Column: Moeilijke woorden

© RTV Noord
Of je hem nou de Jacques Brel van Nederland vindt, of een doorsnee streektaalartiest (maar dat durft hier niemand hardop te zeggen), Ede Staal is toch maar mooi in de Top 2000 terechtgekomen. Ver na dat dommige 'De boer dat is de keerl', van Normaal, dat dan weer wel.
Het is een mijlpaal (vooruit, hectometerpaaltje) in de streektaalgeschiedenis, dat het Gronings de popcanon van Nederland binnensluipt, want zo mag je de Top 2000 wel noemen.
Weliswaar is het maar één liedje, 't Het nog nooit zo donker west', met de wat magere portee dat na regen altijd weer zonneschijn komt, en dat nummer wordt vermoedelijk ook nog eens ergens in het holst van de nacht uitgezonden, maar toch: die kakkers in het Gooi, Brabantse varkenshouders en struise deernes uit de kop van Noord-Holland maken ineens kennis met 'onze' taal. En nu maar hopen dat ze het ook een beetje kunnen verstaan. 'Huh? Donker west?'
De kans dat het Gronings een hinderlijke invloed gaat krijgen op het Nederlands is niet zo groot. Uit de ene taal wordt gretiger gepikt dan uit de andere. Het Engels leent zich er blijkbaar beter voor, want het is nauwelijks mogelijk een tekst te schrijven of een gesprek te voeren zonder Engelse leenwoorden.
Dat ergerde deze week het Groningse SP-raadslid Wim Koks, die vreest dat de laaggeletterde burger (die trouwens hoogst zelden een raadsvergadering komt volgen) frases als 'Founded in Groningen' of 'Your Business, Your Future' niet begrijpt. Vandaar dat hij een hele commissievergadering lang de raadsleden mocht dwingen om voor bijvoorbeeld 'start-up', 'incubator', 'braindrain' en 'spin-off' Nederlandse woorden te zoeken. Spreek je moerstaal, dat idee.
Maar zoals de winnaar van het nationaal dictee niet per se een goede schrijver is, zo is er ook geen direct verband tussen het gebruik van moeilijke woorden en onbegrijpelijke taal. Nieuwe woorden, leenwoorden, woorden met vijf lettergrepen en een heleboel c's, ze zijn pas problematisch als ze verkeerd worden gebruikt.
Toegegeven, een woord als 'incubator' kún je bijna niet goed gebruiken, (ambtenarenjargon zou sowieso niet onvertaald de samenleving in mogen lekken), maar iedereen begrijpt wat er met het bondige 'braindrain' bedoeld wordt. En in al zijn nuance komt 'standaarddeviatie' regelmatig van pas. Trouwens, ook in je moerstaal kun je de grootst mogelijke wartaal verkondigen, lees de tweets van willekeurige volksmenners er maar op na.
Het kruistochtje tegen Engelse woorden doet denken aan een Sire-campagne uit 1999. 'Duidelijke taal begrijpen we allemaal' werd ons toen vanaf de billboards toegebitst. Wie een grote woordenschat had, was al bij voorbaat verdacht, het domste jongetje van de klas mocht een poosje geloven dat híj de norm was, tot ook deze campagne, als alle oprispingen van Sire, weer voorbij was. Een soort publicitaire koortslip. Ze deed niets aan het ambtenarenjargon, de verhullende politieke taal en die stuitende managementspeak waar we nog altijd dagelijks mee te maken krijgen.
Moeilijke woorden kun je opzoeken, maar tegenover (vaak expres gebezigde) onbegrijpelijke taal sta je machteloos. 'Wat bedoelt u nou eigenlijk?' zou veel vaker gevraagd moeten worden aan managers, ambtenaren en andere jargonisten. Bij de liedjes van Ede Staal hoeft niemand zich dat af te vragen, die gaan gewoon over het Leven Zelf. Mooie woorden. En hij maakte er nog mooie muziek bij ook.

Willem van Reijendam