Waterschap: meer onderzoek nodig naar gevolgen zoutwinning Nedmag

Een locatie waar zout gewonnen wordt
Een locatie waar zout gewonnen wordt © Archief/RTV Noord
Waterschap Hunze en Aa's adviseert het ministerie van Economische Zaken eerst meer onderzoek te verrichten naar de gevolgen van zoutwinning.
Zolang deze onderzoeken niet zijn uitgevoerd, is het winningsplan van Nedmag onvolledig, concludeert het waterschap.

Toekomst veilig stellen

Nedmag wil met een nieuw winningsplan de toekomst van haar bedrijf zeker stellen en hoopt op een positief besluit van het ministerie van Economische Zaken. Maar volgens waterschap Hunze en Aa's is het winningsplan onvolledig en moeten de gevolgen van zoutwinning beter worden onderzocht.
'We hebben een aantal punten aangescherpt in ons advies naar de minister', concludeert Fien Heeringa, dagelijks bestuurder van het waterschap. 'We hebben het over veiligheid, want een van de kades van het AG Wildervanckkanaal moet worden verhoogd als gevolg van bodemdaling. Het beheer en onderhoud gaat veel intensiever worden en we weten niet wat de bodemdaling zal betekenen voor de ecologie van het water.'

Kanalen en biodiversiteit onderzoeken

Het waterschap wil dat Nedmag onder meer een onderzoek uitvoert naar de gevolgen van bodemdaling voor de kaden van kanalen, de gevolgen van bodemdaling op de grondwaterstromingen en de gevolgen van zoutwinning voor de biodiversiteit. Het advies van het waterschap is dat het ministerie van Economische Zaken Nedmag opdracht geeft voor deze onderzoeken en zelf passende maatregelen neemt.

Meer adviezen op komst

Het waterschap is na het Staatstoezicht op de Mijnen en de gemeente Midden-Groningen de derde partij die haar advies bekend maakt. Het ministerie van Economische Zaken wacht voor de beoordeling van het winningsplan 2018 van Nedmag nog op de adviezen van de gemeente Veendam, de provincies Groningen en Drenthe en de gemeenten Aa en Hunze en Tynaarlo.

Eeuwigdurende bodemdaling

Ook schaart het waterschap zich achter het Staatstoezicht op de Mijnen, dat in haar rapport richting het ministerie adviseert dat er een fonds moet komen voor de afhandeling van schades en garant staat voor de toekomst.
'Als Nedmag te zijner tijd ophoudt te bestaan, blijft er sprake van die eeuwigdurende bodemdaling', zegt Heeringa. 'Ook de kosten die we hebben aan alle kunstwerken (gemalen, sluizen en stuwen, red.) moeten door de belastingbetaler worden opgehoest, en dat vinden we niet terecht.'
Het waterschap hanteert de stelling in haar advies: Nedmag is de veroorzaker, dus die moet betalen. Ook moet een fonds ervoor zorgen dat, wanneer Nedmag ooit failliet gaat of de zoutwinning wordt stopgezet, er voor het waterschap wel een mogelijkheid is om de kosten als gevolg van bodemdaling vergoed te krijgen.

Norm verruimd

Een ander punt waar het waterschap op haar strepen staat, is de bodemdaling. Tot het lek in april 2018 hanteerde Nedmag zelf de grens van 65 centimeter bodemdaling. Sinds het lek op twee kilometer diepte, waarbij er liters dieselolie en pekelwater is weggelekt, heeft Nedmag de bodemdalingsnorm voor zichzelf verruimd naar 90 centimeter, inclusief onzekerheidsmarges.
De onderzoeken zijn heel belangrijk om gedegen besluiten te kunnen nemen
Fien Heeringa - Bestuurder Waterschap

Grenzen stellen

Het waterschap is klip en klaar in haar advies: die limiet moet van tafel. 'Wij vinden vooral dat de bodemdaling niet verder moet gaan dan 80 centimeter', vervolgt Heeringa.
'En voor de nieuwe putten niet verder dan 65 centimeter, zoals voorheen was afgesproken. Wat betreft die bodemdaling: er wordt aldoor heel gemakkelijk gezegd dat alles technisch op te lossen is, maar er zijn wat ons betreft wel wat mitsen en maren.'

Pauze

Het waterschap wil dat Nedmag deze onderzoeken voor haar rekening neemt en de resultaten toevoegt aan het winningsplan. Tot die tijd komt er, wat het waterschap betreft, een pauze in de procedure, omdat het ministerie van Economische Zaken volgens het waterschap op basis van een onvolledig winningsplan een besluit moet nemen.
'Ik denk dat de onderzoeken heel belangrijk zijn om gedegen besluiten te kunnen nemen', zo geeft Heeringa aan. 'Ik hoop ook dat de minister daar naar luistert.'