Binnen de muren van de Van Mesdagkliniek: 'Onze succesverhalen lopen buiten'
'Jij stelt die vraag, dus zeg maar wat je ermee bedoelt', zegt André* met een strenge blik. Ineens sta ik met de mond vol tanden en dat gebeurt me toch niet gauw. Therapeut Karin draait zich naar hem toe en glimlacht: 'Of je moeite hebt om je te uiten', verduidelijkt ze.
'Shit', denk ik, 'zoiets raars vroeg ik toch niet?' Als André vervolgens ietwat verontschuldigend zegt dat hij slechthorend is, voelt dat als een pak van m'n hart. Hij heeft mijn vraag verkeerd verstaan.
Toch is het niet allemaal zo onschuldig als het lijkt, want ik zit in de Van Mesdagkliniek naast een tbs-patiënt. Dat voelt toch een beetje onwennig: ik vraag me voortdurend af wat André op z'n kerfstok heeft. Het antwoord op die vraag blijft uit privacyoverwegingen echter uit.
Mysterieus
De Van Mesdagkliniek in Stad is niet te missen. Als je langs het gebouw aan de Hereweg rijdt, móét je er altijd even naar kijken. Het heeft iets mysterieus. Alsof je stiekem hoopt dat je net een patiënt over de muur ziet klimmen. Tegelijkertijd weet je dat het prikkeldraad en de tientallen camera's op de metershoge muren van de instelling zorgen dat ontsnappen praktisch onmogelijk is.
De ingang van Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Dr. S. van Mesdag (Foto: Merijn Slagter/RTV Noord)
André is één van de circa 250 patiënten in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Dr. S. van Mesdag, zoals de kliniek volledig heet. Veertien jaar geleden zette hij er voor het eerst een stap binnen, nadat hij een strafbaar feit had gepleegd. 'Maar ik ga niet in op de details', zegt hij, terwijl hij zijn blik naar beneden afwendt.
Net als André zijn ook de andere patiënten binnen de Van Mesdag-muren allemaal volwassen mannen die worden behandeld voor een psychiatrische stoornis. Als ze niet behandeld worden, zo heeft onderzoek uitgewezen, is de kans groot dat ze later weer de fout in gaan.
Beeldende therapie
In elke forensisch psychiatrische kliniek in ons land zijn er talloze therapieën en trainingen om patiënten te behandelen, met als doel om ze uiteindelijk weer veilig te kunnen laten resocialiseren. Eén van die behandelmethoden is vaktherapie met beeldende therapie, muziektherapie, dramatherapie en psychomotorische therapie als subonderdelen.
Karin Groot en Doreen Spier, twee van de drie beeldend therapeuten in de Van Mesdagkliniek, zijn heel enthousiast over het effect van beeldende therapie. 'Niet iedereen kan even goed uit zijn woorden komen. Door een patiënt te laten schilderen of tekenen, kunnen wij toch een beeld krijgen van hoe een patiënt in zijn vel zit', legt Doreen uit.
Kwasten, penselen en haakwerkjes in de behandelkamer van Doreen en Karin (Foto: Merijn Slagter/RTV Noord)
'Het werk dat iemand maakt is vaak een aanleiding voor een gesprek', gaat ze verder. 'Bijvoorbeeld over emoties, gebeurtenissen in het verleden of over de manier van denken. Ook kan de beeldende therapie bijdragen aan een beter zelfbeeld van de patiënt, door hem te laten zien wat hij kan en vooral wat hij kan leren.'
Boom tekenen
En zo was André in de eerste weken van zijn behandeltraject ineens een boom aan het tekenen als onderdeel van zijn therapie. 'Ik kwam hier onzeker en angstig binnen. Dan zit je met een potlood en papier voor je neus, zodat anderen kunnen zien hoe ik in m'n vel zat. Ik had geen idee waar ik mee bezig was', vertelt hij.
Karin en Doreen hebben dat wel. Door teken-, schilder- of kleiopdrachten voor patiënten stap voor stap uit te breiden, proberen ze samen met de patiënt meer zicht te krijgen op zijn stoornis, emoties, gedachten en gedrag. Erg belangrijk, omdat een psychische stoornis of probleem de gevoelens en denkwijze van de patiënt beïnvloedde op het moment dat hij een delict pleegde.
'De eerste opdracht is altijd een heel veilige', legt Karin uit. 'Zo wordt er meteen een succeservaring opgedaan en bouw je vertrouwen op in jezelf en de therapie.'
Gedragspatronen opsporen
In de Van Mesdagkliniek wordt cognitieve gedragstherapie (CGT) - een methode om gedragspatronen bij mensen op te sporen - toegepast om het gedrag van tbs-patiënten te veranderen. Door een andere denkwijze te creëren, wordt geprobeerd om het gedrag van tbs-patiënten een positieve draai te geven.
Best pittig, vindt André. 'Als het ware ben ik hier binnengekomen met het idee dat de wereld plat was, terwijl je binnen deze muren wordt verteld dat de wereld toch echt rond is. Ik wil maar zeggen: een denkwijze pas je niet zomaar even aan.' Toch stelde hij zich open voor meerdere behandelingen.
André frommelt in een meegebrachte boodschappentas om te laten zien welk effect de beeldende therapie in de loop van de jaren op hem heeft gehad. Hij haalt drie zelfgemaakte kunstwerken uit de tas en legt ze op tafel.
'Deze heb ik in het begin gemaakt', zegt hij, wijzend naar een abstract schilderij met donkere kleuren. Het middelste werk is overwegend donkerrood, terwijl het laatste en meest recente werk vrij vrolijk oogt. 'Dat is in mijn ogen één van de ABC-eilanden. Daar zou ik zo graag nog eens naartoe willen', zegt hij.
Drie werken die André in de kliniek heeft gemaakt (Foto: Merijn Slagter/RTV Noord)
Uitlaatklep
Aan het kleurgebruik in de kunstwerken van André is te zien dat hij zich in de loop van de jaren beter is gaan voelen. Dat erkent hij zelf ook. 'In het begin had ik niets met schilderen, maar het werd steeds meer een uitlaatklep.' Hij zucht even diep en kijkt naar zijn werken. 'Weet je, nu durf ik voor mezelf op te komen en kan ik beter met mijn emoties omgaan.'
Dat klinkt goed, zou je zeggen. Maar wat nou als je als tbs-patiënt gewoon expres vrolijke werken schildert om een wit voetje te halen bij de therapeuten? Als hij die vraagt krijgt voorgelegd, schudt André zijn hoofd.
'Al zou ik de boel willen manipuleren, ze zitten er hier bovenop', stelt hij. 'Als ik bij wijze van spreken in de kantine ineens een broodje kaas pak, terwijl ik normaal altijd een broodje ham eet, moet ik me al verantwoorden. Ga ik op de buitenplaats ineens bij andere gasten staan dan normaal, dan gebeurt hetzelfde. Je wordt hier 24 uur per dag onder de loep genomen. En vergeet niet dat ik blij ben met de behandeling die ik krijg.'
Door te kleien, laten tbs'ers zien hoe ze in hun vel zitten (Foto: Merijn Slagter/RTV Noord)
Gelukkig dankzij de kwasten
De beeldende therapie haalde bij André het beste naar boven. Inmiddels is hij niet meer op therapeutisch basis met potloden en kwasten in de weer. Hij tekent en schildert nog wel, maar dan puur als hobby. 'Als ik schilder, voel ik me vrij. Ik verveel me daardoor nooit en ben hier gelukkig', benadrukt hij. Enkele kunstwerken van André werden zelfs al buiten de muren van de kliniek geëxposeerd.
'Of ik daar trots op ben? Nee, dat niet. Het zijn uitingen van mijn emoties en die zijn niet altijd even goed geweest. Maar dat de werken geëxposeerd worden, geeft me wel een goed gevoel.'
Hoewel André nog niet is uitbehandeld, probeert hij - tot het zover is - van zijn tijd te genieten tussen de hoge muren van de Van Mesdagkliniek. Drie keer per week mag hij met verlof, zodat hij wat hij in de kliniek heeft geleerd onder toezicht ook buiten de kliniek kan toepassen.
'Je hoort eigenlijk alleen dingen over tbs als er iets misgaat. Maar al onze succesverhalen lopen buiten', zegt Karin.
De beeldend therapeuten Karin (links) en Doreen (Foto: Merijn Slagter/RTV Noord)
Levensverhaal
In de ruimte waar Doreen en Karin de tbs'ers laten schilderen, tekenen en kleien, is nauwelijks te merken dat je in een gesloten instelling bent. Het oogt meer als een knus handvaardigheidslokaal op de middelbare school. De kunstwerken die in de ruimte hangen, maken wél duidelijk dat er mensen aan het werk zijn geweest die een bewogen leven achter de rug hebben.
Op één doek zijn in zwarte, gele en paarse kleuren duidelijk tralies en een hand te herkennen, terwijl een vierkant lapje stof op het doek een gesloten gordijn voorstelt. 'De man die dit gemaakt heeft, wilde uitbeelden dat hij van jongs af aan opgesloten is en zich onzichtbaar voelt', vertelt Karin. 'Dit werkstuk hebben we een plekje aan de muur gegeven, omdat het gezien mag worden.'
'Er is hier ook een patiënt geweest die meerdere keren op rij dezelfde tekening maakte. Dat zegt veel over iemands flexibiliteit', vult Doreen aan. 'Door zo iemand te stimuleren om zijn repertoire uit te breiden, ben je aan het oefenen met het loslaten van patronen en met het toelaten van beïnvloeding van buitenaf.'
Kwajongensstreken
Patiënten weten dat de deur van de therapiekamer altijd open staat, ook als er geen behandeling plaatsvindt. 'Soms wordt er aangeklopt, maar komt er niemand binnen. Kwajongensstreken in een kliniek', zegt ze lachend.
Tijd voor diepere gesprekken is er ook. 'Laatst kwam een wat jongere patiënt binnen die bij mij aan tafel ging zitten om z'n Nikes te poetsen', vult Karin aan. 'Hij was die dag jarig en wachtte al de hele dag op een telefoontje van zijn moeder. Dan ga je met elkaar in gesprek om onrust weg te nemen. Tussen ons en patiënten moet een soort vertrouwensband zijn. Anders werkt een behandeling ook niet.'
Stellingen vol met verfpotten in de therapiekamer (Foto: Merijn Slagter/RTV Noord)
Dromen
De jaren die André heeft doorgebracht in de Van Mesdagkliniek, hebben hem langzaam het duwtje in de juiste richting gegeven. Na alle therapieën en trainingen heeft hij zijn zelfvertrouwen terug en durft hij weer te dromen over toekomstdoelen. Na enig aarzelen geeft hij ze pas prijs. 'Ik zou heel graag in de horeca willen werken. Koken vind ik magnifiek. Al wil ik dan wel alleen in de keuken staan. Ik moet niemand om me heen hebben.'
Als hij even later wordt opgehaald om terug naar zijn kamer te gaan, zeggen Doreen en Karin hem vriendelijk gedag. André zal zijn gezicht nog wel eens bij zijn therapeuten laten zien, al was het maar om een praatje te maken. Maar dat is niet bij iedere patiënt het geval.
'Als ze uiteindelijk maar goed terechtkomen', hoopt Doreen. Karin knikt instemmend. 'Soms kijk ik wel eens op Facebook om te kijken hoe het een voormalige patiënt nu vergaat. Als je dan foto's tegenkomt waarop je ziet dat iemand inmiddels een prachtig gezin heeft opgebouwd, doet je dat toch wel wat.'
Elke dag opnieuw
Ze zijn dik, dun, jong, oud en ze hebben allerlei huidskleuren; de patiënten in de Van Mesdagkliniek zijn allemaal verschillend en dragen een eigen verhaal met zich mee. 'Wat dat betreft is het hier net een mini-maatschappij', vinden Doreen en Karin.
'We krijgen hier dossiers onder ogen die niet mals zijn. Maar wat voor delict iemand ook gepleegd heeft, je wordt niet geboren om iemand te vermoorden of te verkrachten. Zonder de risico's uit het oog te verliezen blijven we daarom aansluiten bij de goedheid, het gezonde deel van een persoon. Ja, echt. Elke dag opnieuw.'
*André is een gefingeerde naam. De echte naam van de tbs-patiënt is bekend bij de redactie, maar uit privacyredenen veranderd