Column: Het langst en het kortst

© RTV Noord
De mensen zijn hier (bijna) het langst en ze blijven er (bijna) het kortst. Dat zijn twee van die ijkpuntjes die Groningen afgelopen week meepikte in de rankings van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Lekker in de kop of de staart in plaats van in die suffe middenmoot.
Met ongeveer 181,66 centimeter voor mannen en 168,39 centimeter voor vrouwen (ongeveer hè, en gemiddeld) torenen de Groningen boven de andere Nederlanders uit. Alleen de zuivelverslindende Friezen zijn een paar millimeter langer. Randstedelingen hadden ook best kunnen meedoen om de kopposities, ware het niet dat het gemiddelde daar onder druk staat door de tsunami aan kleine buitenlandertjes die er wonen. Limburgers zijn uit zichzelf drie centimeter korter, misschien omdat ze altijd moesten bukken in de mijnschachten. Maar then again, misschien zijn die mijnschachten juist daarom wel in Limburg aangelegd.
Het is op geen enkele manier een verdienste om zo lang te worden. Niemand doet er echt zijn best voor, tenzij misschien de (op)voeders, en lange mensen zijn alleen maar beter in basketbal. Dat legt voor Gods troon weinig gewicht in de schaal. We groeien hier volgens het CBS trouwens harder in de breedte dan in de lengte, door alle petiet frat en eierballen die we consumeren en dat legt in de spreekkamer van de dokter dan weer wél gewicht in de schaal.
Dat mensen hier (bijna) het kortst blijven, is iets wat Groningen zichzelf mag aanrekenen. We hebben het hier over de zogeheten zomergasten, waarvan de statistici er 183.000 telden in onze provincie. Ze kwamen hier voor een bliksembezoek van 2,7 dagen. Alleen in Utrecht gaven ze er nóg eerder de brui aan, daar vluchtten ze na 2,6 dagen alweer weg en dat scheelt maar liefst twee uur en 24 minuten. Dat is de tijd die de toerist hier nog neemt voor een allerlaatste eierbal, een beklimming van de Martinitoren en moedeloos wachten op de bus naar het station, zittend op de rolkoffer.
Dat verblijf van 2,7 dagen is natuurlijk een vooropgezet plan van die gasten. Niemand gaat naar een stad (het plattelandstoerisme legt in onze provincie nauwelijks gewicht in de schaal) met het idee: 'We blijven er zolang het leuk is.' Nee, mensen plannen een stedentrip van 2,7 dag: twee etmalen, 16 uur en 48 minuten. Daar past alles precies in. Aankomst vrijdag (atv-dag) half elf 's ochtends, vertrek zondag met de trein van kwart over zeven. In de tussentijd hang je een beetje rond in de stad. Museum, terrasje, winkelen, cafeetje, markt, eten, wandeling langs de Diepenring, slapen/neuken, ontbijten, en dat twee keer. Zelfs het Koninkrijk der Hemelen gaat al snel vervelen, dus waarom Groningen dan niet?
Maar nu hebben we dan het Forum van Groningen! Gisteren geopend, moet het Forum een trekpleister worden die nooit meer loslaat. Filmzalen, bibliotheken (fictie én non-fictie met ook nog eens een stilteruimte!), een smartlab, een storyworld, een dakterras op veertig meter hoogte en een totale ruimte van 3,5 voetbalvelden (dat zijn 4048 pingpongtafels) maken dat je er nooit meer weg wilt. Of nooit… als alle citytrippers er 2 uur en 24 minuten een kijkje nemen, zou dat al mooi zijn. Dan blijven ze volgende keer dus 2,8 dag. Dat is nog altijd kort, maar daarmee verslaan we wel de Randstad. En intussen blijven wij Groningers toch maar mooi het langst.
Willem van Reijendam