'Uiterlijk Zwarte Piet weerspiegelt onze tijdsgeest'

Een rokende Zwarte Piet in 1915
Een rokende Zwarte Piet in 1915 © Publiek domein
Hoe Zwarte Piet eruit ziet en zich gedraagt, hangt sterk af van de tijdsgeest. Dat blijkt uit een scriptie van studenten aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze analyseerden kinderboeken die tussen 1850 en 2013 zijn uitgebracht.
Tot 1850, het jaar waarin het boek 'Sint Nikolaas en zijn knecht' uitkwam, had Sinterklaas geen vaste knecht. In sommige regio's was hij alleen, in andere werd hij vergezeld door duiveltjes of boemannen.

Overdreven gezichtskenmerken

Dat veranderde toen het boek uitkwam. Hierin had hij voor het eerst een zwarte knecht, die nog geen naam had. Het hulpje wordt populair. Tien jaar later heet hij Piet en ziet hij er uit zoals we hem kennen, met een kleurrijk pak en baret.
Lange tijd heeft hij overdreven gezichtskenmerken, zoals dikke rode lippen en kroeshaar. Ook praat hij tot in de jaren zestig wel eens gebrekkig Nederlands. In sommige kinderboeken staat dat hij uit Congo of Zuid-Spanje komt.

Perspectief van Piet

Tot 1950 is Piet vooral een knecht, die vaak de boeman is. Hij straft kinderen met de roe en stopt ze in de zak. Geleidelijk verandert de rol. Na 1990 heeft hij meer een eigen rol, wordt hij meer clownesk. Ook worden sinterklaasboeken vaker verteld vanuit het perspectief van Piet.
Of de publieke opinie de reden is dat Piet in het verleden veranderde, hebben de studenten niet onderzocht. Wel zeggen de verandering volgens hen iets over de tijdsgeest: Zwart Piet 'biedt een inkijkje in de wereld van de kinderboekenschrijver en in de geaccepteerde normen en omgangsvormen uit die tijd.'