De containerramp met de MSC Zoe een jaar later: nog veel vragen onbeantwoord

Een jaar geleden wordt Noord-Nederland wakker in een puinhoop. Op de kust van Groningen en Friesland en op de stranden van de Waddeneilanden spoelen grote hoeveelheden troep aan.

Door: Eva Meesterberends/Omrop Fryslân


De inhoud van, zoals later blijkt, 342 zeecontainers die van containerschip MSC Zoe zijn gevallen boven de Waddenkust. Vrijwillige en zelfs militaire opruimacties komen in de weken erna op gang. De omvang van de ramp schokt de Noord-Nederlandse bevolking die het Waddengebied in het hart heeft gesloten.
Sinds de rampnacht is er veel gebeurd. Er is opgeruimd, er zijn claims ingediend om de schade te kunnen bekostigen, en de politiek praat over de gevolgen. Maar wat is een jaar later de stand van zaken?

Dit artikel in een minuut:

· Het is een jaar geleden dat er 342 containers van containerschip MSC Zoe vielen, grotendeels ten noorden van Ameland.
· Hoeveel containers er precies van het schip vielen bleef lang onduidelijk, en dat ze direct in Nederlandse wateren terechtkwamen is pas elf maanden na de ramp gebleken uit onderzoek. De bemanning maakte pas melding van het incident toen het schip al in Duitse wateren voer.
· Er loopt een onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), een strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) en er zijn extra controles uitgevoerd op containerschepen door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
· Geen van de onderzoeken is een jaar later afgerond. Alleen de OVV gaf op 12 december 2019 een tussentijdse rapportage vrij.
· Op de kust en in de duinen liggen nog steeds talloze plastic korrels. Ze zijn moeilijk op te ruimen en MSC betwist dat ze van de Zoe afkomstig zijn. De rederij wil daarom tot nu toe het opruimen ervan niet betalen.
· Rederij Mediterranean Shipping Company (MSC) heeft tot nu toe 3,35 miljoen euro aan claims ontvangen, deels direct en deels via het schadeloket van Rijkswaterstaat. Daarvan is 1,93 miljoen nog steeds niet vergoed.
· MSC wil wel versneld uitbetalen, maar eist dat er dan geen nieuwe claims komen. Ook niet als er later nog schade aan de natuur wordt ontdekt bijvoorbeeld. Minister Van Nieuwenhuizen weigert hierin mee te gaan.

2 januari 2019

Het strand van Terschelling ligt vol met speelgoed en auto-onderdelen. Burgemeester Bert Wassink noemt het een trieste aanblik, en vreest dat het nog een flinke klus zal zijn om het strand weer netjes te krijgen. Jutters krijgen toestemming om met auto's het strand op te gaan, om de spullen weg te kunnen halen. De werkelijke omvang van de stroom troep is op dat moment nog lang niet duidelijk.
Het verhaal gaat dat er dertig containers van het schip zijn gevallen, en dat dat boven het Duitse Waddeneiland Borkum is gebeurd. Al in de eerste etmalen na de ramp wordt duidelijk dat het om meer dan 200 containers gaat, en is de theorie dat de containers door de storm van boven Borkum naar Nederlandse wateren en stranden zijn gedreven.
Inmiddels is bekend dat het aantal gevallen containers meer dan tien keer zo groot is als in eerste instantie werd gedacht, 342 om precies te zijn, en dat er 297 al boven Ameland zijn afgevallen. De bemanning van de MSC Zoe deed echter pas melding van het incident toen het al in Duitse wateren voer. Op 12 december, ruim 11 maanden na de ramp, maakte de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) dit in een tussentijdse rapportage bekend.

Onderzoeken

Onduidelijkheid die maar voortduurt; het lijkt een terugkerend thema in het dossier MSC Zoe. Na de ramp zijn verschillende onderzoeken ingesteld. De resultaten hiervan, op de tussentijdse rapportage van 12 december na, zijn een jaar later nog steeds niet bekend.

De MSC Zoe in de haven van Bremerhaven (Foto: ANP)

Het schip vaart onder de Panamese vlag en was onderweg naar het Duitse Bremerhaven. Daarom werkt de OVV samen met de Panamese en Duitse autoriteiten in een onderzoek naar het ongeluk. De update van 12 december maakt duidelijk dat het leeuwendeel van de containers in Nederlandse wateren van het schip viel, én dat er in totaal 1047 containers beschadigd raakten. Dat betekent dus dat de containers die overboord vielen niet de enige zijn die vervuiling van het Waddengebied kunnen veroorzaken. Er kan ook inhoud in het water zijn gevallen van containers die aan boord zijn blijven staan.
Omrop Fryslân en RTV Noord kregen middels een verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) de vinger achter een lijst met daarop de inhoud van de 342 gevallen containers. De informatie op deze lijsten is summier en erg algemeen.
Een deel van de ladinglijst
Uit gesprekken met Rijkswaterstaat blijkt bovendien dat de dienst niet over meer informatie beschikt dan deze, en op basis daarvan de opruimactie aanstuurt. Twee van de 342 containers bevatten de gevaarlijke producten waterstofperoxide en lithiumbatterijen. Naar deze containers wordt met extra aandacht gezocht. Vrijwilligers op de stranden worden in de de dagen na de ramp, als de spontane opruimacties groter en groter worden, ook gewaarschuwd voor deze stoffen. De beschadigde containers die aan boord zijn blijven staan, staan niet op de lijst van Rijkswaterstaat. Met hun eventueel gevaarlijke inhoud wordt geen rekening gehouden bij de opruimactie.
De Onderzoeksraad verwacht in het voorjaar van 2020 met een eindrapport te komen. Het onderzoek richt zich op vooral op de gevolgen van het overboord slaan van de containers, op de route die het schip aflegde, en de situatie in het gebied. Uit het onderzoek moeten aanbevelingen over de veiligheid voortkomen. Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat is op vragen van Kamerleden over eventuele veranderingen in de regels voor schepen die voor de Nederlandse kust varen nog niet ingegaan. Zij wil eerst het onderzoek van de OVV afwachten.

Strafrechtelijk onderzoek

Het OM stelt een strafrechtelijk onderzoek in naar de toedracht van het ongeluk. Het OM stuurt hierin de Maritieme Politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport aan. Uit het onderzoek moet blijken wie verantwoordelijk is voor het vallen van de containers en of de wet is overtreden op de route die de Zoe aflegde in de rampnacht. Het is nog niet bekend wanneer dit onderzoek afgerond zal zijn.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) herhaalt in het voorjaar van 2019 een onderzoek dat de dienst in 2009 ook al uitvoerde. Na de ramp met de MSC Zoe zijn vermoedens gerezen dat containers op schepen beter vastgezet kunnen worden. Over de kwaliteit van dit zogenaamde sjorren, maakt oud-burgemeester van Ameland Albert de Hoop zich al jaren zorgen.
Ook uit het onderzoek van RTV Noord en Omrop Fryslân blijkt dat hier twijfels over bestaan. ILT controleert in de eerste helft van afgelopen jaar 69 schepen alleen op het sjorren van de containers. Het rapport dat duidelijk moet maken of en hoe hier verbetering in te behalen is, laat op zich wachten. De publicatie ervan schuift de inspectie al sinds de zomer voor zich uit. Onduidelijk blijft dus of er in Nederlandse havens goed of slecht gesjord wordt. De Noordelijke omroepen proberen ook op deze informatie al enige tijd de hand te leggen.

Micro-plastic

Al snel na de ramp beginnen mensen zich zorgen te maken over de gevolgen voor het natuurgebied. De grote bergen consumptiegoederen op de stranden roepen de vraag op of het zeeleven beschadigd zal raken. Inmiddels zijn 299 van de 342 containers geborgen. Sommigen in het geheel, maar van anderen alleen stukken. De opgeviste rommel weegt bij elkaar 2,4 miljoen kilo. In zee ligt dus nog het restant van de containers. Maar wat vooral zorgelijk stemt zijn de miljoenen plastic korreltjes die blijven aanspoelen. Met omgebouwde bladblazers en een zogenaamde maaiklepelzuiger worden onder andere de duinen van Schiermonnikoog en de dijken bij Lauwersoog schoongemaakt.
De onrust neemt toe als eind januari massaal dode zeekoeten aanspoelen. Bijna 20.000 vogels vinden de dood en de link met de ramp met de MSC Zoe is snel gelegd. Het valt op dat alleen in Nederland, in de buurt van Ameland, zeekoeten doodgaan. Na uitgebreid onderzoek maakt minister Van Nieuwenhuizen eind maart bekend dat de zeekoeten zijn doodgegaan door verhongering. Een direct verband met de MSC Zoe kan niet worden aangetoond.

Probleem

Hoe groot het probleem van de plastic korrels is, wordt in november wordt duidelijk. Student Jan Willem Graal van Van Hall Larenstein brengt met een steekproef in kaart hoeveel korrels er op Schiermonnikoog liggen. Op verschillende plekken op het eiland telt hij hoeveel korrels er per vierkantje van 40 bij 40 centimeter liggen. Bij paal 8 telt Graal maar liefst 363 korrels op zo'n klein oppervlak.
Hier liggen de plastic korrels
Ineke van Gent, burgemeester van Schiermonnikoog, is opnieuw aangedaan door de resultaten van het onderzoek van Jan Willem Graal. Ze zegt wel dat het haar strijdbaar maakt om de rotzooi zo snel mogelijk op te ruimen. Van Gent vestigt haar hoop ook op de Onderzoeksraad voor Veiligheid die op het eiland is geweest. Ze hoopt dat de raad de korrels bespreekt in het eindrapport en zal aanbevelen dat 'de vervuiler betaalt'.
Over wie die vervuiler is bestaat echter nog steeds discussie. Rederij MSC wil niet betalen voor het opruimen van de korrels, omdat volgens het bedrijf niet bewezen kan worden dat de korrels van de Zoe afkomstig zijn.
De Waddenacademie en Rijkswaterstaat voeren samen een onderzoek uit naar de ecologische gevolgen. In oktober 2020 kan hiervan het resultaat verwacht worden. Midden januari van dit jaar verwacht de minister een tussentijdse rapportage.

Claims

Een kleine 2 miljoen euro die er aan claims ingediend zijn bij MSC staan nog steeds open. Rijkswaterstaat roept begin maart een schadeloket in het leven waar claimende partijen terecht kunnen. Waddengemeenten, vissers met beschadigde netten en natuurorganisaties dienen claims in. Ook Rijkswaterstaat zelf heeft veel kosten gemaakt, bijvoorbeeld voor het aansturen van de opruimactie. De meeste kosten die zijn gemaakt voor het opruimen van de troep zijn voorgeschoten door de minister. In totaal is er voor 3,35 miljoen euro aan claims ingediend.
MSC wil niet opdraaien voor eventuele vervolgschade blijkt op een bijeenkomst van Rijkswaterstaat in oktober. De reder heeft aangeboden de schade versneld uit te betalen, onder de voorwaarde dat er geen nieuwe claims meer worden ingediend. Minister Van Nieuwenhuizen heeft geweigerd hierin mee te gaan. In een brief aan de Tweede Kamer van eind november laat zij weten dat MSC moet betalen, ook voor de vervolgschade. Doet het bedrijf dit niet, dan zal de minister juridische stappen ondernemen.
Ook de kosten die gemaakt worden voor het bestrijden van de ecologische gevolgen van de ramp worden door de minister op de rederij verhaald.

Hoe nu verder?

Kortom; een jaar later weten we eigenlijk nog niets. Natuurorganisaties, Kamerleden en bewoners van het gebied hebben zich het afgelopen jaar sterk gemaakt voor betere regelgeving en het verkrijgen van antwoorden op de vraag of de grote containervaart niet te veel ruimte krijgt. Die antwoorden zijn er nog niet. En mochten die antwoorden zich dit jaar wel aandienen dan is nog maar de vraag of die ervoor gaan zorgen dat de regels veranderen.
De Nederlandse overheid heeft alleen controle over wat er in Nederlandse havens gebeurt en internationale afspraken strenger maken is een tijdrovend proces met veel betrokken spelers. Alleen in Nederlandse havens kan onze overheid aan de knoppen draaien en de veiligheid beïnvloeden. En dat had een ramp zoals met de Zoe nooit kunnen voorkomen; het schip heeft onderweg naar het ongeluk geen Nederlandse haven aangedaan, het voer slechts voor onze kust langs.