Deze UMCG-wetenschapper probeert hartziekten te ontrafelen

Bernadet Santema
Bernadet Santema © Eigen foto
Bernadet Santema heeft een onderzoeksbeurs van 140.000 euro van de Hartstichting gekregen. Santema is als arts-onderzoeker verbonden aan het UMCG en ze onderzoekt waarom bepaalde hartziekten bij vrouwen anders verlopen dan bij mannen.
Die beurs kreeg ze niet cadeau, zegt Santema: 'De aanvraagprocedure heeft een half jaar geduurd. Er waren veel aanvragen, dus de concurrentie was groot. Ik heb onder meer een presentatie moeten geven voor professoren, die behoorlijk kritisch waren.'

Extra jaar

Santema (28) werd geboren in Groningen en groeide op in Grijpskerk. Ze studeerde geneeskunde in Utrecht. In Groningen hoopt ze over twee jaar te promoveren en zich uiteindelijk op te werken tot cardioloog.
Santema is inmiddels drie jaar bezig met haar promotieonderzoek. De toegekende beurs stelt haar in staat een jaar extra uit te trekken. 'Normaal staat daar vier jaar voor. Ik kan er nu vijf jaar over doen en daardoor kan ik meer zaken onderzoeken, waarvoor ik anders geen tijd zou hebben gehad.'
Haar onderzoek richt zich op 'hartfalen' en 'boezemfibrilleren', twee veelvoorkomende hartziekten. Santema wil weten waarom deze ziekten vaak samen voorkomen en waarom ze bij vrouwen vaak anders verlopen dan bij mannen.
'Hartfalen' heeft te maken met een verstoorde pompkracht van het hart. Dat kan diverse oorzaken hebben, zoals een te hoge bloeddruk, slecht functionerende hartkleppen of een infarct.
'Boezemfibrilleren' is een hartritmestoornis waarbij het hart onregelmatig en vaker sneller dan normaal klopt. Op zichzelf is het niet levensbedreigend, maar het moet wel worden behandeld omdat het ernstige gevolgen kan hebben.

Het onderzoek van Santema bestaat uit drie delen. Het eerste deel betreft de toediening van medicijnen tegen hartfalen in verschillende doseringen. Santema: 'Uit ons eerder onderzoek zijn aanwijzingen gekomen dat bij vrouwen een lagere dosis al werkt, in tegenstelling tot mannen. Maar we hebben meer bewijs nodig, voordat dit in de richtlijnen kan worden opgenomen.'

Signaalstoffen

Het tweede onderdeel van het onderzoek betreft de biologische oorzaken van hartfalen en boezemfibrilleren. 'In het bloed zitten zogeheten signaalstoffen die duiden op (toekomstige) problemen met het hart. Die stoffen verschillen tussen mannen en vrouwen, maar we weten nog niet waarom.'
Het laatste onderdeel van het onderzoek concentreert zich op de zogeheten gender factoren die een rol kunnen spelen. Bij vrouwen zijn die anders dan bij mannen. 'Er zijn biologisch verschillen, maar er zijn ook sociaal-culturele verschillen', verklaart Santema. 'Bij die laatste categorie gaat het om niet-lichamelijke verschillen tussen mannen en vrouwen.'

Twee soorten

'Neem bijvoorbeeld stress. Dat wordt door iedereen verschillend ervaren. Ik wil onderzoeken of die stress bij mannen en vrouwen even veel invloed heeft, of juist niet. Voor dit gedeelte moet ik een half jaar in Boston onderzoek doen. Dat zal in de tweede helft van volgend jaar zijn.'
Overigens zijn er twee soorten hartfalen. 'Heel lang werd gedacht dat er één type was, maar tien jaar geleden is een tweede variant ontdekt.', legt de arts-onderzoeker uit. 'Voor de eerste variant bestaan medicijnen. Maar de tweede variant is veel moeilijker te behandelen, omdat daarvoor nog helemaal géén medicijnen bestaan.'
En inderdaad: de eerste variant komt vooral voor bij mannen, de tweede veel meer bij vrouwen.