Portret: Shem, de beschermengel van Paddepoel

Shem Rogers
Shem Rogers © Marten Nauta/RTV Noord
Als jeugdstraatwerker in de wijk Paddepoel in Stad staat Shem Rogers (62) tussen de probleemjongeren en de politie in. Gedraag je je, dan is Shem je beste vriend. Ga je de fout in, dan weet hij je te vinden. Dat voelt soms als dweilen met de kraan open. 'Maar mijn deur gaat nooit helemaal dicht.'
Shem kijkt uit over de voetbalkooi aan de Grote Beerstraat. Om zijn nek bungelen drie zilverkleurige kettingen. Zijn zwarte dreadlocks verdwijnen onder een soort Bob Marley-petje. Het verklaart zijn bijnaam: Rasta.
Het betonnen voetbalveldje ligt er deze middag verlaten bij en de metalen omheining is nog nat van een recente plensbui. Op één van de doeltjes is in uitgelopen zwarte graffitiletters nog net het woord 'Paddepoel' te ontcijferen. Dit is één van Shems gebieden als jeugdstraatwerker van WIJ Groningen.
'Hier voetballen de jongeren in de zomer elke maandagavond. Nu het vroeg donker is, lukt dat niet meer. Dan gaan ze naar de soos. Ook maken we weleens muziek. Rappen, een beetje jammen. Sommige jongens hebben echt talent.'
Shem bij de voetbalkooi aan de Grote Beerstraat (Sander Slager/RTV Noord)

Vertrouwen kweken

De geboren Antilliaan kent alle jeugdgroepen in de noordelijke wijken van de stad. Wijken waar het zo vaak raak is als het gaat om berovingen, brandjes en andere zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. De verdachten hebben voor Shem geregeld een bekend gezicht. Dat weet de politie ook.
'We werken als jeugdstraatwerkers en jongerenwerkers goed samen met de politie', vindt Shem. 'Als ik zie of hoor dat een jongen iets doet wat niet door de beugel kan, bespreek ik dat eerst met hem zelf. Als justitie hem dan wil zien, leg ik uit dat hij maar beter mee kan werken. Zonder mijn hulp wordt-ie vroeg of laat nog harder aangepakt. De deal met de politie is: ik neem hem mee, jullie ondervragen hem en daarna breng ik hem weer naar huis. Als ze hem alsnog moeten oppakken, doen ze dat een andere keer.'

Golf van straatroven in noordelijke wijken

In de noordelijke wijken van Groningen, waaronder Paddepoel, zijn straatroven en geweld aan de orde van de dag. In juli pakte de politie al eens 26 jongeren op. Ze worden verdacht van straatroven, mishandelingen en scooterdiefstallen. Alle verdachten zijn tussen de 13 en 20 jaar oud. Tussen oktober en half november vonden nog eens 13 straatroven plaats in het noorden van Stad. Ook nu gaat het volgens de politie om tieners van rond de 16 jaar, met een getinte huidskleur.
Door Shems manier van werken blijft de vertrouwensband tussen hem en zijn 'jongens' intact.
'Ik ben straight, dat weten ze. En dat moeten ze ook met mij zijn. Als ik merk dat je mijn vertrouwen schaadt, heb je een probleem. Want als ik aan je ga twijfelen, ga ik niet zo snel meer voor je lopen. We hebben zo'n jongen in de groep gehad. Hij deed het heel goed, maar toen zijn relatie uit ging, viel hij terug. Nu loopt hij met een enkelbandje.'
Op de vraag wat dat met Shem doet, valt een lange stilte. Hij gaat zitten en fronst zijn wenkbrauwen.
'Het is wel doodzonde. We geven ze dan ook hard op hun sodeflikker. Ik wil wel tijd en energie aan je besteden, maar dat mag niet verloren gaan. Dan bekijk je het maar. Of mijn deur dan dicht gaat? Nee. Wel op een kier. Pas als ik zie dat je echt wilt, laat ik je weer binnen.'
Ik ben het als mens verplicht een ander te helpen. Je kunt ze alleen niet allemaal redden
Shem Rogers - Jeugdstraatwerker in Paddepoel
Hoe bont iemand het ook maakt, niemand kan helemaal afdoen. Dat zou zijn hele geloof beschadigen dat hij op de wereld is om mensen te helpen.
'Ze kunnen geïrriteerd raken, kwaad op je worden zelfs. Maar als ze hulp nodig hebben, ben ik als mens verplicht om een ander te helpen. Je kunt ze alleen niet allemaal redden.'
Aan een ketting om zijn nek bungelt een groot zilveren kruis. Een verwijzing naar zijn christelijke opvoeding op de Antillen. De Bijbel ziet hij nog steeds als handleiding voor het leven. 'Ik vind dat we als mens onze belangrijkste taak zijn vergeten: voor elkaar zorgen. We zijn veel te veel bezig met materiële zaken.'
Shem over zijn werk als jeugdstraatwerker

Van minnen plussen maken

Om de problematische jeugdgroepen, zoals ze officieel heten, in toom te houden werkt Shem met de door de gemeente omarmde 'plus-min-mee'-methode. De 'minnen' zijn de raddraaiers, de 'plussen' zitten (bijna) op het rechte pad.
'Met de plussen blijf je in gesprek om ze te motiveren', legt Shem uit. 'De mensen uit de min-groep probeer je uit het negatieve te halen. De meeste 'minnen' hebben al met justitie te maken gehad. Daarom moet je ze constant een spiegel voorhouden. Als je dat niet doet en ze komen hun vriendjes uit het circuit weer tegen, ben je ze zo weer kwijt. De jongeren die er tussenin hangen, de meelopers, moet je meekrijgen naar de pluskant.'

Web van jeugdstraatwerkers in Stad

Als jeugdstraatwerker staat Shem Rogers er niet alleen voor. Het stedelijk team waar hij deel van uitmaakt, bestaat uit zes jeugdstraatwerkers: vier mannen en twee vrouwen. Via de app van Straatcontact.nl, de site van de 'plus-min-mee'-methode, houden ze elkaar op de hoogte. Zo kunnen ze snel ingrijpen als een jongere buiten zijn eigen wijk voor problemen zorgt. 'Je moet er een web omheen spannen', beschrijft Shem die aanpak. 'Waar ze ook komen, wij vangen ze op.'

Groepsdruk

In het gunstigste scenario vallen probleemgroepen helemaal uit elkaar. De kans dat zoiets gebeurt is echter klein; daarvoor is de groepsdynamiek te sterk. Het enige wat Shem kan doen, is zoveel mogelijk jongeren aan de pluskant krijgen. Dat voelt soms als dweilen met de kraan open, geeft hij toe.
'De groepsdruk is groot. Je wilt niet onder doen voor de anderen. Het is ook een bepaalde status. Hoe vaker je opgepakt wordt, hoe hoger je status. Maar hoe dikker je politiedossier, hoe moeilijker je het in de toekomst krijgt. Ik probeer de angel eruit te halen, om ze uiteindelijk ook naar de pluskant te krijgen.'
'Je kunt ze niet allemaal redden, dat weten we allemaal. Als je twee van de tien meekrijgt, is dat al winst. Die twee kunnen weer een voorbeeld zijn voor de rest. Dat is waar we steeds aan werken. Hoe? Door in gesprek te gaan.'
Ook sporten, zoals in deze voetbalkooi, ziet Shem als een belangrijk onderdeel van het proces. Als voormalig vechtsporter - 'ik draaide internationale toernooien' - weet hij dat focus op sport de aandacht kan afleiden van het uithalen van kattenkwaad. Via een opleiding recreatiesport kreeg hij bij de gemeente Groningen de kans om sportinstuiven voor jeugd tot 12 jaar te organiseren. Leuk, alleen liepen de probleemgevallen nog op straat.
'Als je écht wat wilt bereiken, moet je iets doen voor de jeugd van 13 tot 18; dát zijn de raddraaiers. Ik moest en zou die groep er dus bij krijgen. Ik kreeg mijn zin, maar moest het zelf regelen. Met een vrouwelijke collega kreeg ik veertig jongeren met elkaar in de zaal aan het voetballen. We konden zelfs rustig in de scheidsrechterskamer een peukje roken.'
Shem in 'zijn' Paddepoel (Sander Slager/RTV Noord)

'Kom hier naartoe, dan gaan we los'

Op werkdagen is Shem de hele middag en een deel van de avond in de wijk te vinden. Overdag praat hij samen met de jongerenwerker van WIJ-Selwerd met ouders van ontspoorde kinderen, 's avonds bezoekt hij plekken waar vaak overlast is. Die aanpak werkt, vindt hij, want het aantal plussen groeit. Wel ziet hij een duidelijke golfbeweging, aangejaagd door social media. Eén appje en jongeren uit de hele stad zoeken elkaar op.
Neem de oudjaarsrellen in Paddepoel, precies een jaar geleden. In de Voermanstraat worden meerdere brandjes gesticht en jongeren gooiden zwaar vuurwerk naar agenten en brandweermannen. De ME moet eraan te pas komen om de straat schoon te vegen.
'Die rellen begonnen toen jongeren uit andere delen van de stad via social media op vreugdevuren afkwamen. 'Kom hier naartoe, dan gaan we los', stond er op Snapchat.' Daarop stroomde Paddepoel volgens Shem vol met 'alle bekende gezichten uit de stad en daarbuiten'.
Shem werkt die dagen zelf niet, maar hoort van collega's hoe grimmig de sfeer is.
'Het was zo erg dat onze mensen op straat niet meer herkend werden. Die moesten echt oppassen. De sfeer werd steeds grimmiger. Ze moesten zelfs een journalist in veiligheid brengen. Uiteindelijk werden twee jongeren opgepakt.'

Hard tegen hard

In al zijn jaren op straat is Shem nooit zelf aangevallen. De jongeren weten dat er met hem niet te sollen valt. 'Ze mogen het proberen', zegt hij met een indringende blik.
'Toen een collega in Paddepoel eens in elkaar werd geslagen, heb ik de daders aangesproken: 'Jullie hebben geluk dat ik er niet bij was. Blijf van mijn collega's af, want ik geef je een hengst.' Door zijn houding is hij een soort lijfwacht van de wijk geworden.
Dit terrein is van mij, je houdt je aan mijn regels
Shem Rogers – Jeugdstraatwerker in Paddepoel
Hard tegen hard. Het is voor hem de enige manier om te voorkomen dat ze over hem heen lopen. Dat had hij al snel door. Zo moest hij in 1995 bij wielerbaan Corpus den Hoorn een project draaien voor randgroepjongeren uit de Antillen. 'Stuk voor stuk zware jongens, die van alles hadden gedaan en van alles bij zich hadden, als je begrijpt wat ik bedoel.'
'Toen ik aankwam, waren ze aan het dobbelen. Gokken dus. Uit ervaring weet ik wat daar de gevolgen van kunnen zijn. Bij onenigheid trekt iemand al snel een mes of pistool. Of ze gaan weg om er een op te halen.'
'Tegen de jongen die de dobbelstenen wilde gooien, zei ik: 'Hou ze vast'. En tegen de rest: 'Pak je geld weg'. Ze keken me aan: 'Rasta, dat kun je niet maken.' Ik zei: 'Ja, dat kan ik wel. Pak op, anders steek ik alles in mijn zak.' Hij balt zijn vuist. 'Je leeft maar één keer. Dit terrein is van mij, je houdt je aan mijn regels. Vervolgens pakte iedereen zijn geld.'
Toen de groep op de laatste dag van het project opnieuw ging dobbelen, liet Shem ze even begaan. Toen er ruzie ontstond, vertrok een van de mannen naar huis. Shem aarzelde geen moment.
'Ik volgde hem en sprak hem aan: 'Nu zie je waarom ik de eerste keer ingreep. Hiermee breng je alleen jezelf maar in de problemen. Dat is voorbedachte rade'. De man zuchtte: 'Laat ze erin stikken, ik weet dat ik gelijk heb.' Zo krijg je een vertrouwensband. En die is er tot de dag van vandaag.'
Met zijn harde lijn wil Shem ook een signaal afgeven aan de ouders van raddraaiers, die volgens hem soms veel te soft zijn. 'Hun kinderen van 15 lopen rond met messen en pistolen. Dertienjarigen steken auto's in de fik. Dan moet je echt eerst bij jezelf te rade gaan, voordat je om hulp komt roepen.'
Het is nu 2 januari. De jaarwisseling en de dagen daarna zijn dit keer rustig verlopen. Een voorbode voor de rest van het jaar? Dat weet zelfs Shem niet.