Provincie Drenthe stemt in met winningsplan Nedmag; Drentse gemeenten zijn tegen

Daarmee zijn de Drentse overheden, net als de Groningse overheden, verdeeld over de toekomst van de zoutwinner uit Veendam.

De provincie Drenthe neemt een aantal aanbevelingen van het Staatstoezicht op de Mijnen over in haar advies. Het Staatstoezicht pleit onder meer voor een onafhankelijk schadefonds, gevuld door Nedmag, waaruit eventuele schades worden betaald.

Ook wil Drenthe dat het ministerie van Economische Zaken in een nieuwe vergunning voor Nedmag garanties opneemt. Zo moet de zoutwinning op een veilige manier plaatsvinden, zowel voor mens als milieu.

Daarnaast wil de provincie Drenthe dat het ministerie Nedmag opdraagt om in gesprek te gaan met waterschap Hunze en Aa's om afspraken te maken over het waterpeil. De provincie schrijft in haar advies dat de bodemdaling aanzienlijk groter is dan voorheen. Daarom moeten er met Nedmag nieuwe afspraken gemaakt worden. Daarbij moeten beide partijen ook financiële afspraken maken over het peilbeheer in het gebied.

De belangrijkste reden voor Drenthe om wel in te stemmen met het winningsplan van Nedmag, is dat Drenthe net als de provincie Groningen participeert in de NOM. Dat is voor 50 procent aandeelhouder van Nedmag.

De gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze adviseren minister Wiebes niet in te stemmen met het winningsplan van Nedmag. Beide gemeenten vinden dat er 'te grote onzekerheden' zijn als het gaat om zoutwinning en dat er meer onderzoek nodig is naar de gevolgen van zoutwinning in de Veenkoloniën.

De adviezen van de Drentse overheden, de provincie Groningen, de gemeenten Midden-Groningen en Veendam, het Staatstoezicht op de Mijnen en waterschap Hunze en Aa's liggen nu bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het ministerie zal zich buigen over deze adviezen en daarna een besluit nemen over het verlenen van een nieuwe vergunning aan Nedmag.