Door de mand: Kees Vlietstra zingt t Grunnens Laid

© RTV Noord
'Hé Nick, weet je dat ik morgen met Groningen onder 15 een wedstrijd speel tegen Drenthe?'Mijn jongste zoon draait zich om in de bijrijdersstoel. Hij kijkt Thijs aan die op de achterbank zit. 'Gaaf toch,' zegt Nick. 'Waar is het interland?'
'In Stadskanaal of zo', antwoordt Thijs. 'En weet je, voor de wedstrijd moeten we het Groninger volkslied zingen. Dat doe ik echt niet. Ken de tekst niet eens.' Nick draait zich om, kijkt me fronsend aan. 'Zullen we?' Samen zetten we in: 'Van Lauwerszee tot Dollard tou, Van Drenthe tot aan t Wad.'
In de binnenspiegel zie ik Thijs glimlachend zijn hoofd schudden. Bij het derde couplet zijn we aangekomen in Roden. Oefenwedstrijd met de B1. Tegen Noordenveld. De wedstrijd moet even op gang komen. De doelpunten zijn schaars. Eigenlijk is de scheidsrechter de enige die zijn niveau haalt. Ome Henk heet de scheids. Ome Henk floot zijn wedstrijdjes al toen ik zelf nog in de jeugd van Nic. speelde. Toen betaalden we nog met guldens, leenden we boeken in de bibliotheek aan de Vismarkt, was ik verliefd op Vanessa uit de bioscoopfilm 'Ik ben Joep Meloen' en korfbalden we nog in drie vakken. Ome Henk floot toen net zoals afgelopen zaterdag. Steng maar rechtvaardig.
'Doar gruit, doar bluit ain wonderland, Rondom ain wondre stad'
Weer terug thuis in die wondre stad vertelt de oudste zoon vol vuur over zijn gespeelde wedstrijd. Voetbal met JO19 van Engelbert tegen Helpman. Ook hier een bijzondere scheidsrechter. De aangewezen scheids kwam niet opdagen waarop dorpsgenoot Marten de stoute schoenen aantrok om zijn debuut te maken als leidsman. Die schoenen waren klompen. Marten floot onberispelijk vertelde zoonlief. Op klompen. Kan alleen maar in Engelbert.
'Ain pronkjewail in golden raand, Is Grönnen, Stad en Ommelaand'
Beide wedstrijden werden gewonnen. De coaches waren aanstekelijk fanatiek en positief. Na afloop trokken ze de overwinning niet naar zichzelf toe. Lieten het eindresultaat lekker bij hun spelers en speelsters. Zoals het hoort. Daar kan Donar coach Erik Braal nog wat van leren. Coach Braal trok afgelopen week na het beschamende verlies tegen Spirou het boetekleed aan. 'Ons spel was slordig, we waren niet scherp. Dat reken ik mezelf enorm aan. We hebben alle wetten die het mogelijk maken om te winnen met voeten getreden, waren niet klaar om te spelen. Daar ben ik verantwoordelijk voor. 'Modern trainerspraatje. Braal houdt met één hand zijn spelers de hand boven het hoofd en met de ander ze uit de wind. Hij vangt de klappen op. Nobel maar eigenlijk ook zeer discutabel. Als Braal zegt verantwoordelijk te zijn voor een nederlaag impliceert hij indirect ook dat als 'ze' kampioen worden het ook aan de trainer Braal ligt. Beide beweringen zijn natuurlijk niet waar. Het ligt (bijna) altijd aan de spelers. Hoe dan ook deed de uitspraak van kampioenenmaker Braal me weer eens terugdenken aan een documentaire over de hockeymannen van Oranje die in 2000 onder leiding van bondscoach Maurits Hendriks Olympisch goud wonnen. In een terugblik op die Spelen werd de slotvraag aan international en pain-in-the-ass-speler Jacques Brinkman gesteld: hebben jullie dankzij of ondanks de bondscoach goud gewonnen? Het antwoord van de huidige Telegraaf-columnist was killing voor de huidige technisch directeur van het NOC*NSF: 'Ondanks'.
'Ain pronkjewail in golden raand, Is Stad en Ommelaand!'
Zaterdagavond moest ik mijn eigen team coachen. In Kampen, oefenpotje. Jongste zoon was mee te kijken. Voor het eerst dit seizoen de dertig goals aangetikt. Heb ík ze toch maar mooi geleerd. Na een gezellige derde helft in de kantine van de sporthal, neem ik plaats op de bijrijdersstoel naast chauffeur en teammanager Harrie. Jongste zoon zit achter me. Harrie zit op de praatstoel. Verhalen over vroeger. Over beroemde en befaamde derde helften toen we beiden zelf nog in de selectie speelden. Lang geleden. In de tijd dat Ajax de Champions League won, dat Hans Nijland aantrad als commercieel-directeur bij de FC en ik na vijf keer examen eindelijk mijn rijbewijs had gehaald. Harrie vertelt over onze derde helften in De Benzinebar en 't Land van Belofte. Wat waren we een stelletje boefjes. Zoonlief zit met rooie oortjes achterin. Kleine jongetjes worden groot. Vorige week vertelde een maat van me dat hij jaren geleden met zijn toen tienjarige zoon een excursie heeft gedaan in de bierbrouwerij van Hertog Jan in Arcen. Was reuze interessant zei mijn maat. Grote ketels. Toen ze bij de afdeling productconfrontatie belandden kregen ze het zwaarste biertje (alc 10%) te proeven: de Grand Prestige. Mijn maat liet Hertog Jan niet zakken. Nam een paar ferme slokken. Hij was er toch. Na tien zware minuten besefte vader ineens geschrokken dat zoonlief ook nog ergens moest rondhuppelen. Dat klopte. De tienjarige kwam met zijn kruin net boven de bar. Op zijn lippen een witte schuimsnor. 'Lekker biertje pap.'
Net voor middernacht komen we thuis. Heerlijke dag gehad. Vader zoon autoritjes naar sportwedstrijden. Zonder scheidsrechters. Zonder coaches. Nogmaals heerlijk.
'Doar broest de zee, doar hoelt de wind, Doar soest 't aan diek en wad.'
Zondagmiddag komen er Whatsapp-berichtjes van mijn broer binnen. Hij is met zijn zoon Wilt in Weert (308 kilometer enkele reis) voor een basketbalpotje; Weert U16 tegen ons Celeritas-Donar. Broer heeft er weinig vertrouwen in: 'Vier dunks achter elkaar tijdens de warming-up bij Weert. Van de pointguards. Wilt schiet een airball... Alley-oops uit de ruimte bij Weert. Wilt gaat poepen...' Even later: 'Wedstrijd uitgesteld. Hun centre kan ook dunken. Moet een nieuw bord komen uit Eindhoven...' Nog weer later: 'Wilt vraagt of we op de terugweg langs Maaskantje kunnen voor een patatje en een nieuwe profielfoto!'
Om 19.00 uur is het game over. Celeritas-Donar houdt de schade beperkt, 71-61. Op naar wondre stad. Vader en zoon in één auto, 308 kilometer. Mooi man. 
'Doar vuilt het haart, de tonge sprekt, In richt- en slichte toal.'