dieren, als die door gemene jongetjes werden gekweld.
Het boek schetst hoe ze gevormd werd door de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, ('t Hart: 'een Gideonsbende'), die het avontuur zocht in de ongerepte natuur. De hekel die ze had aan regeltjes kon ze toen, en vervolgens de rest van haar loopbaan, uitleven.
Foto: Jeroen Berkenbosch

Eerste zeehond

Ze werkte onder meer als telefoniste bij de landmacht en als telegrafiste bij de PTT maar moest daar na haar huwelijk met onderwijzer Joop 't Hart, in 1963 mee stoppen.
Ze vertelt in het boek hoe ze vervolgens in 1971 de eerste zeehond in de schoot geworpen kreeg. Ze nam het werk over van de Uithuizer gemeentesecretaris René Wentzel en zijn vrouw Anneke Hattink. Die hadden al in 1961 een bassin in hun achtertuin waarin ze zeehondenpups opvingen die door een storm hun moeder kwijtgeraakt. In die tijd hadden zeehonden het moeilijk door de jacht die erop gemaakt werd.

Achtertuin

Die historische wending in haar leven vond plaats in het najaar, toen er helemaal geen pups werden verwacht. Dus toen op 21 december ineens een melding binnenkwam, er was een zeehond aangespoeld bij de nieuwe dijk in het Lauwersmeergebied, was Lenie compleet verrast: 'Maar ik had a gezegd, nu was de b ook voor mij. Ik vond dat ik Wentzel niet met mijn probleem kon opzadelen. In mijn rode eend reed ik naar de plek waar de zeehond gevonden was.'

Virussen

De achtertuin werd het begin van de zeehondencrèche in Pieterburen, waar het echtpaar inmiddels woonde. In de biografie wordt nauwkeurig geschetst hoe die geleidelijk groeide, op de vleugels van het milieubewustzijn en de uitstekende verstandhouding van Lenie 't Hart met de pers.
Er stroomde steeds meer geld binnen, van duizenden via tienduizenden tot tonnen. Tegelijk verschoof de dreiging voor zeehonden van de jacht, via milieuvervuiling tot het opsteken van virussen, die in 1988 en in 2001 de zeehondenpopulatie decimeerden. Daarbij werd wereldwijd gebruik gemaakt van de wetenschappelijke expertise van de zeehondencrèche.
Ik hoef niet op de stoel van God te gaan zitten om te bepalen welke zeehond er dood moet gaan en welke mag blijven leven
Lenie 't Hart

Richtingenstrijd

Een terugkerend thema in de biografie is de richtingenstrijd tussen de eco-ethische versus de dier-ethische benadering. Waar steeds meer wetenschappers en politici vonden dat de soort boven het individu ging, koos Lenie haar hele leven al de dier-ethische benadering: 'Ik hoef niet op de stoel van God te gaan zitten om te bepalen welke zeehond er dood moet gaan en welke mag blijven leven. Ze krijgen bij mij allemaal een kans. Ik zeg tegen geen enkele aangespoelde zeehond: Je hebt pech gehad, ga maar dood.'

Beroemdheden

't Hart was als gezicht van de zeehondenopvang zowel in het binnen- als buitenland voortdurend aan het lobbyen voor haar werk. Ze kende vele rijke beroemdheden goed, zoals Prins Bernhard en Paul Fentener van Vlissingen, maar bijvoorbeeld ook de Iraanse prins Aga Khan en de Griekse scheepsmagnaat George P. Livanos. Ze reisde sinds de jaren zeventig de hele wereld over. De biografie stelt vast dat ze wel kritiek kreeg door samen te werken met bijvoorbeeld een bedrijf als Shell, maar zelf verdedigt 't Hart dat met de boodschap dat ze met samenwerken met al die partijen veel meer bereikte.
Zorg voor de underdog, dat is mijn levenswerk
Lenie 't Hart

Karst van der Meulen

Naast successen kende 't Hart ook een aantal zwarte periodes, vooral aan het eind van haar loopbaan. Het meest pijnlijk was de affaire rond haar toenmalige tweede echtgenoot, filmregisseur Karst van der Meulen, van wie in 2017 bleek dat hij in 1989 was aangehouden en later veroordeeld voor het misbruik van minstens drie kinderen. 't Hart had toen al een relatie met hem, maar ze liet hem niet vallen, vertelt ze in de biografie:
'Na de eerste schok over het hele gebeuren was mijn reactie: ik moet ernaartoe om zijn hond op te halen. De volgende reactie was: ik moet ernaartoe om voor Karst te zorgen.' Biografe Van den Broek vervolgt: Ze was zelfs zó loyaal dat ze besloot met hem te trouwen, dat zou de kans vergroten dat het geen onvoorwaardelijke straf zou worden, maar in plaats daarvan een voorwaardelijke.
Toen de misbruikzaak in 2017 alsnog naar buiten kwam, scheidden de wegen van 't Hart en van der Meulen. 'Zorg voor de underdog, dat is mijn levenswerk,' citeert Van den Broek het motto van Lenie 't Hart.

Conflicten

Gedurende de jaren in de zeehondencrèche kreeg Lenie steeds vaker kritiek, soms van (oud-)medewerkers die haar een tirannieke stijl van leidinggeven verweten en zelfs het beeld schetsten van een sekte, later steeds vaker van wetenschappers en politici die vonden dat 't Hart het bestaan van de soort op het spel zetten door zieke zeehonden te blijven opvangen, terwijl er genoeg gezonde exemplaren in de Waddenzee rondzwommen. Min of meer natuurlijke medestanders, zoals het Groninger Landschap en de universiteit van Wageningen, werden zo tegenstanders. Ook met voormalige vrienden, zoals bioloog Peter Reijnders en viroloog Ab Osterhaus, kwam het tot een breuk.
Ze hebben me neergezet als een 'gekke Henkie'
Lenie 't Hart

Breuk

De breuk met de zeehondencrèche kwam toen ook de nieuwe directeur, Niek Kuizenga, in 2014, afscheid nam van haar beleid. Het zou eenvoudig te duur zijn om alle zieke zeehonden op te vangen. Lenie't Hart vertrok met slaande deuren en bewees haar imago geen dienst door een gouden handdruk van 150.000 euro te eisen, een claim waar ze al snel weer van af zag.
Ze kijkt er verbitterd op terug: 'Ik ben er door een aantal mensen bij de zeehondencrèche op een smerige manier uitgewerkt. Dat is nu vier jaar geleden. Ze hebben me neergezet als een 'gekke Henkie'. Ken je de Aantjes-affaire? Nou, ik weet nú hoe Aantjes zich destijds gevoeld moet hebben. De pers heeft me op eenzelfde manier geframed.'

Termunten

Lenie woont al twintig jaar in Termunten in een klein boerderijtje. Ze verhuisde om iets verder van de zeehondencrèche in Pieterburen af te wonen. 'Dat is beter als ik straks stop. Anders zeggen ze: daar heb je haar alwéér,' vertelde ze destijds in een interview.
En inmiddels is ze zeehondenmoeder af en is het tijd voor terugblikken, om te beginnen in deze biografie. 'Moeke, of ik dit leven gewild heb? Gewild niet, het is gewoon
gebeurd,' schreef ze ooit aan haar moeder.