'Laat Groningen niet dezelfde kant op gaan als Limburg'

© GasTerra
Het Groningse gashandelsbedrijf GasTerra verdwijnt van het toneel. Nadat de gasproductie in Groningen is afgebouwd, zal de onderneming steeds minder te doen hebben. Maar met het opheffen van GasTerra verdwijnt meer dan alleen een bedrijf en 165 banen, waarschuwt NoordZaken-opiniemaker Anton Buijs.

Door Anton Buijs

Hoewel het nieuws al enkele maanden rondzong, kwam de Kamerbrief van 4 oktober toch nog onverwacht. Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat kondigde erin aan dat GasTerra op termijn wordt opgeheven.
In aanmerking genomen dat het om een historisch besluit gaat – meer dan zestig jaar na de ontdekking van het grote gasveld in Groningen stapt de Staat uit een unieke constructie, het publiek-private Gasgebouw – viel de reactie van de geadresseerden, of liever het ontbreken daarvan, nogal op. Normaal gesproken vliegen de Kamervragen je om de oren als iets gebeurt wat te maken heeft met het hoofdpijndossier Groningen, maar deze keer bleef het opmerkelijk stil.

Desinteresse

Een mogelijke verklaring van deze desinteresse is dat het besluit geen invloed heeft op de uitfasering van het Groningenveld. Het omgekeerde is wel waar. GasTerra moet stoppen, zo wordt geredeneerd, omdat de centrale taak van het bedrijf – het vermarkten van al het Groningse gas – verdwijnt met het beëindigen van de productie.
De ontmanteling van het Gasgebouw is zo bezien logisch. Dat daardoor 165 veelal hoogopgeleide noorderlingen hun baan verliezen is jammer maar onvermijdelijk, toch? Er zullen nog veel meer mensen in de gassector hun werk kwijtraken. Op het tweede gezicht is op deze niet alleen in groene kringen populaire redenering wel het een en ander af te dingen.

Handel in ander gas

GasTerra doet om te beginnen meer dan het in- en verkopen van laagcalorisch Gronings gas. Het bedrijf importeert hoogcalorisch aardgas uit Noorwegen en Rusland, exporteert naast laagcalorisch ook hoogcalorisch gas en heeft de wettelijke plicht om aardgas uit kleine Nederlandse velden in te kopen. GasTerra is bovendien de grootste handelaar in groen gas van Nederland.
Deze kerntaken verdwijnen niet met het bedrijf. Integendeel. Het is al vaker gezegd: sluiting van het Groningenveld betekent niet dat de vraag naar aardgas ook snel verdwijnt. Doordat de kleine gasvelden net als het Groningenveld steeds minder produceren blijft de gasimportbehoefte gestaag groeien.
Ook voor waterstof heb je een handelsbedrijf nodig
Anton Buijs
Dit gas moet worden gecontracteerd. De groei van het aandeel duurzaam gas heeft daarnaast consequenties voor de marktordening. Aardgas kan worden verhandeld op een vrije markt; voor de energiedrager waterstof bestaat nog niets wat daar op lijkt, maar het zal er wel moeten komen. Daarvoor heb je een marktmaker nodig.

Sponsoring

Van belang voor Groningen is ook dat GasTerra sinds de oprichting alleen of samen met vooral regionale partners tientallen miljoenen euro's heeft besteed aan energietransitieprojecten en maatschappelijke en culturele sponsoring. Opheffing van het bedrijf betekent dat deze geldstromen opdrogen of ergens anders vandaan moeten komen.
Kortom, er dreigt iets uit het Noorden te verdwijnen dat het ongetwijfeld juist liever wil behouden: hoogwaardige werkgelegenheid en activiteiten die essentieel zijn om de energietransitie een succes te maken. Dat verhaal is veel breder dan GasTerra.

Spilfunctie behouden

Het gaat erom dat de noordelijke provincies hun spilfunctie in de energievoorziening van Nederland én de banen die daarbij horen, weten te behouden. Anders vrees ik dat Groningen en, in mindere mate, Drenthe hetzelfde lot zal zijn beschoren als Zuid-Limburg. Daar gingen als gevolg van de mijnsluitingen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw om en nabij de 75.000 banen verloren. Limburg is van die sociaaleconomische aardbeving anno 2019 nog steeds niet volledig hersteld.
Dat laten we hier toch niet gebeuren?
Anton Buijs is Hoofd Externe Communicatie bij GasTerra en voorzitter van Noordelijke Pers. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.